24.

418 8 2
                                    

~Eefje~

Ik wordt wakker van mijn beltoon en open mijn ogen. Vannacht heb ik in Martijns bed geslapen, zoals ik wel vaker doe sinds hij op tour is. Ik pak mijn telefoon en neem op. 'Hallo?'. 'Goedemorgen sleepy head. Jij bent bij Martijn toch?'. 'Ja, hoezo?'. 'Uhm, niet schrikken please, maar je moeder is gezien rond zijn appartement en ik ben nu met Alex, Ed en de politie richting jouw'. Ik slik en meteen ben ik wakker. Even weet ik niet wat ik moet zeggen. 'Maar ze kan toch niet binnen komen?'. 'Dat heb je dan fout gedacht' zegt een stem vanuit de deuropening. Ik schrik en laat bijna mijn telefoon vallen. 'Janne, help!'. 'We komen er aan! Houd even vol en blijf leven please'. 

Janne hangt op en ik duw me tegen het hoofdeinde van het bed. 'Niet het ontvangst dat ik verwacht had, maar ja'. 'Waarom ben je hier?' vraag ik, met een duidelijke trilling in mijn stem. 'Mag een moeder haar dochter niet even bezoeken?'. 'Maar dit is niet mijn appartement. Hoe wist je dat ik hier was?'. 'Ik heb je gestalkt natuurlijk'. 'Ok, dat is totaal niet creepy om te horen van je moeder'. Mijn moeder zet een stap dichterbij en ik druk me harder tegen de muur. 'Waarom doe je dit, waarom haten jullie me zo?' floept er uit mijn mond. 'Omdat jij een misbaksel bent. Een foutje. Je had nooit geboren mogen worden. Door jou werd ik dik. Door jou hielt hij niet meer van me! Alles is jou schuld!' roept ze kwaad. Ik krimp ineen en pak een kussen ter bescherming. Mijn moeder lacht schamper. 'Dat wil jou gaan beschermen tegen dit?!'. Ze haalt een pistool uit haar zak en richt het op mij. 'Zeg maar dag tegen je geliefde leven!'. Op het moment dat ze wil schieten knalt de deur open en komen er allemaal politie mensen binnenstormen. Mijn moeder schrikt maar blijft haar pistool op mij richten. 'Doe me iets en ik vermoord haar!'. Meteen zijn alle politie leden op hun hoede en staan ze ongeveer een meter van ons stil. Behalve een man. Hij richt zijn pistool op haar en schiet in haar been. Tegelijkertijd haalt mijn moeder de trekker over en schiet ze in mijn richting. Ik krimp in een en wacht op de pijn die moet komen. Ik hoor het geschreeuw van mijn moeder en de agenten en nog steeds wacht ik op de kogel die mij moet raken.

Maar die komt niet...

Ik kijk op en zie een gat in het kussen. 'huh?'. Er komt een agente naar me toe gesneld. 'Meisje toch, ben je oke?!'. 'W-waarom b-ben ik niet dood?' stotter ik. De agente wijst naar mijn telefoon. 'Je telefoon heeft de kogel tegengehouden'. Verbaast kijk ik naar mijn telefoon. De kogel zit er inderdaad nog in en heel mijn telefoon is kapot. 'Wat? Hoe dan?'. 'De wereld is een magische plaats' is het enige wat de agente zegt. De agente haalt het kussen voorzichtig uit mijn handen en neemt ook mijn telefoon aan. 'Bewijsmateriaal. We zullen je vrienden voor je halen'. Ik knik als verdoofd en ze staat op. 

Niet veel later stormen Janne, Ed en Alex de slaapkamer binnen. De politieagenten zijn bezig met het schoonmaken van de kamer en ik wordt meteen in een knuffel getrokken door Janne. 'Je leeft nog! Je leeft! Ik was zo bang!' huilt ze. Nu dringt het pas tot me door. Ik leef nog! Ik ben niet dood! 'Ik heb gewonnen!' fluister ik. Achter me hoor ik zacht gelach. 'Hoe kun jij altijd dingen zeggen wanneer het daar niet het moment voor is?'. Janne laat me los en ik draai me om. Daar staat Ed met een betraand gezicht. Ik loop naar hem toe en hij geeft me een stevige knuffel. 'Ik ben blij dat ik je nog kan knuffelen zusje!'. Ik glimlach. 'Ik ook Ed, ik ook'. Nu rollen er ook een paar tranen over mijn wangen heen. Ik laat Ed los en geef ook Alex een knuffel. Alex en ik kunnen goed met elkaar opschieten. We hebben al veel met zijn drieën gedaan en ik heb geaccepteerd dat Jalex nu iets is in plaats van Janis. Dus nu is hij ook een goede vriend van mij.  Als Alex me los laat trekt Janne me mee naar het bed. Er komt een agente naar ons toe. 'We gaan weer. Er staat een groep jongens onderaan bij de ingang die zeggen dat ze u kennen en graag naar boven willen. Is het oké?'. 'Kunt u een naam noemen?'. 'Zegt Martijn Garritsen u iets?'. 'Ja, laat maar binnen'. De vrouw knikt en loopt weg. Ik laat me in de kussens vallen waar ik minder als een uur geleden nog bang achter zat. 'Ik moet dit nog steeds allemaal even verwerken' zucht ik. 'Neem je tijd. We gaan niet weg' zegt Ed, en hij laat zich naast me vallen. Ik sluit mijn ogen en probeer alles op een rijtje te zetten. Maar hierdoor rollen er alleen maar meer tranen over mijn wangen. Ed trekt me tegen zich aan en ik verstop me in zijn shirt. De deur vliegt weer open. 'EEF!'. Martijn komt binnenrennen en ploft naast me neer. Ik laat Ed los en meteen slaat Martijn zijn armen om me heen. De rest van het team komt hijgend binnen. 'Eefje, ben je oké?' vraagt Watse. Ik steek een duim op. 'Gast je huilt! je bent duidelijk niet oké!' zegt Louis. Ik grinnik kort en druk mijn hoofd dan weer in Martijns sweater. Zachtjes snuif ik zijn geur op. 'Ik zei toch dat je geen andere sweater aan hoefde te trekken. Zo te zien houd ze ervan' zegt RJ, waarschijnlijk naar Martijn. Ik hoor Martijn overdreven zuchten en weet gewoon dat hij nu met zijn ogen rolt. Ik moet weer grinniken en naast me gaat Ed rechtop zitten. 'Ik denk dat we de tortelduifjes even alleen laten. Zo te zien komt het wel goed'. Het bed beweegt en ik hoor mensen weg lopen. 'Ed?'. 'Ja?'. Ik steek mijn middelvinger in de lucht en hoor Ed lachen. 'Ik houd ook van jou!'. De slaapkamerdeur gaat dicht en Martijn begint door mijn haar te kroelen. 'Wil je praten of wat wil je doen?'. 'Kunnen we hier gewoon even blijven liggen?'. 'Prima'. Dus dat is wat we doen.

LIFE HATES ME; MARTIN GARRIX✔ (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu