Hoofdstuk 25.2

55 8 2
                                    

Ik pers de woorden eruit. 'Ik wil jou niet dood hebben.'

'Geniet je er niet van om mensen te doden?' vraagt ze. 'Je deed het al toen je zés was. Mensen veranderen niet.'

'Zo is het niet gegaan,' zeg ik. 'Ik heb spijt van toen en probeer het weer goed te maken.'

Op dit moment slaag ik daar echter niet in. Gaby laat een mengeling van woede, angst en stress zien die ik haar nog niet eerder heb zien voelen, en het is mijn schuld.

'Toen ik zestien was, gaf Anne-Marie me een opdracht,' zeg ik zodra ik een kans zie om mijn verhaal te vertellen.

'Anne-Marie hoort hier ook bij?' Gaby gooit haar armen in de lucht. 'Maar natuurlijk – dat ik dat zelf niet heb bedacht! Ik hoor bij een familie van gekken en criminelen!'

Ik zet een stap in haar richting en strek mijn armen naar me uit. Ik wil net zeggen dat dat niet is wat ik bedoelde als zij begint te praten.

'Blijf uit mijn buurt!' schreeuwt ze. Ze rent langs me heen in de richting van de deur tussen de gang en de woonkamer, die Matthijs eerder nog voor haar neus dichtsloeg. Ze houdt haar hand op de deurklink.

'Ik weet dat je me niet vertrouwt,' zeg ik. Ik probeer mijn stem kalm te laten klinken, maar er sijpelt toch wat paniek in de klank. 'Maar ik wil jou mijn verhaal vertellen.'

'Ik ken het verhaal al,' zegt ze stellig.

'Je weet nog lang niet alles,' zeg ik. 'Ik weet dat Anne-Marie je veel verteld heeft en dat je een heleboel zelf hebt kunnen uitvogelen, maar er is nog zoveel meer om te weten.'

'Ik hoef de waarheid niet meer,' zegt ze. Het vuur in haar ogen is bijna zichtbaar. 'Ik wil uit jouw buurt zijn, jou nooit meer zien en Anne-Marie uit mijn huis schoppen. En mijn achternaam veranderen!'

Ik bijt op mijn onderlip. Ze heeft de keuze voor zichzelf al gemaakt. 'Wat kan ik doen zodat je me vertrouwt om het hele verhaal – de waarheid – te vertellen?'

Ze blijft me ijzig aankijken. 'Het is niet mijn taak om jou te vertrouwen. Jij hebt het vertrouwen verloren toen je jezelf verborgen hield nadat jij mijn vader had vermoord en toen je mijn stiefvader de kans gaf om mij te vermoorden.'

'Wat gebeurde er met het vertrouwen toen ik je redde van jouw stiefvader door mijn eigen vader buiten westen te slaan en ik aanbood de politie te bellen?'

Op dat moment word ik herinnerd aan het feit dat ik de politie nog steeds niet heb kunnen bellen. Het moment dat Matthijs weer bij bewustzijn zou komen komt steeds dichterbij, maar in plaats van me erop voor te bereiden, ben ik in discussie met Gaby.

Ze klemt haar kaken op elkaar. 'Goed, je hebt één kans,' zegt ze, al lijkt ze niet zo zeker te zijn van haar zaak als haar woorden getuigen. 'Vertel me hoe het mogelijk is dat hij je vastbond in jouw eigen huis en daarna een poging deed op mijn leven.'

Even denk ik erover om haar uit te nodigen om plaats te nemen op de bank, maar ik weet dat ze dat zal afwijzen. Voor haar ben ik nog steeds een moordenaar die erop uit is haar gevangen te nemen.

'Zoals je misschien weet, is Matthijs mijn vader – jouw stiefvader,' begin ik. 'Ik heb hem nooit goed gekend. Hij en mama waren snel uit elkaar en hij heeft niet eens gevochten voor het recht om mij te zien, maar droeg het volledige ouderschap over aan mama. Zij vond Rick, die voor mij meer een vader is geweest dan Matthijs.'

Gaby verroert zich niet. 'Dat verklaart niet waarom Matthijs je heeft vastgebonden in jouw eigen huis.' Ze voegt er snel aan toe: 'Of waarom je mijn vader hebt vermoord.'

Ik knik. 'Het punt is: Matthijs ken ik bijna niet. Toch stond hij een paar maanden geleden opeens voor de deur – ik heb geen idee hoe hij me heeft gevonden, maar hij kwam binnen en vertelde me dat hij mijn vader was.'

Ik haal diep adem. Die bewuste dag komt weer terug en ik zie hem weer staan met een vrijwel identiek uiterlijk als hoe hij er vandaag uit ziet: stoffig, onverzorgd. Alsof hij echt geen moeite heeft gedaan om een goede indruk te maken.

'Het gesprek begon heel normaal, maar al snel begreep ik dat hij niet alleen een gezellig gesprek wilde. Hij begon te vertellen over hoe hij meer tijd met mij wilde doorbrengen – nog steeds niets aan de hand. "Alleen ons twee," zei hij. Hij had het over verloren tijd inhalen en een hutje in de bossen, totdat ik hem onderbrak. "Ik kan niet," zei ik, zowel omdat ik niet met een bijna wildvreemde mijn leven omver wilde gooien en omdat ik andere dingen te doen had. Tot mijn verrassing protesteerde hij niet, maar hij gaf wel zijn nummer voor als ik me zou bedenken.'

Ik haal een hand door mijn haar en op hetzelfde moment lijkt Gaby te verstijven. Juist, geen onverwachte bewegingen, denk ik bij mezelf.

'Sindsdien is hij vaker langsgekomen om te vragen of ik me al had bedacht en om me opnieuw te overtuigen, maar ik gaf niet toe. Toen hij vandaag langskwam, dacht ik dat hij hetzelfde kwam doen, dus ik liet hem binnen. Ik wilde mijn vader niet buiten laten staan – hij bedoelde zijn bezoekjes vast goed, dacht ik.'

Gaby rolt met haar ogen. 'Ja, heel goed,' mompelt ze.

'Hij had die grote boodschappentas bij, wat vreemd was, maar ik dacht er niet al te veel van.' Ik slik even als de herinnering aan wat daarna kwam weer bovenkomt. 'Toen ik de keuken inliep om koffie voor hem te zetten, overviel hij me van achteren. Hij bond de touwen om mijn bovenlichaam heen en sleepte me de woonkamer in. Ik verzette me nog, maar ik kon mijn armen niet bewegen en mijn benen konden hem amper bijhouden toen hij me met grote kracht meetrok en op een stoel neerzette. Omdat ik me fysiek niet meer kon verdedigen, begon ik tegen hem te praten. Ik snapte niet waarom hij dit deed of wat hij van plan was.

"Vandaag is de dag," zei hij. Hij keek me aan terwijl hij het zei en de blik in zijn ogen was angstaanjagend. Ik wist toen al dat er niet iets goeds te gebeuren stond, zeker omdat ik wist dat zoiets al eerder gebeurd was.'

'Eerder?'

Ik knik. 'Met Finn.'

Haar ogen worden groot. 'Heeft Matthijs Finn–'

'Niet te snel,' zeg ik. 'Dat vertel ik straks allemaal wel. Eén ding tegelijk.'

Maar Gaby lijkt er nu al niet meer met haar gedachten erbij te zijn. Zodra Finn genoemd wordt, lijkt hij de enige te zijn waar ze nog mee bezig is.


Elliot | WATTY WINNAAR 2020Where stories live. Discover now