- 10 - DEVANO

74 19 20
                                    

Het was die dag weer waarop hij het gevoel had dat hij verdronk, de kou van het water was het enige dat hij kon voelen

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Het was die dag weer waarop hij het gevoel had dat hij verdronk, de kou van het water was het enige dat hij kon voelen. Hij wilde niet meer bewegen en op dat moment had hij al zijn energie nodig om goede keuzes te maken – om zich om te draaien en de zuurstoftank te pakken om een hap naar lucht te kunnen doen. Voor hem was die hap naar lucht altijd al muziek geweest. Het gaf hem de gedachten die hij nodig had, dat hij iemand was die het verdiende om blij te zijn. Zonder Greenday, Linkin' Park en The Offspring zou hij allang al verdronken zijn.

Het was altijd genoeg geweest om gewoon te ademen onder water, maar ondertussen raakte zijn zuurstoftank leeg en begon hij ademloos te worden. In het diepe water, zonder zicht, want zijn masker was hij allang verloren. Zonder buddy, want zijn partners waren niet meer zichtbaar. Hij was alleen op de bodem van de oceaan en de enige manier waarop hij dit kon overleven, was als hij naar het oppervlak zou zwemmen. Het punt was alleen dat hij al zo lang onder water had gelegen, dat hij geen idee meer had van wat aan het oppervlak te vinden was. Het kon prachtig weer zijn, maar het kon net zo goed een storm zijn.

Hij had beneden gezeten die dag, terwijl Angelica in haar kleurboek had getekend met ome Willem. Hij had geluisterd naar Willem die haar had verteld dat ze niet zo donker moest krassen en dat ze vrolijke kleuren moest gebruiken. Hij had geluisterd naar Angelica die uitdagend had gezegd dat ze geen vrolijke kleuren meer wilde gebruiken. Hij had geluisterd naar tante Josefien die hem een vraag had gesteld, waarop hij niet had gereageerd. Hij had geluisterd naar hoe hij een uilskuiken werd genoemd en hoe hij voor de zoveelste keer dom werd genoemd. Hij had geluisterd naar haar woorden over dat hij een sukkel was dat hij slechte cijfers had gehaald op school en geen vervolgopleiding was gaan doen. Hij had geluisterd naar tante Josefien die steeds harder was gaan schreeuwen en was tot een belangrijke realisatie gekomen.

Hij was achttien. Hij hoefde dit niet meer. Angelica was gelukkig hier en kwam voor zichzelf op. Tegen haar werd niet geschreeuwd. Ze wat een beetje opstandig, maar dat was ieder meisje van elf. Hoewel haar recente knipbeurt niet succesvol was geweest, had het hem verteld dat ze hem niet meer nodig had. Ze zou het aan hem gevraagd hebben als ze hem nodig had gehad. Hij kon gewoon een baan zoeken en haar uiteindelijk ophalen hier als ze oud genoeg was. Hij hoefde niet meer in deze hellepoel. Hij kon weg. Hij was vrij.

Hij was de trap opgerend en had zijn deur dichtgegooid, woedend gooide hij zijn rugtas op zijn bed. Hij kon het niet meer. Eeuwig afgekat worden, altijd te horen krijgen dat hij niet goed genoeg was, toe moeten kijken hoe zijn zusje steeds verder bij hem wegtrok. Hij kon hier niet meer wonen. Dit was nog erger dan thuis. Daar hadden ze in ieder geval nog gelukkige tijden gehad als hun vader niet dronken was. Hier was hij altijd miserabel.

Zelfs al was hij heel even gelukkig, dan zorgde tante Josefien er wel voor dat het geluk van korte duur was.

Al anderhalf jaar had hij haar emotionele mishandeling op zich genomen, puur en alleen zodat hij bij Angelica kon blijven. Hij zag haar echter terugtrekken als hij naast haar bed kwam zitten om haar in te stoppen. Hij kon zien hoe ze steeds vaker zijn blikken ontweek als hij ze probeerde te vangen. Hij voelde hoe ze naar hem staarde als ze dacht dat hij niet keek. Het kon ook niet anders, ze was pas acht geweest toen ze hier waren gekomen. Anderhalf jaar hadden ze op haar kunnen inpraten. Anderhalf jaar hadden ze in ieder geval op hem ingepraat.

Vier kleine geheimpjesWhere stories live. Discover now