Hoofdstuk 4: Strand

935 27 46
                                    

Pov Louis

Als ik 's ochtends wakker word, ligt Harry nog te slapen. Heel stilletjes stap ik het bed uit. Uit mijn kast pak ik een joggingbroek en sweater. In de badkamer kleed ik me even snel om. Harry is overal doorheen blijven slapen. Ik loop de slaapkamer uit en ga naar beneden. Daar trek ik mijn schoenen aan, pak mijn sleutels en stap in de auto. Hopelijk slaapt Harry nog een paar uurtjes.

Eenmaal op het strand loop ik meteen naar de golfbrekers en ga daarop zitten. De zon is pas net aan het opkomen. Het is heel mooi om die zon net boven de zee uit te zien komen. De zonopgang en zonsondergang vind ik sowieso heel mooi om te zien.

Voor een paar seconde vergeet ik al mijn zorgen en kijk alleen naar de zonsopgang. Hoe vaak zal ik deze zonsopgang nog kunnen zien? Hoe vaak zal ik hier nog op het strand kunnen zitten? Bij al die kleine dingetjes denk ik nu na.

Het golven van de zee geeft mij een beetje rust in mijn hoofd terug. Rust om na te denken over wat er allemaal staat te gebeuren. Rust om nog een keer goed na te denken over de keuzes die ik moet maken. Harry heeft mij helemaal van de wijs gebracht. Ik had alles helemaal uitgestippeld. En één gesprek met Harry heeft mij helemaal van slag gemaakt. Die jongen... één blik van hem brengt mijn hele hart en hoofd op hol.

Maar is dit echt wat ik wil? Wil ik mijn zusjes en broertje die pijn aandoen? Harry zegt dat ik voor hem moet vechten, maar wil ik dat wel? Wil ik Harry terug? Wat nou als ik van die kanker af ben en hij mij dan alsnog in de steek laat. Of nog erger... Als hij mij midden in de chemo's in de steek laat. Ik kan straks niet meer voor mezelf zorgen, wie gaat dat dan doen? Gaat Harry dat van mij overnemen. Kan hij dat wel aan? Als ik dit gevecht aanga gaat het heel zwaar worden, niet alleen voor mij. Ik kan dit niet alleen. Ik kan het niet alleen.

Paniek begint al weer bij me op te zetten als ik denk aan dat gevecht wat ik moet gaan leveren. Dat gevecht gaat het laatste beetje energie wat ik nog heb volledig vernietigen. Daarbij heb ik mensen nodig om me er doorheen te slepen. Mensen die het niet opgeven, op het moment dat ik dat wel wil. Als het aan mij ligt, geef ik het namelijk nu al op.

"Ik dacht al dat je hier zou zitten." Hoor ik ineens achter me. Als ik me omdraai zie ik dat het Harry is. Snel veeg ik de tranen van mijn gezicht. Harry geeft mij een kus op mijn wang en gaat dan naast mij zitten. "Haz, dit kun je niet doen als je er niets bij voelt. Het is oké als je niets meer voor mij voelt. Je bent verder gegaan met je leven." Zeg ik. Maar Harry schudt zijn hoofd en zegt: "Snap dat dan... Ik ben niet verder gegaan met mijn leven. Ever Since New York, gaat over onze break-up in New York. Sweet creature gaat over jou. Two Ghosts gaat over ons. Ik ben niet verder gegaan, Lou." Al deze informatie maak het nadenken niet makkelijker.

Vermoeid wrijf ik over mijn slapen. Alles geeft mij hoofdpijn de laatste tijd. Dat was het eerste symptoom. Die barstende koppijn de hele dag door. Ik sluit mijn ogen in de hoop dat de hoofdpijn een beetje zakt. "Wat is er, Lou?" Vraagt Harry bezorgd. Ik schud mijn hoofd en antwoord: "Niks, gewoon hoofdpijn." Harry begint dan door mijn haar heen te strelen. Ik open mijn ogen en glimlach zwakjes. Het was de bedoeling dat ik hier kwam om na te denken. Daar is nu nog helemaal niets van terecht gekomen.

Zal het dan allemaal waar zijn wat Harry zegt? Heeft hij spijt gehad van onze beslissing om het uit te maken? Heeft hij mij echt al die tijd gemist? Heeft hij die liedjes over ons geschreven? Ik dacht juist dat hij graag apart verder wilde. Dat hij geen relatie meer met mij wilde. Dat hij al die liedjes over andere meisjes had geschreven. Ik snap er echt helemaal niets meer van.

"Haz." Zeg ik. Harry stopt met door mijn haar strelen en kijkt mij aan. "Als je echt van mij houdt, ben je eerlijk tegen mij. Wil je weer een relatie, of wil je vrienden blijven? Want dat geeft niets. Als je vrienden wilt blijven ben ik daar ook gelukkig mee." Ga ik verder. Harry legt zijn hand op mijn wang en zoent mij innig. "Lieve, lieve, Louis William Tomlinson, ik wil jouw vriend zijn. Ik wil een relatie met jou en jou alleen." Zegt hij. Het kan gewoon niet waar zijn. Straks word ik wakker en heb ik dit alles gedroomd. Harry wilt mij niet meer. Harry verdient beter.

Harry pakt allebei mijn handen en zegt: "Louis, ik wil jou. Ik wil niemand anders." "Harry, ik ga dood." Zeg ik. Harry schudt zijn hoofd en zegt: "We gaan samen vechten en jij gaat beter worden. Je laat die klote kanker toch niet van je winnen. Jij bent veel sterker dan die kanker." Mijn hoofd begint steeds harder te bonken. Ik klem mijn handen om mijn hoofd. "Oké, oké, rustig. We pakken dit stapje voor stapje aan. Louis, wil je mijn vriend zijn?" Vraagt hij. Harry legt een hand onder mijn kin en duwt mijn hoofd zachtjes omhoog, zodat ik hem aankijk. "Ja, Hazza. Ja, ik wil jou vriend zijn. Niets liever dan dat." Antwoord ik. Harry glimlacht en zoent me dan nog een keer.

Als Harry de kus verbreekt, slaat hij zijn arm om mij heen en zegt: "Kom we gaan naar huis." Ik knik. Harry helpt mij opstaan en dan lopen we terug over het strand naar onze auto's. Voor ik mijn auto instap zeg ik: "Als jij echt wilt dat ik vecht, kun je mij niet alleen laten. Ik heb je nodig. Ik kan dit niet alleen." 

Too Young (Larry Fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu