De serre

1.2K 50 4
                                    

'Mam?' zeg ik als iedereen zijn bord leeg heeft. 'Siebren en ik gaan even naar buiten.'

'O, mag ik mee?' vraagt Lenny enthousiast.

'Laat de jongens maar even,' zegt mam en Lenny slaat haar ogen neer.

'Je mag ons komen halen als het tijd is om te gaan,' zeg ik tegen Lenny.

'Oké,' zegt ze terug vrolijk. Siebren en ik staan recht en gaan naar de gang.

Ik geef hem zijn jas en hij pakt die aan nadat we onze schoenen hebben aangetrokken.

'Het regent wel,' zegt Siebren.

Ik kijk naar buiten en zie inderdaad dat er een paar regendruppels tegen het raam plakken en naar beneden glijden.

'We blijven ook niet lang buiten,' zeg ik.

Siebren fronst en ritst zijn jas dicht. Ik doe hetzelfde en dan neem ik zijn hand vast, gewoon, omdat het kan.

Zijn vingers verstrengelen meteen met de mijne en ik trek hem mee naar buiten, naar achterin de tuin.

'Pas op, er is daar een gat,' zeg ik en Siebren ontwijkt het.

Nog steeds heeft hij een frons op zijn gezicht staan.

Dan komen we aan bij de serre en Siebren probeert naar binnen te kijken, maar dat lukt niet door de regen.

'Een serre?' vraagt hij.

'Niet zomaar een serre. Kom, ik zal het je laten zien,' zeg ik en ik pak de sleutel uit het vogelhuisje wat er vlak naast staat.

Ik open de glazen deur en we stappen naar binnen.

De kleine verwarming zet ik aan en ik gooi mijn jas over de groene zetel. Siebren doet hetzelfde en kijkt de kamer rond.

Zijn ogen worden met de minuut groter en hij kijkt van mij naar alle tekeningen en terug.

'Heb jij dat allemaal getekend?' vraagt hij.

'Het meeste. Mijn oma's schilderijen staan vanachter en die van mijn opa hangen hier tussen. Het zijn er niet veel omdat ik er sommige thuis heb liggen,' zeg ik.

Siebren komt dichterbij staan en neemt mijn handen in de zijne.

'Hij is overleden, eh?' vraagt hij.

'Ja,' zeg ik knikkend.

'Sorry,' zegt Siebren en hij geeft me een kusje op mijn wang.

Dan draait hij terug om naar de tekeningen en houdt nog één hand vast.

'Je hebt me zeker niet zomaar naar hier meegenomen?' vraagt hij.

'Mijn oma zei dat je het wel wou zien en geloof me als ik zeg dat ze meestal gelijk heeft,' zeg ik.

Siebren kijkt naar me om.

'Zei ze nog iets?'

'Enkel dat je niet snel met iemand anders om zou gaan, maar misschien is dat niet helemaal waar,' zeg ik.

Ik laat maar even weg dat ze zei dat hij van me houdt. Dat zou ongemakkelijk worden.

'Mhm,' zegt Siebren en hij kijkt terug naar de tekeningen.

'Was je zenuwachtig voor de ontmoeting met mijn oma en papa?' vraag ik.

Hij haalt zijn schouders op en ik ga voor hem staan.

'Je kan het me zeggen, hoor,' zeg ik.

'Dat weet ik,' zegt Siebren en hij slaat zijn ogen neer. 'Ik was wel zenuwachtig, maar ik ben niet zo iemand van wie je dat verwacht, snap je? Dus kan ik het toch beter niet laten zien?'

Twee JongensWhere stories live. Discover now