Het twaalfde slachtoffer. Deel 1

25 7 1
                                    

Va top tot teen ingepakt stond Lotte voor de bioscoop. Haar neus, die net boven haar dikke witte wolle sjaal uit stak was vuur rood van de kouw, haar hare zaten achter in haar jas en op haar oren zaten grote harige fel roze oorwarmers. Ze blies in haar handschoenen en wreef haar handen snel over elkaar, voor ze deze in haar jaszakken deed. Het was koud deze winter, zelfs al had het nog niet gesneeuwd.

Met wat ik van Lotte wist, had ik eigenlijk niet verwacht dat ze op zou dagen en dat ik iets anders zou moeten verzinnen. Maar ondanks de kouw, de kans dat ze morgen weer ontzettend ziek zou zijn en dat ze het huis uit had moeten sluipen stond ze hier op mij te wachten. Of ja. Ze stond te wachten op een meisje dat vroeger bij haar op de kamer in het ziekenhuis had gelegen, die onverwachts twee maanden geleden contact met haar had gezocht. Lotte had geen idee dat het een bedrog was. Het meisje had natuurlijk echt bestaan, net als hun verleden samen. Maar de persoon op wie ze nu stond te wachten had hier niets mee te maken gehad. Nee ik had Roos compleet bij elkaar verzonnen uit dingen waar ik Lotte met haar zus of moeder over had horen praten. De eerste dag dat ik Lotte was tegengekomen was niet al te lang geleden geweest. Oranje bladeren vielen van de bomen en het mooie meisje werd in een rolstoel rondgereden door het park door haar zus. Ze waren interessant, dus volgden ik ze om meer over ze te weten te kunnen komen. Ze waren aan het lachen en haar zus zette de rolstoel op slot voor een klein meertje langs een bank. Zelf ging ze op de bank zitten en haalde een klein zakje met eenden brokjes uit haar tas. Even hadden ze de tijd van hun leven, grapjes maken, eenden voeren, lachen. Alles veranderde toen Lotte uit het niets begon te hoesten en kreunde van de pijn. Toen ze haar hand van haar mond af haalde zat deze helemaal onder het bloed en haar zus trok wit weg. Direct belde haar zus hun moeder en liep met Lotte naar het zorghuis waar ik ze uit had zien komen. Later kwam ik er achter dat Lotte al haar hele leven ziek was. Haar immuun systeem was ontzettend zwak en er waren dagen bij dat er werd overwogen of het niet beter was voor haar om in quarantaine te leven. Daar was Lotte zelf alleen helemaal op tegen. Ze was pas zestien en al meer dan de helft van haar leven had ze doorgebracht in ziekenhuizen, het zorghuis of in andere zorginstanties. Er werd goed voor haar gezorgd en de dagen dat het goed met haar ging deden haar familie en verzorgers zo veel mogelijk met haar samen. Lotte was er ook van overtuigd dat ze op een dag beter zou worden en dan wilde ze zelf dokter worden. Ze had een persoonlijke verzorger en leraar die haar zo veel mogelijk leerde als ze kon. En wanneer zij het niet meer kon, hadden ze een laptop voor haar gehaald, zodat ze wanneer ze het kon online klassen kon volgen. Ze was zo ontzettend slim en bleef praten over de wonderbaarlijke dingen die ze zou gaan doen als ze niet meer zo vaak ziek was. Haar grootste wens was vrienden kunnen maken. Dat was hoe ik de eerste keer van Roos had gehoord. Het meisje dat toen ze klein was maanden bij haar op de kamer had gelegen en waar ze nog jaren brieven mee heen en weer had gestuurd, maar beetje bij beetje werd het minder tot de brieven helemaal waren gestopt. Lotte was zo blij om van "Roos" te horen toen ik contact met haar zocht en helemaal wanneer ik haar vertelde dat ik vandaag hier zou zijn. Ze wilde zo graag afspreken dat het makkelijk was om haar hier te krijgen. Ze mocht niet weg van het zorghuis, maar soms liet een van de verzorgers haar wel eens weg glippen, zolang ze beloofde haar telefoon bij te houden en voor elf uur terug te zijn. Ik had dit al vaker zien gebeuren, maar dat hoefde niet te betekenen dat het vandaag ook zo zou zijn geweest. Kijkend naar Lotte die trillend voor de grote gesloten deuren om zich heen keek, ademde ik langzaam uit. Nee of ze nu stiekem weg had moeten gaan of toestemming had gekregen maakte nu ook niet meer uit. Op zijn vroegst zouden ze haar missen met de ochtend dienst en zelfs dan wist niemand waar ze nu was. Ik had haar op het aller laatste moment, toen ik al wist dat ze niet meer daar was en berichtje gestuurd om onze ontmoeting plaats te veranderen. Zelf als iemand eerder dacht dat er iets mis was, zouden ze nog uren op de verkeerde plek aan het zoeken zijn. De wegen waren rustig en heel zelde liep er iemand langs, die niet echt naar haar op keken. Het was koud, donker en de winkels waren dicht. Langzaam liep ik op haar af en stootte bewust tegen haar aan. Het was veel oefenen geweest, maar zonder problemen lichtte ik de telefoon uit haar zak en schoof het in die van mij, terwijl ik deed alsof ik vooruit struikelde.

'Sorry, ik had je niet gezien,' zei ik een glimlach onderdrukkend. Lotte gaf een snelle glimlach en zette een stap naar achteren.

'Kan gebeuren.' Ze deed duidelijk haar best om van me af te komen zonder onbeleefd te zijn. Ik deed alsof ik weg liep en toen ik mijn hoofd om draaide, kon ik haar schouders zien zakken. Rustig liep ik door tot ik zag hoe de laatste persoon die nog op de straat was, op mij en Lotte na. Meteen draaide ik om en liep terug. Lotte was ondertussen naar haar telefoon aan het zoeken. Ik sloop op haar af, keek om me heen en viel aan. Mijn ene arm ging om haar heen en ik hield haar tegen me aan gedrukt, met mijn andere arm ging ik naar haar gezicht en duwde een prop papier in haar mond en hield ik op zijn plaats met mijn hand. Ze was nu helemaal van mij.

The Angel Slayer (voltooid)Where stories live. Discover now