- 6 - DEVANO

80 16 19
                                    

Tante Josefien was heel simpel gezegd een rotwijf

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Tante Josefien was heel simpel gezegd een rotwijf. Ome Willem was niet meer dan een eikel. Hij had geen idee waarom ze hadden toegestaan dat zijn zusje en hij bij hen zouden komen wonen, maar hij wist zeker dat het niet vanuit de goedheid van hun hart was. Ze waren niet bepaald de types die kinderen hadden. Er was waar waarschijnlijk ook een reden dat de oude heks en de chagrijnige brombeer geen kinderen hadden genomen in hun gouden jaren. Die jaren waren nu sowieso voorbij, dus waarom ze nu hadden besloten om hun neefje en nichtje bij hen te laten wonen, was hem een raadsel.

Ze zaten nu beneden lekker te drinken met een stel vrienden, maakten lawaai, ondanks dat het een doordeweekse dag was en Angelica morgen weer naar school zou moeten. Hij moest ook, maar vaak deed hij liever andere dingen dan school. Het was niet alsof zijn lieftallige oom en tante ook maar een zak gaven om wat hij deed met zijn leven. Alle aandacht ging naar het vergallen van het leven van Angelica. Zijn arme zusje had waarschijnlijk nog geen oog dichtgedaan.

Ze waren rot, maar ze waren niet dom. Ook zij wisten dat hij hen niet nodig had om zijn leven te vergallen, dat kon hij prima zelf.

Hij draaide zich om in zijn harde bed en keek naar het kleine wekkertje op zijn nachtkastje. De wekker was rond en rood, met twee blauwe bellen bovenop die rinkelden als het zilveren staafje tussen de bellen heen en weer zou gaan. Het was een vreselijk hoog gerinkel en hij had ondertussen bijna PTSS ontwikkeld van het geluid. Toch was het handig om te kunnen zien dat het ondertussen elf uur 's avonds was, wat ver na de bedtijd van Angelica was.

Hij lag op bed met de oordoppen van zijn walkman in zijn oren. Hij was eeuwig dankbaar voor de walkman die hij ooit van Merita had gekregen voor zijn verjaardag. Al helemaal omdat hij wist wat ze ervoor had moeten doen. Destijds had hij eerst geweigerd, omdat hij eigenlijk helemaal niet wilde dat zijn zus dat moest doorstaan om voor hen te zorgen. Hij kon zelf ook een baantje krijgen. Ze had zijn protesten in de wind geslagen en had schouderophalend verteld dat ze de walkman nu toch al had gekocht. Als hij het nu niet aan zou nemen, zou het allemaal voor niets geweest zijn. Hij was dankbaar, absoluut, maar het voelde gek om zo'n cadeau aan te nemen van zijn zus.

De muziek van The Offspring drong door tot op zijn botten. Zij waren het enige dat tussen hem en het geschreeuw en gelach beneden in stond. Het was apart, want waar hij vroeger hun muziek had om de pijn van zijn moeder buiten te houden, had hij het nu om het geluk van anderen buiten te houden. Het waren de teksten die hem altijd weer een beter gevoel konden geven. Om van anderen te horen dat hij wel oké was, voelde enorm goed. Muziek kon hem zelfs als hij in het diepste dal lag nog iets hoger tillen. Het was alsof hij zweefde als hij luisterde naar de gitaarriffen en de rauwe stemmen en als hij zweefde, oh, dan wilde hij niets liever dan blijven zweven. Om nooit meer de grond te raken.

Zelfs met zijn walkman op z'n luidste volume, hoorde hij echter de schrille stem van zijn tante en de bulderende lach van zijn oom. Niets was erger dan niet kunnen genieten van zijn muziek. Na een tijdje te hebben gelegen in ergernis, besloot hij dat het genoeg was en stond hij op. Stilletjes sloop hij naar de kamer van zijn zusje en keek hij door het kiertje van haar deur. Ze lag op haar rug naar het plafond te staren.

Vier kleine geheimpjesWhere stories live. Discover now