Hoofdstuk 19.2

65 8 4
                                    

Anne-Marie wendt haar blik af en laat haar ogen glijden langs de grote klok aan de wand aan haar rechterhand. 'Uiteindelijk zei ik hem dat het me beter leek om het een andere keer te bespreken, dat we nu gewoon moesten gaan slapen. Zodra de drank uit zijn lichaam was, zou hij veel aanspreekbaarder zijn, wist ik. Hij zei ja, maar dat was niet het einde van de discussie. Sterker nog, hij ging door, en de dingen die hij zei waren nog pijnlijker dan eerst.' Ze zucht. 'Hij zei... Het ging te ver. Uiteindelijk zei hij – en hoe we tot dit punt terechtkwamen, is nogal wazig, maar vanaf dit punt herinner ik me alles haarscherp. Hij zei...' Ze schudt haar hoofd. 'Dat hij jullie – Finn en jij – niet gewild had. Het was niet ons plan geweest om zwanger te worden, maar toen we erachter kwamen, hadden we samen de keuze gemaakt om ermee door te gaan. Nu zei hij plots dat hij had gewild dat ik een abortus had gehad. Jullie huilden te veel, kosten hem een berg geld, overal lag speelgoed, jullie kregen alle aandacht... Hij had duizenden redenen om jullie te haten.'

Gaby heeft nooit de kans gekregen om haar vader te leren kennen – ze was twee jaar oud toen hij stierf – maar ze had hem altijd als het slachtoffer gezien, niet de slechterik. Het beeld dat Anne-Marie van hem schetst staat daar haaks op.

'Hij schreeuwde zo hard.' Anne-Marie maakt zich klein, alsof ze in haar hoofd weer in die woonkamer was, tweeëntwintig jaar geleden. 'Hij ging maar door. Ik zei dat we het er de dag erna over zouden hebben. Dan zou het vast wel overwaaien, dacht ik nog. Ik vroeg hem of we naar boven zouden gaan richting de slaapkamer en probeerde hem van het onderwerp af te leiden, voordat hij nog meer hatelijke dingen zou zeggen die hij niet meer terug kon nemen.' Ze slikt, maar toch praat ze verder. Haar stem is nog zachter dan eerst. 'Hij zei dat hij niet van jullie hield. Dat niemand in dit huis hem dierbaar was.' Anne-Marie haalt bevend adem. 'Dat hij mij was kwijtgeraakt aan de kinderen, dat de tweeling hem niets deed, en dat hij achterbleef met de lasten om voor iedereen te zorgen. Daarna begon hij over Elliot: dat hij een kind in huis had genomen dat niet van hem was–'

'Van wie dan?'

'Matthijs.'

Als een beeld uit een horrorfilm doemt een lang, mager figuur op gehuld in een grijze, stoffige jas. Het beeld komt van de avond dat Matthijs haar thuis had opgewacht en nu het zo plotseling opdoemt, trekken de rillingen over haar rug.

Anne-Marie praat onverstoord verder, niet bewust zijnde van het feit dat die naam bij haar dochter bekend is. 'Hij is een ex, maar ik had weinig – of zelfs geen – contact meer met hem op dat moment. Het enige teken dat hij ooit deel had uitgemaakt van mijn leven was Elliot zelf. Ik had hem achter me gelaten en had mijn leven toegewijd aan mijn nieuwe gezin. Ik was blij dat Elliot daar deel vanuit kon maken.' Ze vouwt haar handen samen. 'Ik dacht dat Rick er hetzelfde over dacht, maar die avond...' Ze aarzelt even. 'Hij zei: "Waarom zou ik voor een kind moeten zorgen dat niet van mij is?"'

Anne-Marie bijt op haar lip en haar ogen ontmoeten die van Gaby. Gaby verwerkt nog het feit dat Matthijs de vader van Elliot is en alle implicaties die dat feit heeft. Ze heeft moeite om Anne-Maries verhaal te volgen en dwingt zichzelf beter te concentreren.

'Ik vertelde hem dat het onze kinderen waren, dat we om hen – jullie – gaven. Dat werkte niet. Op dat moment zou emotie hem niet op andere gedachten brengen; het hele leven en het principe van empathie ging aan hem voorbij. Hij zei de lelijkste dingen.' De herinnering aan Ricks woorden lijken Anne-Marie zelfs nu nog pijn te doen. '"Ik wilde de tweeling niet eens," zei hij. 'Waarom zou ik wel voor een kind van een ander willen zorgen?" Ik vertelde hem dat het niet uitmaakte wie de vader was als we een familie wilden zijn, maar mijn woorden drongen niet tot hem door.'

Pas nu komt de ernst van de situatie bij Gaby binnen: als het aan haar vader lag, was ze er niet geweest. Dan had ze niet het leven geleid zoals ze dat heeft gedaan en had ze hier nu niet gezeten, geklemd tussen de koude, stijve muren van de gevangenis.

'Toen zei hij: "Wat mij betreft, was de tweeling er nooit geweest."' Anne-Maries ogen zijn vochtig als ze dit zegt. 'Er viel een stilte en hij vond het nodig die op te vullen met: "Ze mogen dood zijn, allemaal." Ik wist dat hij het niet meende, dat het de alcohol was die het zei, maar toch... Het deed pijn.'

Gaby slikt, maar ze onderbreekt haar moeder niet.

'Elliot had dit allemaal gehoord,' vertelt Anne-Marie. 'Hij was wakker geworden van je vaders geschreeuw en de trap af geslopen, zonder dat een van ons twee het opmerkte. Plots stond hij naast me, zijn vuisten gebald en zijn lippen op elkaar geperst. Het duurde niet lang voordat hij in de hoge, jonge jongensstem begon te gillen. Hij zei net zulke lelijke dingen als Rick eerder. "Je mag Finn en Gaby geen pijn doen!" En hij begon met zijn vuisten te slaan. Niet eens zachte klappen, zoals je gewend bent van een jongetje dat stoeit, maar echt rake klappen ter hoogte van Ricks maag.' Anne-Marie kijkt nog eens om haar heen om er zeker van te zijn dat niemand meeluistert. 'Ik pakte hem vast en zei dat hij terug naar boven moest. Ik beloofde hem dat ik nog wel even met hem zou praten, maar hij duwde me weg en greep naar het aanrecht om een verdedigingswapen te hebben. Hij wist dat hij niet sterk genoeg was om zijn vader aan te kunnen, maar het mes dat daar nog lag bracht de schaal weer in balans.'

'Waar waren Finn en ik?' vraagt Gaby.

'Jullie sliepen. Volgens mij zijn jullie niet eens wakker geworden van het lawaai.'

Een knik van Gaby dat ze het begrijpt is voor Anne-Marie genoeg om verder te gaan met haar verhaal. 'Rick werd alleen maar bozer toen hij de zesjarige Elliot met een mes in de hand zag, klaar om zijn broertje en zusje te verdedigen. Een buitenechtelijk kind dat het opnam voor een halfbroer en -zus? Dat kon hij niet serieus nemen, zeker niet in die staat. Verdoezeld door alcohol stapte hij naar voren en daagde Elliot uit. Hij zei dat Elliot hem nooit iets aan zou durven doen.' Ze schudt haar hoofd. 'Ik weet niet... Ik herinner me het niet goed meer. Het was een vlaag van woorden, vloeken en stoten, en ik stond enkel vanaf de zijlijn toe te kijken. Het drong pas echt tot me door dat ik iets moest doen toen Rick op de grond lag en Elliot nog steeds het handvat van het mes vasthield, dat de buik van zijn stiefvader had doorboord. Of het per ongeluk of expres was, weet ik niet. Wat ertoe leidde dat het zo ver kwam, kan ik me niet herinneren. Maar ik weet dat het gebeurd is. Voordat ik had beseft wat er aan de hand was, was de situatie uit de hand gelopen en was ik te laat om er nog iets aan te kunnen doen.'

Elliot | WATTY WINNAAR 2020Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu