Hoofdstuk 42

122 18 1
                                    

POV Dyla

Grijnzend kijk ik naar de bosjes, waarvan de takken net een beetje uit elkaar staan.
Alsof ik niks door heb loop ik verder, tot ik direct naast de bosjes sta. Dan spring ik opeens tussen de bosjes, waarbij ik kei hard boe roep.
Met een gil valt Othello achterover.
Meteen schiet ik in de lach, terwijl ik Othello overeind help.
'Niet eerlijk' mompelt hij.
'Oh? En waarom niet?' Vraag ik terwijl we uit de bosjes stappen.
'Jij bent hier veel te goed in!'
'En misschien wordt jij dat ook wel als je genoeg oefent'
Hij kijkt me raar aan
'Oefenen in verstoppertje spelen?'
Ik schud mijn hoofd, alsof ik daar mijn tijd aan zou verspillen!
'Oefen in de beste spioneer plekken zoeken en oefen in spoorzoeken'
Othello draait met zijn ogen, waardoor ik weer in de lach schiet.
Ook hij begint te grinniken, wat al snel overgaat in een lange gaap.
Ik kijk naar de zon, en zie dan pas hoe laag die al staat. De lucht word al rood.
Ik kan niet geloven dat ik zojuist een hele dag met een kind gespeeld heb.
Dyla, die op dit moment juist zoveel problemen heeft, speelt verstoppertje met een negen-jarige.
Zodra ik dit denk valt de glimlach van me af, en ik besef weer wat er voor vandaag gebeurt is.
'Dyla, is er wat?' Hoor ik Othello vragen, en ik kijk naar zijn bezorgde gezicht.
Snel forceer ik weer een glimlach, waarbij ik mijn nee-schud.
'Nee, ik bedacht alleen dat het al laat word, en dat je vader waarschijnlijk ongerust is.'
Weer moet Othello gapen, en hij knikt.
Ik pak zijn hand en trek hem mee naar de uitgang van de tuinen.
'En niet in slaap vallen..' grinnik ik 'ik ga je niet tillen'

Even blijf ik voor de troonzaal staan, aarzelend of ik mee naar binnen ga.
Ik ben al blij dat we op de weg hiernaartoe geen Entropianen zijn tegengekomen, ik heb geen zin in een horde van mensen die me achterna loopt en over me zit te fluisteren.
Maar als ik naar de slaperige Othello zit te kijken, die zijn ogen al half dicht heeft, besluit ik naar binnen te gaan.
Nog voordat ik helemaal binnen ben wordt ik al tegengehouden door twee bewakers.
'Halt' zegt een van hun, terwijl ze me de weg versperren.
'Ik wil graag koning David spreken, en ik neem aan dat jullie weten wie ik ben?'
Ik zie dat de bewaker eerst een blik uitwisselen voordat een van hun verdergaat.
'En wie is hij?' Vraagt de bewaker terwijl hij richting de slaperige Othello knikt.
'Hij is een...vriend' antwoord ik rustig.
'De koning neemt alleen bezoek aan op afspraak, kom morgen maar terug'
Ik voel mezelf vanbinnen weer boos worden. Het is laat, ik ben moe, en ik heb geen geduld meer.
'Luister eens jij....' begin ik nijdig, maar mijn stem word onderbroken door een andere. Die van David om precies te zijn.
'Wat is hier aan de h...' begint hij, terwijl hij om de hoek gelopen komt. De bewakers schieten meteen in de houding. Zijn blik blijft een paar seconden op mij rusten, om vervolgens naar Othello te glijden.
'Plaats rust mannen, ze mogen erdoor'
Ik kijk de bewakers nog even aan voordat ik doorloop. David heeft zich alweer omgedraaid en loopt door een deur, waarachter een kleine vergader zaal ligt.
Voorzichtig help ik Othello in een stoel, waarnaar hij meteen met zijn hoofd op tafel in slaap valt.
David neemt plaats aan het hoofd, en ik ga op een van de stoelen aan de zijkant zitten.
'Wat doe jij hier met...hem?' Zegt David met een neutrale toon.
Aan zijn gezicht kan ik zien dat hij niet is vergeten wat er gisteravond is gebeurt.
'Maak je geen zorgen, ik weet wie Othello is.'
De spanning zakt een beetje weg uit Davids ogen, maar ik zie dat hij nog steeds waakzaam kijkt.
'Als je weet wie Othello is, en je weet waar hij vandaan komt, dan besef je ook dat we een probleem hebben als ik zeg dat Zera al weg is'
Een paar seconden moet ik het tot me laten doordringen, maar dan leg ik met een zucht mijn handen in mijn hoofd.
'Dus je wilt zeggen dat Leon zijn eigen zoon is vergeten?'
David knikt.
'Ik zal wat mensen laten komen om hem naar Zera te brengen, dan....' opeens schiet er een idee mijn hoofd in, en ik onderbreek David midden in zijn zin.
'Ik breng hem wel'
David valt even stil, maar dan schudt hij nee.
'Dat lijkt me geen goed idee, ik...' begint David, maar weer onderbreek ik hem.
'Alsjeblieft David! Ik heb iets nodig om me weg te houden van alle dingen die om me heen gebeuren.' Ik kijk hem haast smekend aan.
Ik zie dat hij twijfelt.
'Alsjeblieft'
Hij zucht.
'Als hem ook maar iéts overkomt...' zegt David met een dreigende ondertoon.
'David, hij is een kind. Ik zou hem met mijn leven beschermen!'
Weer zucht hij, voordat hij opstaat.
'Ga je gang, ik zal iemand een paard laten halen'
Ik sta ook op, met een glimlach op mijn gezicht.
'Dankjewel' zeg ik, en ik schud Othello wakker en lijd hem de kamer uit. Vlak voor de deur blijf ik staan en kijk ik om.
'Het spijt me van gister, ik weet niet wat me bezielde. Het is gewoon...al de dingen...het is gewoon te veel.'
David geeft me een geruststellend knikje en ik loop de kamer uit.
Het voelt alsof er een hele lange tijd iets zwaars op mijn schouders lag, dat nu is verdwenen.
Glimlachend loop ik naar buiten.
Misschien...heel misschien kan koning David soms ook een beetje aardig zijn.

Weer een nieuw hoofdstukje!!!

Gevonden door mijn broer (the kingdom)Où les histoires vivent. Découvrez maintenant