Hoofdstuk 4.2

225 32 14
                                    

Allebei zeggen ze niets, maar kijken ze hoe de symbolen per stuk op het beeld verschijnen. Ze controleren het nummer drie keer om er zeker van te zijn het goede te hebben ingevuld en met een klein knikje weten ze elkaar te vertellen dat de cijfers kloppen.

'Dante, wilde jij ook appeltaart?' vraagt Daila. Ze heeft plaatsgenomen op een barkruk en draait een half rondje om zijn richting op te kijken.

'Daila!' Dat is Gaby. Ze draait zich om naar Daila en maakt een handgebaar naar de telefoon om duidelijk te maken dat Dante en zij iets anders aan hun hoofd hebben dan appeltaart.

'Wat?' Ze haalt haar schouders op. 'Het is maar een vraag.'

'Ja, graag,' zegt Dante. Hij glimlacht even om te bedanken voor het aanbod, maar zijn ogen vliegen snel weer terug naar het beeldscherm in de handen van Gaby.

'Komt eraan,' zegt Daila, en ze geeft het door aan het meisje achter de balie.

'Doe het,' dringt Dante aan bij Gaby. Hij wrijft zijn handen in elkaar en wacht vol spanning af.

Dus Gaby doet het: ze drukt op de knop met het telefoonsymbool en houdt de mobiel tegen haar oor gedrukt. Er klinkt een lange, lage toon, die laat weten dat ze nog even geduld moeten hebben. En nog een. Dante leunt met zijn hoofd dichterbij om te horen wat er gebeurt, maar het geluid dat ze horen vraagt om iets meer geduld dan ze hebben.

Klik.

Gaby's hartslag slaat een slag over als ze het hoort. Iemand heeft opgenomen, weet ze, maar wie?

'Met Matthijs,' klinkt een schorre stem door de speakers van de telefoon.

Matthijs. Is dat zijn naam? Het is nog niet eerder bij Gaby opgekomen dat Elliot een pseudoniem kan zijn, maar als ze de naam "Matthijs" hoort, is dat het eerste waar ze aan denkt.

'Dit–' begint Gaby, maar de zenuwen maken het onmogelijk om woorden normaal over haar lippen te krijgen. 'Dit is G-Gaby.'

Dante legt een hand op haar schouder om haar gerust te stellen, maar het kan haar snelle hartslag en oppervlakkige ademhaling niet kalmeren.

Het blijft een tijdje stil aan de andere kant van de lijn en er is alleen een zachte ruis te horen. Het lijkt alsof de man wacht tot ze meer zegt, maar Gaby weet niet wat dat zou moeten zijn.

'Gaby?' herhaalt de man dan.

Gaby knikt en bevestigt het dan nog een keer verbaal. 'Dat ben ik.'

'Weet je zeker dat je het goede nummer hebt?' vraagt de man – Matthijs – dan.

Ze kijkt even naar Dante, die ook heeft gehoord wat er gezegd is. Ze hadden het telefoonnummer drie keer gecheckt – het moet het goede nummer zijn! Waarom weet de man dan niet wie zij zijn? Elliot weet alles; daarom begint Gaby te twijfelen of ze hier wel Elliot aan de lijn heeft. Er klopt iets niet.

Als Elliot hen het nummer had gegeven, waarom doet hij dan alsof hij hen niet kent? Het was een uitnodiging om in contact te komen en zoals ze hem uit het verhaal kent, is hij eerlijk en oprecht. Hij zou niet doen alsof hij hen niet kent – dat is ook onmogelijk als het echt Elliot is; hij kent iedereen.

'Ik heb het briefje gevonden,' probeert Gaby.

De stiltes zijn iets te lang om comfortabel te zijn.

'Op het strand,' gaat ze verder.

Dante hangt nu bijna tegen haar oor aan om er zeker van te zijn dat hij niets mist, maar het blijft lang stil.

'Ik weet niet waar dit over gaat,' zegt Matthijs dan. Hij kucht een keer luid, maar het opvallendst is zijn stem. Het klinkt ruw, waardoor Gaby hem op oudere leeftijd schat dan ze van Elliot had verwacht; hij zal rond de vijftig of zestig jaar moeten zijn. Dat is voor haar een andere reden om het idee dat ze Elliot aan de lijn heeft, in twijfel te trekken.

'Dit nummer hebben we gevonden op het strand,' zegt Gaby.

'We?' vraagt Matthijs ter verduidelijking.

'Ik ben niet alleen,' zegt Gaby snel. Ze draait zich om naar Dante terwijl ze probeert te bedenken hoe ze het best kan omschrijven hoe ze hem kent. 'Ik ben hier met Dante en Daila; dat zijn vrienden van me.' Vrienden klinkt veilig.

Ook werpt ze snel een blik op Daila, die nog steeds aan de bar zit. Voor haar staat al een kop koffie waar ze van drinkt en de bestelling die voor Gaby en Dante bestemd is, maar ze lijkt geen haast te maken om die naar het tafeltje te brengen. Ze is druk in gesprek met het meisje achter de bar.

'Moeten die namen mij iets zeggen?' vraagt Matthijs door de speakers van de telefoon.

'Nee,' zegt Gaby. 'Maar mijn naam misschien wel? Gaby?'

De vreemde lijkt even na te denken terwijl er een stilte valt.

'G-A-B-Y?' zegt ze. 'Ik heb uw naam in het zand geschreven.' Tenminste, als het echt Elliot is met wie ze spreekt. Hoe langer dit gesprek doorgaat, hoe meer ze daaraan begint te twijfelen.

'Mijn naam in het...' De man is verward en lijkt oprecht niet te weten waar het over gaat.

'In het zand, ja,' zegt ze. 'We zijn op zoek naar Elliot.'

'Elliot?' Die ene naam zorgt ervoor dat het gesprek een hele andere wending aanneemt. 'Elliot?'

Gaby klinkt bijna trots als ze het bevestigt. 'Inderdaad, de man die alles ziet en weet,' zegt ze.

Matthijs lacht spottend. 'Veel succes daarmee!'

'Wacht!' zegt Gaby, bang dat hij gaat ophangen.

'Meissie, je hebt het verkeerde nummer, maar ik wens je veel succes.'

Gaby krimpt in elkaar bij het horen van "meissie", maar kan dat niet laten merken. Dit is het moment, weet ze. Het kan dan zo zijn dat ze Elliot niet aan de lijn heeft, dit is het enige spoor wat ze heeft en ze zal ermee moeten leren werken. Deze man moet haar iets kunnen vertellen. 'Hij heeft ons dit nummer gegeven,' zegt ze. 'Elliot, bedoel ik.'

Elliot | WATTY WINNAAR 2020Where stories live. Discover now