Hoofdstuk 18.3

63 8 4
                                    

Vier woorden. Eén zin. Het is het simpelste Nederlands dat ze kent en toch kost het Gaby moeite om betekenis uit de zin te halen. 'Elliot is jouw zoon,' herhaalt ze, en dan pas dringt de realisatie tot haar door. Haar innerlijke gedachten hadden het al naar haar geschreeuwd, maar de bevestiging van Anne-Marie horen is anders.

Anne-Marie knikt en bevestigt het nog een keer.

'Elliot is mijn broer?' Gaby zet haar hand tegen haar voorhoofd.

'Halfbroer,' corrigeert Anne-Marie.

Gaby bedekt haar ogen en trekt zich terug met haar gedachten.

'Hij is vier jaar ouder dan jij en Finn,' gaat Anne-Marie verder.

Gaby schudt haar hoofd en probeert Anne-Maries stem buiten te sluiten. Ze ontwijkt de blik van haar moeder.

'Hij heeft een andere vader dan jullie,' zegt Anne-Marie. Ze strekt haar hand uit om die over die van Gaby te leggen, maar Gaby trekt de hare terug. 'Het is echt waar,' benadrukt haar moeder opnieuw. Haar stem is gevoelig, licht, zorgzaam als een moeder. 'Het spijt me.'

Die woorden drukken meer uit dan Gaby op het eerste moment doorheeft. Anne-Maries stem spreekt van spijt: spijt dat ze het Gaby niet eerder heeft verteld, dat ze er zo achter moest komen, dat ze geen moeder voor haar kon zijn. Een leven vol zelfverwijt uitgedrukt in drie woorden.

Gaby schudt haar hoofd, nog fermer deze keer. 'Ik heb geen tijd voor dit soort onzin,' zegt ze. 'Als het echt waar is, had je me dit al veel eerder verteld.' Ze staat op. 'Bedankt voor de envelop. Ik ga naar huis – Elliot vinden.'

Anne-Marie pakt haar hand. 'Gaby, ik wil het je uitleggen.'

'Het is te laat.' Haar stem breekt; de mix van de koude sfeer in de bezoekruimte van de gevangenis, de spanning om haar moeder weer te zien en de herinnering aan Finns dood worden haar te veel.

Met die woorden weet ze precies Anne-Maries gevoelige snaar te raken. Dit is waar ze bang voor was. 'Laten we dan niet nog langer wachten,' zegt ze. Het klinkt smekend, wanhopig.

'Geen lichamelijk contact,' zegt een agent met luide stem. Hij is tien meter van hen verwijderd, maar hij weet Gaby en Anne-Marie meteen duidelijk te maken dat hij het tegen hen heeft. Anne-Marie laat Gaby's hand los.

'Ik heb het nooit geheim willen houden,' zegt Anne-Marie voordat Gaby de kans krijgt om weg te lopen. 'Sterker nog, tijdens de eerste jaren van jullie leven hebben wij – Elliot, Finn, jouw vader, jij en ik – samengewoond. Elliot was toen geen geheim: Finn en jij zagen hem iedere dag. Hij was als een grote broer voor jullie en het leven had niet beter gekund dan tijdens die jaren. Het was geweldig om jullie drie samen te zien.'

Haar tactiek werkt: Gaby gaat weer zitten om de rest van het verhaal aan te horen.

'Maar je weet wat er is gebeurd,' zegt Anne-Marie. 'Met je vader.'

'Je hebt hem vermoord, bedoel je,' zegt Gaby koel.

Anne-Marie bijt op haar lip. 'Daar zal ik niet op ingaan.' Ze leunt naar voren en vouwt haar handen samen. 'Maar nadat hij was vertrokken, was het simpelweg niet mogelijk dat Elliot in jullie buurt zou blijven. En toen ik ook niet meer voor jullie kon zorgen, spleten jullie wegen voorgoed.'

'Waarom zouden wij Elliot niet meer mogen zien?' vraagt Gaby. Dat onderdeel blijft onbegrijpelijk voor haar. 'Als hij echt onze broer is, zoals jij zegt.'

'Dat was niet per se vanwege jullie,' zegt Anne-Marie. 'En ik had niets liever gewild dan dat jullie in elkaars leven zouden kunnen blijven...'

Gaby trekt een wenkbrauw op. 'Maar?'

Elliot | WATTY WINNAAR 2020حيث تعيش القصص. اكتشف الآن