My way to Collage

Hoofdstuk 16.

~ Dewie ~

" Goedemorgen" zeg ik als ik beneden kom. " Goedemorgen meisje" zegt mijn oma en ik loop naar de keuken. Ik pak twee boterhammen en leg die op een bord. Ik besmeer ze met pindakaas en loop dan als ik ze door de midden heb gesneden terug naar boven zodat ik nog de laatste spullen kan gaan inpakken. Het is eindelijk de dag dat ik over ga naar Amsterdam. Ik heb hier zo lang naar uit gekeken. Eindelijk een plekje voor mezelf met mijn vriendinnen. We hopen dat Ella ook mee gaat maar de kans is heel klein dat ze vandaag al komt. We hebben de afgelopen week ook de spullen voor de woonkamer en de keuken moeten zoeken maar Ella had zo weinig energie dat we het over de telefoon met haar hebben moeten doen. " hoe laat komen de verhuizers" vraag ik aan mijn oma. " Die komen over een uur dus als je nog veel moet doen zal ik maar opschieten" zegt ze. " Jah ik ben al bezig" zeg ik en prop een grote hap van mijn boterham in mijn mond. Ik pak nog een lege doos en stop daar nog de overige spullen die ik in mijn kamer vind in en stop vervolgens de laatste kleren in mijn koffer en maak die dicht. het is eindelijk officieel ik ga op kamers.

Terwijl de mannen mijn kamer aan het leeghalen zijn doe ik mijn schoenen aan. Ik stap in mijn zwarte hakken en pak dan mijn groene bomberjack van de kapstok. " Oma ik ga alvast met de trein naar Amsterdam om te kijken of Ella of Silver daar al is. Ik zie je daar" zeg ik en loop zonder een reactie te verwachten met mijn Telefoon, sleutels en OV in mij handen naar buiten. " Op naar mijn nieuwe leven" zeg ik tegen mezelf en stap in de lift.

" Met Dewie" zeg ik als Calum mij belt. " Hey wanneer komt je trein aan dan haal ik je op van het station" zegt hij. " Ik denk dat hij om half 2 aankomt " zeg ik. " Dan ben ik om half 2 op centraal" zegt hij. " Dat is goed" zeg ik en moet lachen ook al weet ik dat hij het niet kan zien. " Tot straks, ik hou van je" zegt hij. " Tot straks, ik hou ook van jou" zeg ik. Sinds een week hebben Calum en ik een relatie. Het daten ging niet zonder slag of stoten maar uiteindelijk zijn we toch bij elkaar beland en we geven echt heel veel om elkaar. Als ik zie op het bord dat mijn trein net aankomt begin ik te rennen en spring ik nog net op tijd mijn trein in. " Dat was ook maar net op tijd " zeg ik en ik zie dat heel veel mensen mij raar aankijken om de actie die ik net deed. Door de mensenmassa loop ik door de wagon. Ik probeer nog een plekje te vinden maar dat gaat helaas niet lukken.

" Hey" zegt Calum en slaat zijn armen om mij heen. " Hey" zeg ik en druk mijn lippen op zijn lippen. " Was het een vervelende reis" vraagt hij " Eerder een reis die ik net heb gehaald" zeg ik. " Hoezo" vraagt hij. " Omdat ik weer eens bijna mijn trein had gemist ik begin hier echt goed in te worden" zeg ik lachend. " En dat is ook echt de bedoeling" zegt hij. " Ja dat dacht ik in ieder geval" zeg ik. " Neh ik denk dat je hem maar gewoon moet halen dat lijkt mij het beste anders is het ook niet zo handig eh dan moet je allemaal weer wachten" zegt hij en pakt mijn hand vast. " zullen we maar naar het appartement gaan" vraagt hij. " Ja dat is goed ik weet alleen nog niet of er al iemand is maar de verhuizers van mij komen pas over een half uur dus laten we maar gaan voor ze voor een dichte deur staan" zeg ik.

" Hallo" roep ik door het lege appartement. Maar ik krijg geen reactie. " ik denk dat er nog niemand is" zeg ik. " Hallo" hoor ik dan ineens. " Hey Silver' zeg ik als ik iemand met blonde haren de hoek om zie komen. " Ja sorry ik hoorde je pas later ik weet niet wat ik heb maar ik ben niet goed aan het opletten" zegt ze. " Nee maakt niet uit is Mitchel er niet bij" vraag ik. "Nee hij had het druk met school zei hij maar hij zei wel dat ik aan het einde van de middag even zou komen tussen twee college's door" zegt ze. " Mooi ik heb hem echt al heel lang niet meer gezien dat word ook wel weer eens tijd" zeg ik. " ik denk dat je hem straks wel een beetje meer zult zien" zegt ze. " Ja en ik denk dat jij Calum een hoop zult zien" zeg ik en doe een poging dat Calum en Silver elkaar ontmoeten. " Hallo Silver" zegt Silver en reikt haar hand naar Calum uit. " Calum" zegt hij en pakt haar hand vast.