- 48 - MERITA

42 7 13
                                    

Met de warme hand van haar zoontje in die van haar stond ze voor het enorme landhuis dat omringd werd door natuur

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Met de warme hand van haar zoontje in die van haar stond ze voor het enorme landhuis dat omringd werd door natuur. Haar zoontje, ja, zij moest er ook aan wennen, maar Jaz was duidelijk geweest dat hij geen meisje wilde zijn. Huilend had hij haar gesmeekt om weg te gaan bij Marc, om zijn haren te knippen en zijn jurken thuis te laten. Hij wilde gewoon zichzelf zijn. Hij wilde gelukkig zijn en na die avond waar Marc zijn handen op hem had gelegd, wist Merita ook dat het niet anders meer kon.

Marc was er voor haar geweest toen ze hem nodig had gehad, maar hij was niet langer dan man waar ze verliefd op was geworden. Niet langer de man die een goede vader was voor hun kind. Als hij hun zoon niet kon accepteren zoals hij was, dan kon ze niet anders, want aan het einde van de streep was er altijd maar één ding geweest dat uit had gemaakt. Van alle dingen op de wereld, was maar één ding belangrijk geweest.

En dat was Jaz.

Ze haalde diep adem en keep even in de hand van Jaz. Eerst keek ze naar haar zoontje, pas toen naar de betoverende omgeving waar ze stonden. De bomen stonden in een kringetje om het landhuis heen, perfect in een cirkel. Ze waren de meeste bladeren verloren, maar zagen er ondanks dat niet minder indrukwekkend uit. De bevroren grond onder de boven had een laagje oude bladeren verzameld. Het gras was ondanks de strenge winter groen, bedekt met een dun laagje sneeuw. Sneeuwklokjes waren de enige oneffenheden die met het oppervlak braken. Maar zelfs deze kleine imperfecties straalden perfectie uit. Het geheel schreeuwde paradijs. Het schreeuwde veilige haven. Het fluisterde haar naam.

Het bos zoemde van het leven om hen heen. Ze draaide zich om, starend naar het bladerdak, zoekend voor de vogels die stilletjes zongen. De zon brak door de gaten en lichtte het zandpad voor hen op. Gedecoreerd door overgroeide wortels, wilde bloemen en gevallen bladeren die onder haar ballerina's knarsten. Misschien was het ook de sneeuw die knarste, ze wist het niet zeker.

Ze snoof en een aangename pijn ontstond in haar neusgaten. De koude lucht brandde in haar neus, maar de aangename geur maakte alles goed. Oud hout en nat gras, de geur van het bos op een mooie winterdag. Elke ademhaling was als water, vers en reinigend, vrijelijk stromend in haar longen. De lucht was stralend blauw en de zon was net opgekomen. Deze nieuwe wereld leek hen met open armen te ontvangen.

En toch was ze bang.

Ze was zo ontzettend bang om voor het eerst in haar leven echt alleen te zijn. Altijd was ze beschermd en pijn gedaan door mannen. Toen haar vader wegging, nam Rodney die taak over. Niet veel later volgde Marc. Altijd had ze mannen in haar leven gehad die haar tegelijk beschermden en in gevaar brachten. Mannen die buitenshuis haar beveiliger waren, maar binnenshuis haar martelaars.

Ze was bang, ondanks dat dit haar veiligheid zou brengen. Ze was bang, ondanks dat ze haar zoon aan haar zijde zou hebben. Ze was bang, ondanks dat dit misschien wel haar laatste kans zou zijn op geluk – een toekomst. Dit zou betekenen dat ze eindelijk niet meer op haar tenen hoefde te staan om vooruit te kunnen staren. Dat ze niet meer in de toekomst hoefde te turen, maar nooit vooruit te durven lopen. De toekomst lag daar namelijk, in dat huis, voor het oprapen.

Vier kleine geheimpjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu