- 39 - RODNEY

29 10 2
                                    

Op sommige dagen leek het goed te gaan met zijn kleine zusje

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Op sommige dagen leek het goed te gaan met zijn kleine zusje. Soms, heel soms, als hij haar zover kreeg om dat kraakpand te verlaten en een kopje koffie met hem te drinken, kon hij de jeugdige pret in haar ogen ontdekken. Dan kon hij de blauwe lucht in haar ogen zien weerkaatsen. Als ze dacht dat hij niet keek, kon hij haar zien glimlachen. Dan kon hij even zijn eigen problemen vergeten en gewoon haar vreugde voelen. Soms, heel soms, leek ze bijna gelukkig als ze samen waren.

Dat waren echter kleine, vluchtige momenten. Bitterzoete seconden die altijd weer voorbij gingen, want steeds weer als die sprankeling in haar ogen plaatsmaakte voor de doffe blik die ze normaal gesproken had, wist hij dat het geluk nep was. Dat ze alleen maar lachte omdat de drugs haar verdriet onderdrukten.

Zijn zusje had haar blonde haren in een knot op haar hoofd gedaan en had een lange trui aangetrokken, ondanks dat het hartje zomer was. Hij wist dat dit was om de naaldensporen in haar armen te verbergen. Ze had een grote zonnebril op haar neus, zodat hij de doffe blik in haar ogen niet hoefde te zien. De roze blosjes die ze ooit op haar wangen had gehad, waren verdwenen en hadden plaatsgemaakt voor ingevallen wangen en een grijze gloed over haar huid. Het zag er ongezond uit, maar toch ontdekte hij een kleine glimlach terwijl de zon op haar gezicht scheen.

"Hoe gaat het nu met je, Ang?" vroeg hij, waarna hij een slokje nam van zijn koffie.

Zwart. Geen suiker of melk. Hij wist dat het in zijn hoofd zat, maar hij had de bittere smaak nodig om het gevoel te hebben dat de cafeïne iets voor hem deed.

"Altijd goed met slechte mensen," zei ze met een trieste glimlach.

Een steek van verlies ging door zijn hart bij het horen van die woorden. Hij probeerde haar blik te vangen, maar vanachter haar zonnebril kon hij zien dat ze van hem weg keek. Ze keerde haar hoofd naar de zon en deed alsof ze immens aan het genieten was van het weer. Misschien deed ze dat ook wel, dat wist Rodney niet, maar hij wist wel dat ze alleen de zon in keek zodat ze hem niet onder ogen hoefde te komen.

"Je bent geen slecht mens," reageerde Rodney serieus. "Slechte dingen zijn jou overkomen."

"Slechte dingen zijn jou ook overkomen en met jou gaat alles ook prima," zei ze bitter. Afwezig begon ze op haar nagels te bijten, haar blik op iets in de verte gericht.

Steeds weer als hij zijn zusje zo zag, voelde hij een enorme schuld. Hoe kon hij werken voor de mensen die drugs verkochten als zijn eigen familie zo kapot ging aan hetzelfde spul. Hoe kon hij zijn geld verdienen aan het poeder dat zijn zusje zou gaan vermoorden. Misschien niet nu, maar ooit zou het fout gaan. Dan zou ze iets kopen van de verkeerde persoon of te veel spuiten. Hij zou het zichzelf nooit kunnen vergeven als er iets met haar zou gebeuren.

Misschien was dat ook wel de reden dat hij zo zijn best deed voor haar, zelfs al gaf ze hem er geen reden voor.

"Geloof mij, Ang," zei Rodney triest, "met mij gaat niet alles prima."

Vier kleine geheimpjesWhere stories live. Discover now