Hoofdstuk 2

37 1 0
                                    

~ Dewie ~

Met een bos bloemen loop ik op de begraafplaats. Op weg naar het graf van mijn ouders. Ik kan nog steeds niet geloven dat ze dood zijn ook al is het auto ongeluk 3 jaar geleden gebeurt. "hoi mama, hoi papa" zeg ik als ik voor hun gezamenlijk graf sta. " Het is lang geleden" zeg ik en leg de bloemen neer. " Gisteren had ik mijn laatste examen" ga ik veder. " Biologie, de examen gingen best wel goed" zeg ik en hoop dat ze het horen. " Over een maandje ga ik samen met Ella en Silver naar Amsterdam verhuizen" zeg ik. "Alles gaat goed met Oma we hebben het heel gezellig met zijn tweetjes" zeg ik zodat ze weten dat ik goed terecht ben gekomen. Ik kan me ook nog herinneren hoe dol ze waren op Silver en Ella toen ze voor het eerst langs kwamen. Toen we elkaar hebben ontmoet zaten we in de eerste maar nu zijn we 5 jaar verder en nog steeds beste vrienden en denk aan het moment dat ik voor het eerst samen met Silver en Ella binnen kwam. Rustig sta ik op. " Ik hou van jullie" zeg ik en draai me om en loop rustig terug naar het pad en veder naar de uitgang van de begraafplaats.

Met mijn blik op mijn schoenen gericht loop ik over straat. Zonder dat ik het door heb loop ik tegen iemand aan. "Kijk uit waar je loopt" hoor ik een jongen zeggen. "Sorry" zeg ik en kijk naar de jongen. Op zijn Shirt zit een grote koffie vlek. "Sorry het spijt me echt heel erg" zeg ik. " Maakt niet uit ik vond het toch niet mijn mooiste shirt" zegt hij lachend. Gelukkig kan ik er nu zelf ook een beetje om lachen. " Nu heb je natuurlijk geen koffie meer" zeg ik terwijl hij zijn lege koffie beker van de grond op raapt en hem in de prullenbak gooit. " Nee" zegt hij. " Wil je best trakteren op een nieuwe ik ben degene die hem heeft omgegooid als waren. " Uhm ja heel even kan wel" zegt hij met een lieve glimlach. "Gelukkig anders voel ik me zo schuldig wat wil je" vraag ik als we bij de Starbucks zitten. " warme chocolademelk" zegt hij. "Twee warme chocolademelk " zeg ik. "Slagroom erbij" vraagt de persoon achter de balie. " Uhm Wil je er slagroom erbij" vraag ik. "Ja asjeblieft" zegt hij. "Ja graag" zeg ik. " Welke naam mag ik erop zetten" vraagt de meneer. " Dewie en " zeg ik en kijk in de richting van de jongen. " Calum" zegt hij. "Asjeblieft" zeg ik tegen Calum en geef hem de beker met chocolademelk. "Dankjewel" zegt hij en kijkt me met een vriendelijke blik aan. " Dus waarom liep je zo met je hoofd naar beneden waardoor je niet opletten" vraagt hij.

" Ik kwam net van de begraafplaats" zeg ik met een brok in mijn keel en weet niet waarom ik dit tegen een wild vreemde vertel. " Ohw het spijt me dat ik dat vroeg "zegt hij. " Nee maakt niet uit " zeg ik en probeer een beetje vriendelijk naar hem te lachen maar dat gaat met best nog wat moeite. " Maar waarom werd jij niet boos dat ik tegen je aan liep" vraag ik om snel de stilte te verbreken. " Omdat het er met een wasje wel weer uit gaat en ik dat allemaal niet zo erg vind" zegt hij. " Anders bel je mij maar dan zal ik hem persoonlijk voor je wassen en de vlek eruit halen" zeg ik en probeer er zelf om te lachen maar gelukkig kan Calum er wel om lachen. "Zal ik doen " zegt hij. " Maar ik denk dat ik moet gaan als ik mijn trein nog wil redden" zegt hij. " Uhm ja is goed, het was leuk je te ontmoeten Calum" zeg ik. " Ja jou ook en bedankt voor de chocolademelk "zegt hij terwijl hij zijn jas aan doet. Ik neem een slok van mijn chocolade melk en zie hoe Calum het gebouw verlaat.

Zelf zou ik ook maar eens naar huis gaan denk ik bij mezelf terwijl ik mijn jas aandoe en met mijn beker in mijn hand loop ik naar buiten. Het is eind mei maar het regent nog steeds. Ik stop mijn oortjes in mijn Iphone5s en stop ze vervolgens in mijn oor. Met het nieuwe album van Beyonce loop richting mijn fiets. Eindelijk bij het flatgebouw aangekomen waar ik met mijn oma woon. Het is klein maar het is goed voor twee personen. Maar over een maandje zal ik toch naar Amsterdam gaan om daar te gaan studeren. Het zal raar zijn om mijn Oma na 3 jaar niet meer iedere dag te zien. " Ben thuis" zeg ik als ik mijn telefoon op tafel leg en mijn veters aan het los maken ben. " Hallo lieverd" zegt mijn oma. " Wil je een kopje thee" vraagt ze. " ja graag" zeg ik en zet mijn schoenen op het schoenenrek en hang mijn jas aan de kapstok. "Dankjewel" zeg ik tegen mijn oma als ze een kopje thee voor mijn neus zet en zelf tegenover mij gaat zitten met een kop koffie. "Hoe was het" vraagt ze. " Het was moeilijk maar het lijkt of ik het steeds beter een plekje heb gegeven" zeg ik. "Dat ik mooi meisje het komt allemaal vanzelf" zegt ze en neemt een slok van haar thee. " Dat weet ik oma" zeg ik.

" Maar ik ga mijn kamer nog een beetje opruimen" zeg ik als ik mijn kopje leeg heb omdat ik dat al een week heb belooft te doen na mijn examen. " Ja dat moet je echt eens gaan doen en alle was mag je bij de wasmachine leggen dan kan ik het gelijk wassen" zegt ze terwijl ik de trap al op loop. Als ik in mijn kamer kom is het eerste was ik pak mijn telefoon. Ik wil best gaan opruimen maar niet zonder muziek. Ondertussen pak ik nog een paar kledingstukken van de grond zodat de deur dicht kan en leg die op een hoopje dat nog de grond zichtbaar is. "Zo daar komt de grote berg met kleding die ik ga maken. Als ik mijn telefoon wil ontgrendelen staan er nog een paar gemiste appjes en een melding van Facebook. "Calum van Dijk heeft je een vriendschapsverzoek gestuurd"

My way to CollageWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu