Hoofdstuk 59

196 18 9
                                    

POV Dyla

Ik sta op Elementos.
Na wat er gebeurt is ben ik gewoon weggegaan. Ik heb een paard gepakt en ben mee gegaan met een boot.
De hele reis heb ik me zorgen gemaakt over wat ik ging zeggen, ik werd boos, verdrietig, teleurgesteld, alles door elkaar heen en toen niks.
Leegte.
En nu ik hier sta, op het land waar ik antwoorden kan krijgen, twijfel ik.
Wat zou er gebeuren als ik terug naar Jenava zou gaan? Of echt weg, weg uit Midisti? Zou ik een rustig leven kunnen leiden? Zouden er mensen achter me aan komen?
Ik weet van mezelf dat ik nu niet weg ga. Er zijn te veel vragen die dan onbeantwoord zouden blijven.
En mijn vader...als je hem zo kan noemen, ik moet hem zien. Nog een keer.
Het voelt raar om er zo over te denken omdat ik nooit echt een "vader" gehad heb en omdat ik Celcrius nog maar één keer gezien heb, en hij gedroeg zich toen niet bepaald... vaderlijk.
Weet hij dat ik het ben? Weet hij dat ik überhaupt nog leef?
Vragen, alleen maar vragen.
Ik haal diep adem voordat ik met een neutrale blik het land door loop maar van binnen voelt het alsof de emoties me verscheuren. Een radeloze woede.
Het duurt niet lang voordat het gevoel word weggedrukt door iets anders, iets bekenders. Ik weet dat Eleios in de buurt is.
Voor het eerst jaagt dit gevoel me angst aan. Niks geruststellends, angst. Wat zal hij doen als hij weet dat ik het weet? Zal hij besluiten me voor alsnog te vermoorden?
Het lijkt een onnozele gedachte, Eleios die mij vermoord, maar nu ik weet wat ik ben... zal hij het risico willen nemen? Of zal hij hetzelfde doen als de vorige keer?
Een mengeling van woede en paniek borrelt in me op maar lijkt weg te zakken als ik op kijk.
MyrEleios staat op een stuk of 10 meter van me af, achter hem staat MyrEva.
Alles lijkt even te stoppen als ik Eleios in zijn ogen kijk. Zoals ik zo vaak al heb gedaan, maar toen was hij mijn redder. Niet mijn ontvoerder, geen leugenaar.
'Hoe kon je?' Vraag ik.
Het komt met moeite uit mijn keel en ik voel tranen opzwellen.
'Waar heb je het over?'
Eleios zijn stem blijft neutraal, maar ik zie Eva zenuwachtig bewegen.
Ik zet een paar stappen naar hun toe, en ga met trillende stem verder, niet van verdriet, van woede.
'Hoe kon je me mijn hele leven voorliegen...?'
De woorden komen langzaam uit mijn mond. Langzaam maar luid en duidelijk.
Eleios staart mij even aan voordat hij antwoord.
'Waar ben je geweest?'
Geen antwoord, geen uitleg. Alleen maar meer vragen. De razende woede die opkomt probeer ik niet een te stoppen, het vloeit door mijn lichaam en het is alsof ik het tot in mijn vingertoppen kan voelen.
'Waarom is er mij nooit verteld wie ik ben?'
Mijn stem is gevaarlijk zacht, maar Eleios zijn gezicht blijft onbewogen.
Eva stapt naar voren, in haar ogen is verdriet te zien, en medelijden. Het maakt me misselijk.
'Het spijt ons Dyla... het was voor je eigen veiligheid!'
De woorden klinken troostend, maar het voelt alsof het vuur in me alleen maar verder opwaait. Ik loop dichter naar Eleios en duw Eva zonder iets te zeggen opzij.
'Je hebt het haar verteld maar mij niet!?' Vraag ik sissend.
Eleios zijn stem blijft verassend kalm terwijl ik vlak voor hem blijf staan.
'Je zou het niet begrijpen. Wat jij bent kan ons allemaal in levensgevaar brengen.'
'Dus je vind het een goed idee om me daar niets over te vertellen!? En me gewoon onwetend te laten rondlopen!?'
Mijn stem word harder, ik schreeuw bijna. Eleios fronst zijn wenkbrauwen terwijl hij op me neerkijkt.
'In Empire is een nieuw portaal uit de onderwereld verschenen. Je bent er geweest, nietwaar?'
De toon in zijn stem maakt me woedend, het klinkt haast bestraffend, alsof ik degene ben die het verkeerd heb gedaan!
'Je hebt hem gezien.' Zegt Eleios, alsof hij iets beseft.
Dus het is waar. Ik heb een vader. Mijn gezucht vertrekt weer van woede en ik wil net iets in zijn gezicht schreeuwen als hij me voor is.
'Kies je volgende woorden heel zorgvuldig Dyla'
De dreigende ondertoon is duidelijk hoorbaar, en dat was de druppel.
'Ik luister niet meer naar jou!' Schreeuw ik terwijl ik hem achteruit wil duwen, maar in de milliseconde dat mijn handen naar voren schieten worden ze gestopt door de ijzeren greep van Eleios.
Mijn eerste reactie is een enorme woede maar die trekt weg als ik gevuld word door een onbekend gevoel.
Het lijkt alsof er een elektrische wrijving ontstaat, alsof ik de stroomstootjes kan voelen. De verbazing moet van mijn gezicht te lezen zijn als ik de vonken zie. Echte vonken, kleine lichtjes die van mij af lijken te springen op de plek waar Eleios mij vasthoud.
'Je hebt geen idee wat er in jou schuilt Dyla' zegt Eleios terwijl hij me met een strakke blik aankijkt 'Doe geen domme dingen'
De toon van zijn stem jaagt me angst aan. Ik trek me los en zet een paar stappen naar achteren. De woede in me heeft plaatsgemaakt voor een angst voor het onbekende, angst voor wat ik niet weet, angst voor mezelf, voor wie ik ben.
Ik staar Eleios nog een paar seconden aan en neem een besluit. Ik wil antwoorden, niet van iemand die me mijn leven heeft voorgelogen.
Zonder nog iets te zeggen draai ik me om en begin weg te lopen, weer langs Eva die ik niet eens aankijk.
'Dyla!' Roept Eleios gebiedend. Alleen daarom al draai ik niet om.
Ik voel een hand die mijn arm vastpakt en als gestoken draai ik me om en trek mijn arm met een harde beweging los.
Eva kijkt me een beetje geschrokken aan.
'Dyla, alsjeblieft...'
Het verdriet is duidelijk te horen in haar stem, maar het doet me niks. Het maakt me alleen maar weer woedend. Haar hand gaat weer naar mijn arm toe maar ik duw hem weg.
'Raak me niet aan!' Sis ik dreigend, en ik draai me al weer om.
Meteen voel ik dat Eva me weer stevig vastpakt.
'Ik zei laat me los!' Schreeuw ik.
En dan gaat het allemaal opeens heel snel.
Ik wil haar achteruit duwen, maar zodra ik haar raak ontstaat er een enorme druk in mijn borst terwijl het weer lijkt alsof er door mijn hele lichaam elektrische draden lopen. Het voelt alsof er iets van binnen opscheurt en voor ik het weet hoor ik een harde knal en ik word door een explosie achteruit geslingerd.
De geur van rook dringt door mijn neus naar binnen terwijl een harde piep in mijn oren klinkt.
Moeizaam kom ik overeind. Mijn lichaam lijkt bij elke beweging te tintelen. Eva ligt verderop, als ik haar zie stokt mijn adem.
Ze ligt daar, ogen open, midden op haar borst een smeulend gat. Precies op de plek waar ik haar wegduwde. Ze beweegt niet.
Eleios zit naast haar, over zijn ogen een donkere glans.
'Wat heb je gedaan...'
De woorden komen amper bij me binnen als ik me omdraai en begin te rennen.
Ze is niet dood. Dat kan niet. Ik heb dat niet gedaan!
Het kan niet, ze is een godin.
En dan realiseer ik het. Ik ben het ook, ik ben een godin.

Gevonden door mijn broer (the kingdom)Where stories live. Discover now