Hoofdstuk 7

257 25 6
                                    

Ik lig op de grond met een bebloed gezicht en mijn hele lichaam doet pijn. Mijn handen zijn nog steeds op mijn rug gebonden. Ik kijk Joris die voor me staat met een oog aan, want het ander is zo opgezwollen dat ik er niks meer mee kan zien. 'Geef toch op...' Zeg ik zacht 'Het heeft toch geen nut meer' Ik lig hier al meer dan drie uur, geslagen en geschopt door Ljords. 'En waarom zou ik?' Zegt Joris vals. Ik lik over mijn uitgedroogde lippen en proef de ijzeren smaak van bloed. 'Omdat het geen zin meer heeft' zeg ik hoestend. 'Ga door?' Zegt Joris verveeld. 'Ze zijn allang weg!' Zeg ik nu iets harder. 'Ze zitten lang en breed in Nieuw-Falmar!' Oeps... Ach het maakt nu toch niet meer uit. Joris vloekt binnensmonds. Hij knielt weer voor mij en zegt fluisterend 'Als je me nog een keer zo'n truc flikt dan kom je er niet zo gemakkelijk vanaf.' Hij staat op en schreeuwt 'MANNEN, BIJ DE POORT VERZAMELEN! WE GAAN TERUG!' En hij loopt samen met zijn soldaten weg. Ik blijf daar zeker nog een halfuur liggen voordat ik durf op te staan. Krampachtig probeer ik mezelf omhoog te werken, maar het doet te veel pijn, en mijn geboeide handen helpen ook al niet. Met een kreun zak ik weer op de grond. Dit gaat nooit lukken. Ik sluit mijn ogen en probeer met snelle kort teugen te ademen, want zodra mijn borstkas overeind komt doet mijn hele lichaam pijn. Ik probeer de pijn buiten te sluiten en op een of andere manier lukt het me om in slaap te vallen.

Ik schrik wakker, en meteen begint mijn hele lichaam pijn te doen. De zon staat al laag, maar toch heb ik het heel heet. Mijn tong voelt van rubber. Ik sluit mijn ogen weer, maar doe ze meteen open als ik voetstappen hoor. Voor mij staat MyrEva. Haar vlammende haren wapperen achter haar aan als ze naar mij toe sneld. Haar zonsondergang oranje jurk kreukt als ze naast mij komt zitten. 'Oh Dyla, wat heb je nou gedaan! Je ziet er vreselijk uit!' Zegt ze medelijdend. Ik probeer te glimlachen als teken dat het wel gaat, maar krimp ineen door de pijn. Eva is de enige god die mij af en toe komt opzoeken, de andere zijn altijd met "belangrijkere" dingen bezig. Zij is eigenlijk ook de enige god die niet vermist was, maar Eleios had haar opgedragen om zich te verstoppen in Elementos tot hij terug kwam. Sinds die komt zij mij af en toe bezoeken. Eva schuift haar armen onder mij en tilt me op alsof ik niet meer weeg dan lucht. Ze loopt een van de weinig gebouwen in die nog overeind staat en legt me daar op een bed. 'Waar heb je pijn?' Vraagt ze als ze me hoort kreunen. 'Dat hoeft echt niet.' Zeg ik terwijl ik haar uitgestoken hand wegduw. Meteen slaak ik een gilletje van de pijn. Ik zag dat Eva nu boos werd. 'Jawel!' Zegt ze boos. 'Kijk hoe je erbij ligt!' Ik zucht en zeg weer 'Het hoeft echt niet.' Toen was het korte lontje van Eva op. Haar ogen spuwden vuur. Ze pakt mijn schouders en kijkt mij aan. 'Waar.heb.je.pijn?!' Roept ze in mij gezicht. Ik sla nog een gilletje als de handen van Eva mijn huid verbranden. 'Waar!?' Roept ze 'Eva...' Kreun ik zachtjes 'Je handen...' Ze kijkt verward naar haar handen en deinst dan achteruit. Ik laat een zucht van verlichting. 'Dyla..' Zegt ze zacht.'Maakt niet uit, het is mijn schuld.' Onderbreek ik haar. Ze gaat weer naast mij staan en ik zie het schuldgevoel in haar ogen. 'Mijn ribben..' Zeg ik. Ze kijkt me verbaasd aan 'Mijn ribben, ik denk dat er een is gebroken.' Eva legt haar hand voorzichtig op de plaats waar mijn ribben zitten. Ze sluit haar ogen en ik kan de concentratie van haar gezicht aflezen. Na een paar minuten open ze haar ogen en trekt haar hand weg. Meteen voel ik een gevoel van opluchting in mijn borst. Ik hap meteen naar adem en adem met diepe teugen lucht in. Eva kijkt mij blij aan. En ik kan het niet laten om terug te glimlachen. 'Waar nog meer?' Vraagt ze.

Als ze mijn voet, arm en hoofd ook heeft genezen zeg ik dat ze moet stoppen. Ze kijkt verbaasd, maar ik kijk haar gebiedend aan. 'Maar moet ik niet nog...je gezicht doen?' Zegt ze onzeker. Ik schud mijn hoofd. Ik weet dat mijn gezicht er waarschijnlijk vreselijk uitziet maar ik wil Eva niet nog meer uitputten. 'Ik wil niet dat je zometeen overvallen word en dat je je niet meer kunt verdedigen' Eva zucht 'Kom op...' Ik duw mezelf omhoog en ga op de rand van het bed zitten 'Nee!' Zeg ik. Ik sta op van het bed en loop de deur uit. 'Dyla!' Roept Eva me achterna. Ik been naar het kasteel en hoor Eva me inhalen. Ik merk dat ik al snel buiten adem raak en leun tegen een muurtje om op adem te komen. 'Je weet toch hoe het werkt?!' Zegt Eva boos 'Ik kan het helen maar je hebt er last van en je moet er niet te veel mee doen!' Ik kreun 'Er is mij geen leven gegund waarin ik kan uitrusten, dat weet je toch?!' Zeg ik geïrriteerd. 'Misschien is het beter als je terug gaat naar Elementos, ik wil niet dat Eleios boos op je word omdat je mij helpt.' Nu is het Eva die geïrriteerd is. 'Weet je het zeker?' Vraagt ze. Ik knik. 'Nou, tot de volgende keer dan. Kom je weer snel naar Elementos?' Ik knik, ondanks dat ik weet dat dat waarschijnlijk een leugen is. Ik heb de komende tijd geen tijd. Ik zwaai naar Eva en draai me om om verder te lopen naar de troonzaal. Ik hoor Eva nog vaag doei roepen, maar als ik omkijk is ze al verdwenen. Ik loop, nu langzaam, richting de troonzaal, en hoop dat er nog een postduif in leven is waarmee ik een brief naar Cemal kan sturen. Ik wil net de half verwoeste troonzaal binnen lopen, als ik links een beweging zie. Ik draai me als gestoken om en zie de persoon wegrennen. Ik ren hem achterna, maar raak hem snel kwijt. Ik vloek binnensmonds. Normaal had ik de persoon zeker ingehaald, maar door de half geneezde wonden lukte het niet. Ik draai me om en loop weer de troonzaal binnen. De persoon leek een soort dief, of insluiper of ninja ofzo. Ik loop een van de trappen op en vind de kamer met de postduiven. Gelukkig is alles nog intact. Ik pak een stuk papier en een potlood en schrijf in het kort de gebeurtenissen op, natuurlijk laat ik het stuk met Eva weg. Ik pak de grootste en sterkste duif en bind het kleine rolletje papier aan zijn poot. 'Koning Cemal' fluister ik in zijn oor. 'Nieuw-Falmar' voeg ik er nog snel aan toe voordat ik de duif uit het raam omhoog gooi. Nu is het wachten op hulp.

1192 woorden!! Wie zou die geheimzinnige insluiper zijn?😝De nieuwe god, MyrEva, gaat zeker nog vaker voorkomen, en ik vond het erg leuk om te schrijven. Als er nog meer mensen zijn die erin willen, zeg het even in de reacties!!

Gevonden door mijn broer (the kingdom)Where stories live. Discover now