Hoofdstuk 6.1

217 28 19
                                    

'Dus, hoe gaan we dit aanpakken?' vraagt ze, en terecht

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

'Dus, hoe gaan we dit aanpakken?' vraagt ze, en terecht. Zoals het er nu voor staat, is er nog helemaal geen plan. Sterker nog, behalve een bestelling voor drie keer koffie zijn ze geen stap verder gekomen.

Matthijs beantwoordt haar vraag niet, maar heeft zijn blik gericht op Gaby. Zij weet echter ook het antwoord op die vraag niet.

'Misschien kunnen we nog een keer naar het strand gaan?' oppert ze, maar ze weet dat het een slecht idee is om weer naar het strand te gaan om Elliots naam op te schrijven. Dat hebben ze al geprobeerd en het zou haar verbazen als hij weer met een quad langskomt en een andere hint achterlaat dan hetzelfde telefoonnummer dat hij al heeft gegeven.

'Denk je dat er deze keer iets anders zal gebeuren?' vraagt Daila sceptisch.

Gaby haalt haar schouders op. 'Om eerlijk te zijn, weet ik ook niet hoe we nu verder moeten,' zegt ze eerlijk.

Daila perst haar lippen op elkaar en kijkt om naar Matthijs. 'Heeft u nog ideeën? Er moet een reden zijn dat uw nummer is achtergelaten op het strand; u moet ons kunnen helpen.' Zijzelf heeft haar aandacht er echter ook niet bij: uit haar tas haalt ze haar telefoon. Haar ogen zijn daarop gericht terwijl de pixels oplichten en haar op de hoogte brengen van wat er is gebeurd sinds de vorige keer, tien minuten geleden, dat ze ernaar keek.

Matthijs zit achterover geleund in zijn stoel en heeft zijn handen samengevouwen op het houten tafelblad liggen. 'Ik moet jullie helpen?' vraagt hij. Zijn stem is sloom en zijn ogen zijn samengeknepen.

Gaby knikt. 'We hebben uw telefoonnummer gekregen – dat moet iets betekenen,' zegt ze. Ze leunt uit interesse iets verder naar voren en steunt op haar ellebogen.

Heel langzaam werken die woorden zich in op Matthijs. 'Ik zou niet weten wat dat "iets" zou moeten zijn,' zegt hij.

Zijn verveelde antwoord laat Gaby met haar ogen rollen; het is alsof hij niet eens de moeite doet. Als hij niet bereid was mee te werken, waarom is hij dan komen opdagen? 'Denk even na.' Daila geeft haar een por. 'Alstublieft.' Gaby zit rechtop met haar rug los van de leuning en iedere spier in haar lichaam gespannen. Ze had niet zoveel obstakels zo vroeg in de zoektocht verwacht, maar is niet bereid om zich daardoor te laten tegenhouden.

'Waarom zou Elliot nu juist uw nummer aan ons geven?' vraagt Daila. Ze gebruikt een zachtere en rustgevendere toon dan Gaby net deed om Matthijs gerust te stellen en de tijd te geven na te denken. Op hetzelfde moment licht de telefoon in haar hand op: er komt een berichtje binnen die haar ogen gelijk opmerken.

Kyle (10.59)
Ik kan niet wachten op je berichtje, dus besloot ik je zelf iets te sturen ;)

Ze voelt de spieren in haar gezicht strak trekken. Een minuut daarna volgt:

(11.00)
Ik mis je nu al

Daila zucht hardop en drukt snel op de uit-knop. Uit het oog, uit het hart. Het is een stuk makkelijker om Kyle te negeren als ze hem niet aan hoeft te kijken.

Ze kijkt opzij naar haar vriendin Gaby om te achterhalen of zij iets gemerkt heeft van de berichtjes of Daila's gedrag. Daila weet nog niet of ze haar vriendin over haar ontmoeting met Kyle en de berichtjes moet vertellen. Dat zou Gaby waarschijnlijk wel willen, maar ze heeft ook genoeg andere dingen aan haar hoofd. Eén daarvan is het ondervragen van Matthijs.

'Bent u zelf ook op zoek naar Elliot?' vraagt Gaby.

Matthijs schudt zijn hoofd op de maat van het tikken van de kerkklok op de achtergrond; erg langzaam.

'Of een andere connectie met hem?'

Hetzelfde hoofdgebaar.

'Weet u wie Elliot is?'

Weer nee.

'Heeft u een idee waarom uw telefoonnummer is achtergelaten op het strand?' dringt Gaby aan.

En op dat moment komt er een beangstigende gedachte op bij Gaby. Ze waren naar het strand gegaan om Elliot te zoeken, maar ze zochten Elliot om de moordenaar op Finn te vinden. Op het moment zelf dacht ze dat ze met het gekregen telefoonnummer Elliot konden vinden, maar al heel snel was gebleken dat dat niet zo was. De andere mogelijkheid dringt nu pas tot Gaby door. Wat als Elliot precies heeft gedaan waar ze hem om hadden gevraagd – wat als het telefoonnummer het nummer van de dader is?

Dat zou betekenen...

Matthijs.

'Waar was u op 3 september?' vraagt Gaby plots. Ze heeft haar blik strak op hem gericht en haar stem is toonloos. De kans om haar vorige vraag te beantwoorden, geeft ze hem niet.

Haar stem laat Matthijs echter wel weten dat ze meer dan hem verwacht dan een beweging van zijn hoofd. 'Waarom vraag je dat?' Hij leunt achterover in zijn stoel.

'Waarom beantwoordt u de vraag niet?'

'Gaby, wat doe–' onderbreekt Daila, maar Gaby geeft haar niet de tijd om haar zin af te maken. Wat ze aan het doen is, is veel dringender dan de uitleg waar Daila om vraagt.

'Waar was u op 3 september?' vraagt ze nogmaals. 'In de avond, waar was u?'

Matthijs haalt achteloos zijn schouders op en doet niet veel moeite om na te denken. 'Een week geleden?' vraagt hij.

'Dinsdag,' zegt Gaby. Haar tanden staan op elkaar geklemd en ze moet moeite doen om zich te beheersen. Ondertussen ontsnapt de gedachte haar niet. Wat als...

Wat kan ze tegen hem doen, als het blijkt dat hij de moordenaar is?

Kan hij de moordenaar wel zijn? Hij is al oud en niet bepaald de slimste. Finn zou sterker zijn geweest dan hem. En waarom zou Matthijs dat hebben gedaan? Gaby ziet de connectie tussen de twee niet.

En toch zit het haar niet lekker. Van alle mogelijke telefoonnummers, waarom had Elliot de zijne gegeven?

'Dinsdag, eens kijken...' zegt Matthijs sloom. Hij vraagt te veel geduld van Gaby. ''s Avonds? Toen was ik bij mijn zoon.'

'Uw zoon?' vraagt Daila. Daarin klinkt ook een andere vraag door: waarom wil Gaby dat zo graag weten?

Matthijs knikt bevestigend. Hij heeft niet door welk effect zijn antwoord heeft op haar.

Wat hij zegt, zegt hij namelijk zo relaxed. Geen moment had Gaby spanning of nervositeit kunnen ontdekken in hem. En dat hij zei bij zijn zoon te zijn, klinkt logisch voor een man van zijn leeftijd. Haar spieren worden wat losser en haar handen ontvouwen zich uit de vuisten die ze eerder hadden gevormd.

'Goedemorgen,' zegt een meisje plots. Gaby had haar niet zien aankomen en de stem van de figuur die plots aan hun tafel staat laat haar schrikken.

Daila merkt op dat het meisje, een werknemer van Het Hollands Tuintje, niet de koffie in handen heeft die ze hebben besteld. 'Is er iets?' vraagt ze daarom.

'Dit hebben we net gekregen,' zegt ze aarzelend. Ze haalt haar rechterhand achter haar rug vandaan en overhandigt de drie gasten een lichtpaarse envelop. 'Een man zei dat ik dit aan jullie moest overhandigen.' Zoals zij het zegt, klinkt het als een vraag.

Maar zodra de envelop in beeld komt, is Gaby's aandacht niet meer op het meisje gericht maar op wat er in haar hand ligt. Ze weet precies wat dit betekent; ook al heeft ze het nooit eerder gezien, ze kent de paarse envelop uit de verhalen van vroeger.

Daila denkt precies hetzelfde. Elliot.

Elliot | WATTY WINNAAR 2020Where stories live. Discover now