Hoofdstuk 15

199 25 3
                                    

POV Dyla

Met een ruk kom ik terug naar de werkelijkheid. Ik zit weer met mijn handen vastgebonden voor de tronen, waarvan er een leeg is. Er staan tranen in mijn ogen, en ondanks dat ik ze echt probeer in te houden rolt er een traan over mijn wang. Ik wil deze herinneringen niet meer. Ik wil er niet aan herinnerd worden hoe makkelijk en vredig alles vroeger was. Ik wil dit niet meer. Ik kijk op naar David en zie dat ook hij peinzend naar de troon staart. Nou....peinzend.... misschien voor degene die hem niet kennen, maar ik zie verdriet in zijn ogen. Als hij naar mij kijkt ziet hij het zelfde. Er is een korte stilte, waarin ik de tranen die over mijn wangen rollen probeer te stoppen. 'Jullie kunnen gaan' zegt David tegen de bewakers. Zij kijken hem verbaasd aan. 'Maar koning...' Begint de ene bewaker. 'Je hebt haar toch gefouilleerd? Dan kan je gaan!' De bewakers twijfelen even, maar gaan dan naar buiten. David staat op van zijn troon en zegt 'Sta op' ik sta op en hij trekt me mee een zijkamer in. Daar gaat hij achter een bureau zitten en ik ga aan de andere kant zitten. Ik probeer alle herinneringen van vroeger weg te halen, maar hoe vaak ik David ook aan kijk, ik kan hem niet als mijn vijand zien. 'Weet jij iets van Eclypsa?' Vraagt David bezorgd. 'zie ik eruit alsof ik iets van haar gehoord heb?' zeg ik met tranen in mijn ogen. 'Ik heb zelfs Eleios al niet meer gezien sinds......' Ik weet niet wat ik moet zeggen. David kijkt mij verbaasd aan 'Echt? Ik heb Eleios laatst nog gezien!' Ik antwoord niet, maar van binnen ben ik woedend. Hij kon wel twee keer voor David verschijnen, maar niet één keer voor Eva?!? De Eva die alleen achter is gelaten op Elementos?! Ik haal weer diep adem en zeg met bevende stem 'David, waar is Myrthe?' Deze keer twijfelt hij met het antwoord, en dit bevestigde mijn vermoedens. Toen ik in de troonzaal vroeg waar Myrthe was zag ik ook een kleine aarzeling, maar nu weet ik het zeker. Net als David wil antwoorden zeg ik 'Ze is helemaal niet in Entropia' ik zie een flits van verbazing over David's gezicht flitsen, voordat hij me aankijkt alsof ik iets heel raars heb gezecht. 'Hoezo dat?' Vraagt hij zogenaamd verbaast. Ik schud langzaam mijn hoofd. Met mijn hand pak ik een klein mesje uit mijn mouw, verborgen achter twee knopen. 'Hoezo denk je dat?' Zegt David weer. Ik snijd het touw om mijn polsen met zo min mogelijk beweging door. 'Weet je David, toen ik hier aan kwam dacht ik alleen maar aan vroeger' begin ik 'en zelfs in Jenava dacht ik er soms aan, maar nu terug, hier, met jou, weet ik weer waarom ik weg ben gegaan.' Ik voel dat de touwen los zijn en spring op. Meteen pak ik een mes uit mijn broek en richt deze op David, die geschrokken achteruit deinst. 'Ik heb er echt over gedacht in Jenava, echt!' Zeg ik met tranen in mijn ogen. Ik werp nog een blik op David en ren dan de kamer uit. Een klein moment sta ik stil, ik weet dat voor de troonzaal bewakers staan, dus daar kan ik niet heen. Mijn oog valt op de trap aan mijn linker kant en ik herinner me dat hij naar een toren leid. Ik ren de trap op en hoor David achter me schreeuwen en hoor de bewakers de zaal in rennen. Ik sprint de trap op en ga door de deur de toren in. Als ik daar binnen ben besef ik dat ik in de val zit. Geen deur, geen trap omlaag, alleen een smal raam.Ik ren er naartoe en kijk naar buiten. Het is hoog, heel hoog. De muren zijn spekglad en hebben nergens uitsteeksel. Achter me hoor ik mensen de trap opstormen, en ik weet dat het over is als mijn blik op het meertje onder de toren valt. Het is alles of niets. Ik wurm me door het venster en twijfel. Ik weet niet hoe diep het meertje is, voor hetzelfde geld sla ik te pletter. Maar dan hoor ik de deur achter me, en ik spring.

Tamtamtamtaaaam. Niet echt een klifhanger maar maakt niet uit, heeft iemand van jullie nog ideeën voor wat er kan gebeuren? Stuur me een berichtje! (Beetje inspiratieloos)

Gevonden door mijn broer (the kingdom)Where stories live. Discover now