Het twaalfde slachtoffer. Deel 2

27 7 1
                                    

Ik trapte de deur open die ik een paar dagen geleden al open had gebroken en trok Lotte mee naar binnen. Ze probeerde tegen te stribbelen, maar was niet sterk genoeg om iets tegen me in te kunnen brengen. Haar handen klampte zich om mijn arm zonder grip te kunnen vinden. Elke keer als ze probeerde mijn arm weg te trekken gleden haar handschoenen over de gladde stof van mijn jas. Een stekende pijn in mijn voet schoot door mijn lichaam en door de schok verstrakte ik mijn grip. Ik keek naar beneden en zag hoe ze haar voet op tilde en hem op mijn voet probeerde te stampen, maar deze keer was ik op tijd met het terugtrekken van mijn voet en haar voet raakte met een klap de grond. Ze kromp in elkaar maar door mijn armen om haar heen kon ze niets. Ik trok haar mee naar de wc's. Ik duwde haar in een van de hokjes, liep naar de deur en draaide hem op slot. Er waren geen ramen en zelfs al zou ze me door een mirakel kunnen overmeesteren, kon ze nu nog geen kant uit. Uit het hokje kwamen braak geluiden gevolgd door een hoestbui. 

'Wil je wat water Lotte?' Ondanks het hoesten kon ik horen hoe de deur van het hokje in zijn slot viel. Mijn engel had de deur op slot gedaan, wat slim van haar. Trots dat ze zo hard haar best deed om zichzelf te beschermen en geïrriteerd dat ik hier niet op voorbereid was liep ik naar de prullenbak waar ik eerder die dag mijn rugzak in had gestopt, misschien dat hier iets in zat wat ik kon gebruiken om het slot open te breken. Geratel en het geluid van onderdruk snikken klonk uit het hokje waar Lotte zichzelf had ingesloten. Ik wist dat boven haar hokje een luchtschacht was, maar die was veel te smal om door heen te klimmen, dat niet alleen hij zat strak dichtgeschroefd en zou niet zomaar los komen te zitten. Met een hand opende ik de prullenbak en trok mijn tas er uit.

'Je gaat hier echt niet weg komen Lotte. Maak de deur open en laar mij er voor zorgen dat je nooit meer ziek word.' Ze negeerde me en ik kon haar horen vloeken. Na haar uitbarsting kon ik horen hoe haar ademhaling sneller werd en het geluid van scheurend wc papier bleef zichzelf herhalen. 

'Nee, nee, nee, nee,' snikte Lotte. Het voelde alsof er een steen op mijn maag werd gegooid. Wat was er aan de hand? Meteen stopte ik met zoeken door mijn tas en trapte zo hard ik kon tegen de deur. Het kostte me drie trappen voor de deur open zwaaide en met een bonk tegen Lotte haar zij aan kwam. Ze schreeuwde het uit van de pijn, haar handschoenen lagen op de grond en ze hield een grote bol opgepropt wc papier tegen haar vingers gedrukt. Nu ze op de grond lag, begon haar hand los te laten, om naar haar zei te gaan waar een harde krak vandaan was gekomen toen de deur haar raakte. Het papier viel van haar vingers en bloedende vingers vol gebroken nagels kwamen tevoorschijn. Ik zag hoe het wc papier voor een groot gedeelte al doordronken was met bloed en er nog meer langs haar handen naar beneden liep, voelde ik een rilling over mijn rug gaan. Zou het er ook zo uit zien wanneer ik haar vereeuwigde?

Strepen bloed zaten over het ventilatie rooster en de tegels van de muur. Ze was zo gewond geraakt voor een ontsnappingsroute die nooit had gewerkt. Ik was trots op mijn engel haar vechtlust, maar ik wist ook dat haar vereeuwiging nu hoe dan ook ging gebeuren en de pijn die ze zichzelf nu had aangedaan was niet nodig geweest. Ze tilde een van haar bloedende handen op en legde hem op haar zei, een schreeuw van pijn galmde door de ruimte toen ze haar handpalm op haar ribben legde. De kraak die ik had gehoord toen de deur open klapte, ging weer door mijn hoofd en met een frons keek ik naar haar lichaam.

'Lotte, ik wil je echt niet meer pijn doen dan nodig is. Het zou beter voor je zijn als je mee werkt.' Tranen liepen in stroompjes over haar wangen en met grote bangen ogen keek ze me aan.

'Hoe weet je wie ik ben? Wat wil je van me? Laat me alsjeblieft gaan.' Ze duwde zichzelf naar achter met haar voeten, maar zette zichzelf alleen maar vaster in het hoekje waar ze in lag. Bij de beweging kon ik zien hoe ze op haar wang beet, maar de kreun van pijn kon ze niet onderdrukken. Ik draaide om en pakte mijn mes, het waren maar een paar seconde en ik kon het licht haar ogen zien verlaten toen ze van mij naar het mes in mijn handen keek.

'Nee... nee alsjeblieft niet.' Ze liet zichzelf plat vallen, schreeuwen van pijn galmde door de kamer, terwijl ze probeerde onder de rand van het hokje door te kruipen. De ruimte was maar net groot genoeg om haar arm onderdoor te steken, meer niet. Toch stopte het haar niet. Ze bleef proberen. Ze veroorzaakte zichzelf zo veel meer pijn dan nodig was. Ik stond met twee stappen over haar lichaam en trok haar aan haar haren omhoog. Met mijn voet stond ik op een van haar armen en ze kon geen kant meer op. 

'Je doet jezelf alleen maar pijn Lotte. Ik wil je alleen maar helpen,' Lotte begon luid te snikken en probeerde naar mijn been te rijken met haar vrije arm, maar het lukte haar niet. 

'Je hoeft niet langer te leiden en te vechten engel. Je kunt nu eindelijk naar de plaats waar je thuis hoort.' Ik sneed haar sjaal door en trok hem weg van haar nek.

'Alsjeblieft laat Roos niet op me wachten.' Snikte ze. Lotte stopte met vechten.

'Daar hoef je je geen zorgen over te maken Lotte. Roos komt niet. De Roos waar je de laatste maanden mee hebt gepraat bestaat niet. 

'Wat...' Voor ze verder kon gaan met praten haalde ik het mes door haar nek. Voor even kwam er een gorgelend geluid uit haar keel voor al haar bewegingen stopte en het bloed uit haar lichaam begon te stromen. Het was maar goed dat ik al meer ervaring had met het opruimen dan hiervoor. Er waren nog geen drie uur voorbij of Lottes telefoon bleef af gaan. Na het voor de zoveelste keer hetzelfde nummer af te hebben horen gaan pakte ik de telefoon op en gooide hem in de waterbak van de wc. Daarna had ik Lotte opgepakt en mee genomen naar de grote zaal, zodat ik haar klaar kon maken.

Met een trots gevoel keek ik naar mijn meesterwerk. Ze zat in de middelste stoel van het theater met haar haren in een hoge staart. In tegenstelling tot anders had ik een spijkerbroek en simpel t-shirt voor haar geregeld met een lange witte doktersjas er over heen. Ze had haar handen over elkaar geslagen in haar schoot, om haar nek zat verband en de handschoenen over haar handen verborgen de verschrikkelijke wonden die ze zichzelf had aangedaan. Om haar heen, over de grond en in de andere stoelen lag alles vol met zijden tulpen van verschillende kleuren. Ondanks dat het minder groots of speciaal er uit zag als sommige engelen die haar voor waren gegaan, maar het paste perfect. Dit zou het dichtste zijn wat ze ooit bij haar droom kon komen. Met een goed gevoel draaide ik mezelf om en liep naar de nooduitgang. Ik was klaar voor vandaag. Het was tijd om weer te vertrekken.

The Angel Slayer (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu