Hoofdstuk 18.1

62 8 0
                                    

Gaby is erin geslaagd om het bezoek aan haar moeder toch nog een dag uit te stellen

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Gaby is erin geslaagd om het bezoek aan haar moeder toch nog een dag uit te stellen. Liever doet ze het niet en ze wil het eigenlijk nog langer uit stellen. Ze hoopte dan ook dat haar moeder niet serieus was toen ze zei dat ze het niet over de telefoon wilde bespreken, maar als Gaby die avond niet gebeld wordt door haar moeder – terwijl ze normaal gesproken altijd een belletje kan verwachten op dat tijdstip – en de ochtend daarop ook niet, weet Gaby dat het menens is.

Dus raapt Gaby al haar moed bij elkaar en maakt ze zich klaar op een bezoek aan Anne-Marie. Ze zoekt de bezoektijden van de gevangenis op internet en belt om haar komst aan te kondigen. Een uur later kan ze er terecht.

'Legitimatiebewijs, alstublieft,' zegt een vrouw in uniform als Gaby het kale gebouw binnenloopt. De onbekende ruimte heeft iets onheilspellends en tegelijkertijd voelt Gaby zich ongemakkelijk. Ze kan de veroordeling in de ogen van de agenten zien: 'Zij is familie van een misdadiger,' denken ze. Nooit heeft Gaby zo over zichzelf gedacht, maar nu kan ze de waarheid niet ontkennen.

Gaby graait in haar tas en haalt haar ID-kaart eruit om aan de agente te laten zien. Zij leest de informatie op het identiteitsbewijs, houdt het in het licht om het keurmerk te controleren en vergelijkt Gaby's gezicht dan met de foto – hetzelfde halflange, bruine haar, dunne wenkbrauwen, smalle ogen en lichte huid. Met een toestemmende knik geeft de agente de ID-kaart terug.

'U mag door het poortje lopen,' zegt ze dan met een handgebaar richting de scanner. 'Leg uw tas maar hier.'

Gaby doet zoals haar wordt opgedragen. Haar hartslag versnelt kort even als ze de paar stappen door het detectiepoortje zet, maar het alarm gaat niet af.

De agent die haar tas door de scanapparatuur haalt, kijkt daarentegen wel moeilijk. 'Mag ik u vragen om uw tas te openen?' Het klinkt niet als een vraag.

Ze ritst de tas open, wat voor hem de aanleiding is om er doorheen te rommelen. 'Uw telefoon zult u moeten achterlaten,' is het eerste wat hij zegt. Hij vist het toestel eruit en legt het naast hem neer. 'Portemonnee en zonnebril ook.'

Met grote ogen ziet Gaby hoe de genoemde voorwerpen uit haar tas worden gehaald, maar ze maakt er geen punt van. Zolang ze het maar terugkrijgt.

'Wat is dit?' vraagt hij dan. Hij houdt een zwart, rechthoekig apparaat in zijn hand.

'Dat is mijn recorder,' mompelt Gaby. Ze weet dat het als journalist essentieel is om die altijd bij te hebben.

'Die zult u ook niet mee mogen nemen,' zegt hij. Hij voegt het toe aan de stapel verboden voorwerpen naast zich en gaat dan verder met haar tas. 'USB-sticks mogen ook niet het gebouw in.'

Gaby zucht. Ze had niet de tijd genomen om de richtlijnen van de gevangenis rustig door te nemen en dit is het resultaat: al haar persoonlijke spullen en voorwerpen voor de journalistiek worden ingenomen.

'Is dit uw eerste keer?' vraagt hij.

Ze knikt en ze voelt haar wangen rood worden. Het is overduidelijk dat ze dit niet gewend is, maar ze kan zich niet herinneren dat de keer dat ze hier met tante Evelien was de beveiliging ook zo streng was. Ze was toen nog jong en ze weet dat haar geheugen van die tijd niet betrouwbaar is.

'Het zal wennen.' Hij schenkt haar een goedbedoelde glimlach. Ondertussen gaat hij verder met het leeghalen van haar tas.

'Wat gebeurt er nu met deze spullen?' vraagt ze licht nerveus.

'U krijgt het terug aan het eind van het bezoek,' zegt de agent. Hij zoekt verder in haar tas.

'Kan ik dan ook de hele tas in bewaring geven?' Dat scheelt een heleboel tijd, denkt ze.

Het aanbod lijkt hem ook op te luchten. 'Natuurlijk,' zegt hij. Hij pakt de tas op van de tafel, gooit alles er terug in en overhandigt het aan een andere agent, die haar eigendommen meeneemt naar een andere ruimte uit het zicht van Gaby. 'U mag die kant op lopen.'

In stilte wordt Gaby door gangen en vergrendelde deuren begeleid totdat ze een grote ruimte betreedt waar het duidelijk veel rumoerig is. Van een afstand kan ze het geluid al horen en als ze binnenkomt, ziet ze rijen met tafels, sommigen bezet en anderen leeg. De bezette tafels hebben altijd een gevangene aan de ene kant en de bezoeker aan de andere kant. De twee types zijn echter moeilijk uit elkaar te houden; de gevangenen hebben geen pak aan zoals Gaby dat gewend te zien is op TV. Even lijkt het daardoor een gewone gebeurtenis te zijn, maar als haar oog op het derde type persoon in de ruimte valt – de bewakers die langs de randen opgesteld staan en hun blikken over de gesprekken laten glijden – dringt het tot Gaby door dat ze in een gevangenis is.

'U heeft een uur,' sluit de begeleidend agente af. 'Ze heeft nog meer bezoek vandaag.'

De afsluitende woorden lijken niet eens tot Gaby door te dringen. In plaats daarvan zoeken haar ogen naar Anne-Marie, omdat ze die nog steeds niet heeft gezien. Eén gebaar van de agente is genoeg om haar te duiden waar ze is.

Dat is het moment waarop hun ogen elkaar ontmoeten.

Het zijn ogen die Gaby in geen jaren meer gezien heeft, maar als ze ze ziet, herkent ze ze gelijk. Ze zijn bijna identiek aan de hare en zijn over de jaren vrijwel niet veranderd. Om de ogen heen zitten meer kraaienpootjes dan vroeger – dat kunnen we Anne-Marie niet kwalijk nemen – en de blauwe kleur van haar irissen lijkt iets grijzer te zijn gekleurd, al kan dat ook aan de belichting in de ruimte liggen. Hoe dan ook, het in de ogen kijken van haar moeder geeft Gaby een ongemakkelijk gevoel en een knoop in haar buik.

Bij Anne-Marie keert er een sprankeling terug. 'Gaby,' zegt ze. Haar gezicht klaart op.

Haar moeder ziet er... gewoon uit. Aan niets is te zien dat ze een gevangene is – geen wild kapsel, geen gevangenispak, geen tatoeages voor zover Gaby dat kan zien. Ze draagt een lichtgekleurde blouse en een blauwe spijkerbroek met witte sneakers – Nikes.

Anne-Marie lijkt niet te kunnen wachten om haar dochter te benaderen. 'Je wilt niet weten hoe blij ik was toen ik hoorde dat je zou komen.' Haar gezicht klaart spontaan op.

Gaby blijft op dezelfde plek staan, ongeveer tien meter bij de tafel waar haar moeder aan zit vandaan.

'Kom dichterbij, alsjeblieft,' zegt Anne-Marie. Ze houdt haar hoofd schuin en er verschijnt een kleine, goedbedoelde lach op haar gezicht. Als ze haar zo ziet, is het net alsof ze een vreemde aankijkt. De vrouw die tegenover haar zit, heeft ze al jaren niet gezien en ook al hebben de ogen iets vertrouwds, in alle andere opzichten had ze een vreemde kunnen zijn in plaats van de hechtste bloedverwant.

Voorzichtig zet Gaby een paar stappen in haar richting. Ze kan het ongemakkelijke gevoel maar niet van zich afschudden.

'Ben je je tong verloren?' Er klinkt een lach door in haar stem. 'Gaby, ik ben het, je moeder.'

Het is lang geleden dat ik dit gedaan heb

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Het is lang geleden dat ik dit gedaan heb... Driedubbele update! Get ready for some drama 😏

Elliot | WATTY WINNAAR 2020Where stories live. Discover now