Hoofdstuk 21.2

59 6 1
                                    

Gaby fronst. 'Wat?'

Dante laat zijn armen zakken en zijn gezicht komt weer tevoorschijn nadat het een tijdje verborgen was geweest achter het vel papier. 'Dat is wat er staat.' Hij legt het neer op de houten tafel en draait het om zodat Gaby het ook kan lezen. Haar ogen glijden nog een keer over de woorden. Toekomstig deel van de dag, 1100, fruitschilder, rivierafzetting, half vier.

Ik heb moeite om mijn lach binnen te houden als ik Gaby's gezicht zie. Ze bijt op haar lip en kijkt Dante aan met wijdopen ogen.

'Het eerste waar ik aan denk is een datum,' zegt Dante als het stil blijft. Hij laat zijn ogen rusten op Daila en dan op Gaby, wachtend op een antwoord, maar ze zeggen geen van beiden iets. Daila kijkt in de richting van de keuken van het café en Gaby weet niet wat ze moet zeggen. 'Toekomstig deel van de dag? Dat moet naar een bepaalde datum verwijzen,' zegt hij. 'En half vier is dan de tijd.'

Gaby knikt langzaam. 'Ja, ja,' zegt ze, en er geen een paar seconden voorbij totdat ze weer herhaalt, enthousiaster deze keer, 'ja!'

Daila schrikt ervan op. Ze draait haar hoofd zodat ze Dante en Gaby weer aan kan kijken. 'Wat is het?' vraagt ze aan de groep.

Dante kijkt Daila in haar ogen, als een manier van vragen hoe het met haar gaat. Ze laat niets merken dat ze die boodschap binnenkrijgt en hem antwoord geeft. 'Vier puzzels,' zegt hij dan. 'Een soort cryptogrammen.'

'Cryptogrammen?' herhaalt ze. Ze schudt haar hoofd. 'Dat is niets voor mij. Deze laat ik aan jullie over.'

'Daila!' zegt Gaby. In haar stem is lichte verontwaardiging te horen.

Daila haalt haar schouders op op een manier waarmee ze duidelijk maakt dat ze er niet over gaat discussiëren. Dat dit gedrag ver buiten Daila's karakter ligt, is iets wat Gaby niet benadrukt.

'We zouden je hulp goed kunnen gebruiken,' probeert Dante. 'We zijn geen van allen een expert wat Elliot betreft, maar samen staan we sterker.'

Daila beweegt niet.

'Kom, we gaan verder,' zegt Gaby. Ze wacht niet eens op een bevestiging en pakt in plaats daarvan de vier raadsels weer.

'Daila?' vraagt Dante.

Geen reactie.

'Daila?' vraagt hij nog een keer. Ze kijkt hem alleen maar aan met holle ogen. 'Kom, we gaan.' Hij staat op van zijn plek. 'Sorry, Gaby, maar Daila en ik moeten even praten. Ga vooral door met proberen deze raadsels op te lossen.'

Gaby kijkt niet eens op. 'Doe ik.'

Daila kijkt hoe Dante opstaat, maar brengt zichzelf nog niet in beweging.

'Alsjeblieft?' vraagt hij haar.

Ze zucht, maar geeft dan toe. Ze pakt haar handtas op van de vloer en haar hakken klikken op de houten vloer als ze achter Dante aan loopt.

Een koele, zachte windvlaag komt hen tegemoet als de deur die hen scheidt van de buitenwereld opengaat. De lucht is grijs, saai en het lijkt niet te kunnen kiezen tussen een onweersbui of een mooie dag.

'Laten we daar op een bankje zitten,' zegt Dante. Hij wijst naar een houten bankje op het plein voor Het Hollands Tuintje. Dit plein is het centrum van Kleindorp, maar stelt niet veel voor: er grenzen drie winkels, een supermarkt en het café aan. Er staat een grote, oude boom in het midden en een paar bankjes er omheen, die op dit moment allemaal onbezet zijn. Op zo'n gure dag in september wil niemand buiten zitten.

Daila loopt gedwee achter Dante aan en slaat haar armen om haar heen. Ze zou inmiddels moeten weten dat eind september al snel koud aanvoelt, maar toch heeft ze alleen een dun t-shirt aan.

'Hoe gaat het?' vraagt Dante als ze allebei zitten.

'Waarom moeten we naar buiten?' vraagt Daila, terwijl ze zijn vraag ontwijkt. Ze keert haar gezicht van hem af en kijkt naar de etalage van Oma's Snoepwinkel. Achter de pastelroze sierlijke letters op het raam staat allemaal lekkers dat een zoete, bijna misselijkmakende geur produceert die ze vanaf hier kan ruiken.

Dante kijkt tegen het blonde haar van Daila aan als hij tegen haar probeert te praten. Ze draagt haar haar nooit los, maar hij vindt het leuk staan – het geeft haar een jeugdige uitstraling.

'Ik wilde je vragen hoe het met je ging,' zegt hij.

Ze haalt haar schouders op. 'Dat had niet gehoeven.'

'Maar het is wel nodig,' probeert hij. Hij leunt naar voren in de hoop een glimp van haar gezicht te kunnen vangen, zodat hij weet hoe ze zich voelt, maar de wind blaast haar haar als een schild om haar heen. 'Ik wilde alleen...' Hij bijt op zijn lip. 'Je moet weten dat je me alles kunt vertellen.'

Ze draait zich om. 'Dat weet ik.' Haar stem is verrassend koel als haar grote, blauwe ogen in de zijne kijken. Die ogen vertellen hem niets over wat er nu door haar heen gaat.

Dante herhaalt zichzelf nog een keer. 'Dus als er iets mis is, vertel je het me, toch?'

Er komt vrijwel geen reactie. Ze kijkt hem alleen aan en ze laat niet merken dat ze zijn opmerking heeft gehoord. Haar ogen staan er levenloos bij.

'Hoe gaat het, Daila?' vraagt hij. Hij praat zachter deze keer en zijn stem is warmer.

'Ik...' Ze schudt haar hoofd en laat haar kin op haar borst vallen. 'Nee, Dante– Dit... Sorry.'

Nu is het zijn beurt om stil te blijven en te hopen dat ze toch verder blijft praten.

'Ik wil het je wel vertellen, maar... Ik kan het niet.' Ze slaat haar ogen neer.

'Ik beloof dat ik niet boos zal worden, als dat helpt,' zegt hij.

'Dat is het niet... Ik wil je niet opzadelen met mijn rotzooi.' Ze zucht. 'Morgen zal ik me vast weer beter voelen, echt waar. Ik moet alleen vandaag zien te overleven.' Ze perst een glimlach op haar lippen, maar kijkt langs hem heen en ontwijkt oogcontact. 'Bedankt voor de bezorgdheid.'

'Het zit je duidelijk dwars,' zegt hij. 'Vertel het me gewoon; het zal opluchten.'

Een korte beweging van haar ogen is genoeg om hem aan te kijken.

'Alsjeblieft?'

Elliot | WATTY WINNAAR 2020Where stories live. Discover now