- 15 - RODNEY

27 7 4
                                    

Hij herkende de woede in de ogen van het kleine meisje dat naast hem op de bank zat – zelf voelde hij die woede namelijk ook

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Hij herkende de woede in de ogen van het kleine meisje dat naast hem op de bank zat – zelf voelde hij die woede namelijk ook. Al jaren had hij diezelfde blik in zijn ogen, eigenlijk al lang voor hun moeder was overleden. De woede was altijd onderdeel van hem geweest, deel van de nalatenschap van zijn vader waarschijnlijk. Een knetterend haardvuur in zijn lichaam, eeuwig brandend en altijd klaar om te ontvlammen.

Zo was hij altijd al geweest en dat had hij ondertussen wel geaccepteerd. Hij kon ook niet anders dan het accepteren, zeker niet nu hij zijn schuld aan het afwerken was bij Kale Joopie. Ja, de woede zat in hem en zou er waarschijnlijk ook nooit meer uit gaan.

Zijn zusje was echter anders dan hij. Dat was ze altijd al geweest. Ze was een bundel van vrolijkheid geweest. Zo'n persoon die de kamer altijd een tintje lichter maakte als ze binnen kwam lopen. Het meisje dat glimlachjes op de gezichten van mensen toverde zonder daar moeite voor te hoeven doen. Zijn zusje had een soort magische kracht, waarbij ze iedereen die met haar praatte weg kon laten gaan met een beter gevoel. Dit wist hij uit ervaring, want de enige tijd dat die woede niet aanwezig was, was als hij met haar was. Als hij de sprankeling in haar ogen zag en haar kakelende lach door het huis hoorde galmen.

Sinds drie maanden woonde ze hier weer en eigenlijk had hij al drie maanden die lach niet gehoord. Hij had de sprankeling in haar ogen niet gezien. Hij voelde zich niet meer beter als hij met haar had gepraat en zij liet geen lichten meer branden door de ruimte in te lopen. Het was alsof ergens in zijn zusje een knopje was omgeslagen toen ze was weggelopen bij haar oom en tante. Een knopje dat hij had geprobeerd weer aan te zetten, maar wat eigenlijk permanent gebroken leek te zijn.

Ze ging niet meer naar school, weigerde met hem naar haar oom en tante te gaan om te praten en werd boos op hem als hij vroeg naar de reden dat ze was weggelopen. Altijd mompelde ze wat over dat het dezelfde reden was als Devano, maar aangezien niemand Devano nog had gesproken na die fatale dag, wist hij niet wat dat betekende. Hij had geprobeerd haar geheim uit haar te krijgen, maar ze zat potdicht. Hoe hard hij ook zijn best deed, ze liet hem niet in de buurt komen.

En helaas was het opgevallen. Helaas was het opgevallen dat het meisje niet meer op school was komen opdagen en helaas was er een melding gemaakt bij de leerplicht. Ze waren naar hun oom en tante gegaan, maar toen het meisje daar niet werd gevonden en haar oom en tante inderdaad zeiden dat ze was weggelopen, was er een opsporingsalarm gekomen. Zijn buurman had hem verteld dat ze hem voor ontvoering vast zouden kunnen zetten als ze erachter zouden komen.

Wist hij veel.

En daarom zat het meisje dat bijna drie jaar geleden hun leven had verwoest weer voor hen op de bank. Dezelfde stomme bril op haar hoofd en hetzelfde domme kapsel. Nog altijd had ze die vriendelijke ogen die meelevend stonden. Hij wist echter wat dit meisje kon doen, welke kracht zij had. Hij was niet meer dezelfde opvliegende jongen van toen. Hij was een man nu, een volwassene, iemand die de afgelopen drie maanden had gezorgd voor zijn kleine zusje. Hij wist dat hij had gedaan wat hij kon, maar toch liep de vrouw hem al bijna een half uur de les te lezen. Stilletjes luisterde hij toe, maar de woorden gleden als regendruppels op een paraplu van hem af. Ze wist het niet. Ze wist niet hoe moeilijk het was geweest. Hij had alles gedaan wat hij kon en niemand had het beter kunnen doen dan hij.

Vier kleine geheimpjesWhere stories live. Discover now