Hoofdstuk 33.

8 0 0
                                    

~ Dewie ~

" Waar moet je heen" vraagt Silver als ik in alle haast mijn telefoon vergeten ben. " Naar school voor mijn boeken" zeg ik. " Het komt vast wel goed het maakt denk ik niet heel veel uit dat je te laat bent" zegt ze. " Hopelijk" zeg ik en stop mijn telefoon in mijn zak en loop met nog een hoop zooi in mijn handen naar buiten. Snel prop ik alles in mijn  tas en loop door naar de hogeschool. Voor ik het weet loop ik tegen iemand aan en laat ik mijn spullen op de grond vallen. " Sorry" zegt een jongensstem. " Nee maakt niet uit ik ben niet aan het opletten" zeg ik. " Nee ik niet ik ben de weg kwijt en ja sorry" zegt hij. Snel buk ik en prop de spullen die ik op de grond heb laten vallen in mijn tas. " Waar moet je heen .." vraag ik en kijk hem aan. " Daan en ik moet naar de hogeschool" zegt hij. " Gelukkig voor jou moet ik daar ook heen en ik ben Dewie" zeg ik en glimlach naar hem. " Mag ik meelopen" vraagt hij. " Ja natuurlijk kom mee" zeg ik en hang mijn tas over mijn schouder.

" Welke opleiding ga je doen" vraagt hij.  " Docentenopleiding" zeg ik. " En jij" vraag ik snel. " Dezelfde" zegt hij. "Gezellig" zeg ik en dan weet ik niet meer wat ik moet zeggen. " Waar kom je vandaan " vraag ik.  "Brabant dus dat verklaard denk ik wel waarom ik de weg niet weet" zegt hij.  "Ja Amsterdam kan best ingewikkeld zijn" zeg ik lachend. " Ja woon je hier heel je leven al" vraagt hij. " Nee ik kom uit Rotterdam en ben ongeveer 2 maanden geleden hier komen wonen" zeg ik. " Dus je bent ook niet heel bekend hier" vraagt Daan. " Nee eigenlijk niet maar ik vind mijn weg hier wel en dat zou jou ook wel lukken merk je vanzelf" zeg ik en we lopen het terrein van de school op. " We zijn er maar ik denk  dat je naar hetzelfde gebouw moet dus da kunnen we nog samen lopen" zeg ik. " Maar reis je eigenlijk dan straks elke dag van daar naar hier" vraag ik. " Nee ik wil hier op kamers gaan maar dat is toch iets moeilijker als ik gedacht had en nu moet ik maar met de trein tot ik iets heb gevonden" zegt hij. " Dat is niet heel moeilijk je moet gewoon goed zoeken dan lukt het je vanzelf" zeg ik met een glimlach omdat ik weet uit eigen ervaring dat het wel lukt als je het wilt. " Maar je ouders wonen dan nog in Rotterdam" vraagt hij.  "Woonde" zeg ik. " Zijn ze verhuist" vraagt hij. " Nee overleden bij een auto ongeluk een paar jaar geleden " zeg ik. "Sorry dat wist ik niet" zegt hij. " Nee dat maakt niet uit ik ga er niet over liegen maar mijn oma woont daar nog wel met mijn zusje" zeg ik. " Mijn ouders zijn ook overleden in een auto ongeluk" zegt hij. " Sorry wat erg voor je" zeg ik. " Nou ja als ik ze ooit had gekend ik ken ze bijna niet ze zijn overleden toen ik 2 jaar was sinds toen woonde ik bij mijn oma en nu ja ben ik 18 en ben ik opzoek naar iets voor mezelf" zegt hij. " Het komt wel goed met jou" zeg ik. " Dankjewel" zegt hij en we lopen het gebouw in. " We zijn er" zeg ik.  "Dankjewel" zegt hij en we nemen nog afscheid.

Ik loop naar de rij en sluit mij aan. Terwijl ik een beetje om mij heen kijk en al voorstel hoe mijn ouders hier alle twee hebben rondgelopen en hoe ik hier straks ga rondlopen. Mijn ouders waren docenten en nu wil ik dat ook opvolgen mijn zusje is heel anders dan ik ben maar ik wil dit graag dus dan ga ik er voor. " U brief" vraagt een man. " Ja natuurlijk hier" zeg ik en geef hem de vel die ik van de school heb gekregen dat ik heb betaald voor mijn boeken. ik krijg een doos en hij legt de brief er weer op. " Een heel fijn schooljaar" zegt hij. " Dankjewel" zeg ik en neem de doos met veel moeite aan. Hoe ga ik hier nu mee naar huis komen. " Laat mij je helpen" vraagt Daan die ik uit het niets voorbij zie komen. " Dankjewel maar dat is echt niet nodig het gaat wel lukken " zeg ik. " Nee ik sta er op je hebt mij ook geholpen ik kan wel iets kleins terug doen" zegt hij en laat mij de doos op die van hem zetten. " Is dat niet veel te zwaar voor je en zie je nog wel iets " vraag ik. " Ja natuurlijk dat moet lukken en daarnaast dat is toch veel te moeilijk voor jou zo'n doos dragen als ik het al moeilijk vind" zegt hij en we lopen het gebouw weer uit en even later ook het terrein weer af en dan moet ik mij voorstellen dat ik hier straks elke dag zou komen. Na een paar maanden vakantie ga ik dat wel heel erg missen.

" Dankjewel voor het helpen met dragen" zeg ik al we bij mij voor de deur staan. Uit mijn tas pak ik mijn sleutels en ik maak de deur open. " Wil je anders  binnenkomen om iets te drinken" vraag ik. " Dat zou ik heel leuk vinden maar helaas moet ik naar huis, mijn oma verwacht mij een andere keer" vraagt hij. " Ja graag" zeg ik. " Dan zie ik je ook nog wel op school verschijnen" zegt hij. " Ja tot op school" zeg ik en zwaai nog naar hem terwijl hij wegloopt. Het is wel een aardige jongen.

My way to CollageWhere stories live. Discover now