Eerst chatten

1.7K 53 17
                                    

Ik open de voordeur en laat Siebren eerst binnen gaan zodat ik de deur achter me weer kan sluiten.

'Je schoenen op de mat en je jas aan de kapstok,' zeg ik en ik doe zelf wat ik zeg.

Siebren doet het ook en dan neem ik hem mee naar de keuken.

'Wil je iets drinken?' vraag ik.

'Cola,' zegt hij en ik pak een glas voor hem en voor mij.

In de ene doe ik cola en in het andere water. Ik geef het glas met cola aan hem.

'We zullen naar boven gaan,' zeg ik en we wandelen de trap op, naar mijn kamer.

Mijn kamer is normaal, denk ik. De muren zijn blauw, want door die kleur val je makkelijker in slaap.

Alleen de muur waartegen mijn bureau staat is wit, maar dat zie je bijna niet door de tekeningen die ik er heb opgehangen.

Sommige zijn van mijn oma, zij kan als de beste schilderen, en sommige zijn van mezelf.

Ik hang meestal taferelen die ik wil onthouden op. Zoals het vakantiehuisje in Oostenrijk, twee jaar gelden, toen ik mijn ouders had gezegd dat ik op jongens viel.

Ik had er een jongen ontmoet die Nederlands was. Hij bleek op jongens te vallen en toen ik met hem had afgesproken, had hij me gekust.

Dat was over het algemeen mijn eerste kus. Ik heb nog even met hem contact gehad, maar hij kreeg een vriendje en toen zijn we gestopt met sturen.

'Heb jij dat getekend?' vraagt Siebren die naar een tekenen van mijn kamer wijst.

Die heb ik getekend toen ik de muren blauw wou verven, daarvoor had ik alleen maar witte muren. Ik wou gewoon nog herinneren dat mijn kamer er zo uitzag.

'Ja,' zeg ik en ik ga op mijn bed zitten die in het midden van de kamer staat recht voor de deur.

Mijn glas zet ik op mijn nachtkastje en ik leun tegen mijn bedrand.

'Ze zijn schitterend,' zegt Siebren zacht waardoor ik een beetje lach.

Er komen niet vaak mensen in mijn kamer dus dit is een beetje ongemakkelijk. Paul en Lauren zijn hier zelfs nog niet zo vaak geweest.

Ik ga meestal naar hen.

'Wat gaan we eerst doen?' vraagt Siebren dan en hij komt naast me zitten en neemt een slok van zijn cola.

'Heb je zijn nummer?' vraag ik.

'Ja,' zegt hij twijfelend.

'Je moet hem een bericht sturen,' zeg ik.

'Waar moet ik met hem over praten dan?' vraagt hij en hij haalt zijn gsm tevoorschijn.

'Waarover praat je met meisjes?' vraag ik.

'Dit is anders,' zegt hij en hij gaat naar zijn contacten.

'Wacht even,' zeg ik en hij stopt. 'Je wilt toch niet dat ik weet wie hij is, dus verander eerst zijn naam.'

'Juist,' zegt Siebren en hij doet wat ik zeg als ik een slok van mijn water neem.

'En nu?' vraagt hij.

'Stuur hem een bericht,' zeg ik.

'Oké,' zegt hij en hij laat zijn vingers over het scherm glijden, maar verwijdert het daarna.

Dat doet hij nog een paar keer.

'Was hij zat toen hij je gekust had?' vraag ik.

'Ja, ik denk het wel,' zegt hij.

'Dus hij weet het niet meer?' vraag ik.

'Dat weet ik niet,' zegt hij schouderophalend.

'Vraag hem hoe het met hem gaat,' zeg ik dan.

Siebren kijkt me vragend aan.

'Omdat hij waarschijnlijk hoofdpijn heeft. Als hij zegt dat het niet gaat, vraag dan of je hem een aspirientje moet brengen,' zeg ik.

'Is dat niet te direct,' zegt Siebren.

'Nee,' zeg ik en ik sta recht.

Als hij hier gaat chatten, dan ga ik even tekenen.

Ik pak mijn schetsboek uit mijn tas van mijn werk. Ik ga terug op het bed zitten en kijk naar Siebren. Hij glimlacht naar zijn gsm.

'Wat heeft hij gestuurd?' vraag ik.

'Hij zei dat ik hem wel een aspirientje mocht brengen,' zegt hij.

'Waar hebben jullie het nu over?' vraag ik.

'Dat ik het huis in m'n eentje nog heb moeten opruimen om vijf uur 's ochtends,' zegt hij.

'Heb je dat moeten doen?' vraag ik.

'Ja, net toen ik in mijn bed lag, kwamen mijn ouders terug,' zegt hij.

'En je was al rond twee uur in de Colruyt?'

'Ja, mijn ouders hadden me wakker gemaakt omdat we gingen ontbijten. Daarna gingen we naar de winkel,' zegt Siebren en dan zoemt zijn gsm.

Ik open mijn schetsboek en begin meteen te tekenen.

Langzaam komt er weer een beeld tevoorschijn. Deze keer is het mijn raam met mijn gestreepte sokken er nog net op. Mijn vloer is bezaaid met tekeningen want zo zag mijn kamer er gisteren nog uit.

'Wanneer gaan we nog eens afspreken?' vraagt Siebren.

'Maakt niet uit,' zeg ik en ik teken een nieuwe lijn.

'Wauw,' fluistert hij dan en zijn adem streelt mijn gezicht.

Ik kijk op en zie Siebren naar mijn tekening staren.

Meteen klap ik het schetsboek dicht.

'Wanneer kan je?' vraag ik.

'Euhm ... woensdag na school kan bij mijn thuis wel,' zegt Siebren dan en zijn ogen kijken me recht aan.

Ik wend mijn gezicht af en neem een slok van mijn drinken.

'Oké, stuur je adres door want ik moet eerst mijn zusje gaan ophalen en dan moet ik nog iets met oma regelen,' zeg ik.

'Ik ga wel mee je zusje halen,' zegt Siebren.

'Dat hoeft niet,' zeg ik.

'Ik sta erop,' zegt hij en zijn ogen kijken naar mij als ik hem even aankijk.

'Prima, woensdag voor school afspreken?'

'Oké,' zegt Siebren en zijn gsm zoemt weer.

Ik kijk hem nog even aan en open dan mijn schetsboek terug, maar deze keer stop ik mezelf in het hoekje van mijn bed zodat hij niet zou kunnen meekijken.

Paul en Lauren zien alleen de tekeningen die ik ophang, niet de tekeningen die ik in mijn schetsboek teken en dat geldt ook voor Siebren.

Twee JongensWhere stories live. Discover now