Hoofdstuk 7: Twijfels

798 27 27
                                    

Pov Louis

Als ik wakker word heeft Harry nog steeds mijn hand vast. Ik ben zo blij dat hij er nog is. "Je bent er nog." Zeg ik verbaast. Harry knikt en antwoord: "Ik ga ook niet weg. Dit doen we samen." Zachtjes knijp ik in zijn hand. Een traan rolt over mijn wang toe. De laatste paar dagen moet ik steeds meer aan mijn moeder denken. Hoelang zal het duren voordat ik haar terug zie?

Harry veegt de traan van mijn wang en zegt: "Het komt allemaal goed, Boo." Boo... Die naam heb ik lang niet meer gehoord. "Jij bent daar veel zekerder van dan ik." Antwoord ik. Eigenlijk heb ik het al opgegeven. Ik vecht, omdat Harry het wilt. Voor mij maakt het eigenlijk niet uit. Ik heb er vrede mee als ik zou overlijden.

Dan ineens komt er een vlaag van misselijkheid over mij heen. Ik schiet meteen overeind en sla mijn hand voor mijn mond. Harry springt op en houdt een bakje voor mijn mond. Harry haalt voorzichtig mijn hand weg voor mijn mond. Ik sluit mijn ogen en hoop dat die misselijkheid zo weg trekt. De dokter had al verteld dat misselijkheid een bijwerking van de chemo is. Er waren nog veel meer bijwerkingen, maar ik zat al ergens anders met mijn gedachten.

"Open je ogen, babe." Zegt Harry. Dus ik open mijn ogen weer. Harry glimlacht opgelucht. "Ik wist niet of je nog bij bewustzijn was." Zegt hij. Ik glimlach alleen zwak. Harry streelt door mijn haar heen en vraagt: "Is de misselijkheid al minder?" Het is gelukkig wel een beetje gezakt, dus ik knik. Harry blijft rustig door mijn haar heen strelen, daar word ik ook rustiger van.

Na een tijdje komt Sofia, mijn verpleegster, terug met een kar met eten en drinken. "He Louis, hoe voel je je?" Vraagt ze. Ik knik en antwoord: "Beetje misselijk, maar het gaat wel." "Dat is fijn, wil je wat te eten of drinken." Gaat ze verder. Blijkbaar is het ondertussen al weer tijd voor de lunch. Eigenlijk durf ik niets te eten. Bang dat ik dan juist ga overgeven, maar ik heb wel honger. "Iets licht verteerbaars misschien?" Stelt Sofia voor. Ik knik. Ze legt een paar crackers op een bord. "Iets te drinken?" Vraagt ze. Ik knik en antwoord: "Thee, alsjeblieft." Ze schenkt meteen een kopje thee voor mij in. Ook Harry neemt thee en een boterham.

Als Sofia weer weg is, drink ik langzaam mijn thee op. "Thee van thuis is toch lekkerder." Zeg ik. Harry knikt instemmend. "Over vier dagen mag je weer naar huis." Antwoord hij. Daar kijk ik nu al naar uit. Mijn eigen huis, eigen bed. Veel fijner dan deze ziekenhuiskamer. Helaas zal ik hier de komende tijd vaak zijn. Gelukkig blijft Harry bij mij. Morgen komen Liam, Zayn en Niall ook weer terug. Zonder hun zou ik dit allemaal echt niet kunnen.

Vermoeid sluit ik na het eten mijn ogen weer. "Alles goed, babe?" Vraagt Harry. Als ik mijn ogen open zie ik hoe bezorgd hij mij aankijkt. Ik glimlach geruststellend en antwoord: "Gewoon moe, love. Maak je niet zoveel zorgen." Harry geeft mij een kus op mijn wang en zegt: "Sorry, ik ben gewoon bezorgd." Dat had ik nou nog niet door. Harry was altijd degene in onze relatie die bezorgd was. Hij kan zich zo snel zorgen om iets maken. Als ik bijvoorbeeld wat stiller was dan normaal, was hij bang dat hij iets verkeerd had gedaan. Pas na een paar maanden kon ik hem daaruit praten. Zullen we dat nu weer opnieuw moeten doen?

Mijn ogen vallen al bijna op. Ik schuif op in mijn bed en zeg tegen Harry: "Kom bij me liggen." "Weet je het zeker, doe ik je dan geen pijn." Vraagt Harry. Ik knik hevig en trek hem naar mij toe. Als Harry dan eenmaal echt naast mij ligt leg ik meteen mijn hoofd op zijn borst. "Dit heb ik gemist." Zeg ik tegen Harry. Harry slaat zijn armen om mij heen en antwoord: "Ik heb jou gemist." Nooit gedacht dat ik dat nog zou horen. Dat was echt wel het laatste wat ik verwacht had. Heeft die klote kanker toch nog iets goed gedaan. Door die klote kanker zijn Harry en ik weer samen.

En ineens ben ik bang dat Harry alleen bij mij terug is omdat ik kanker heb. "Haz?" Vraag ik. Harry streelt over mijn arm en antwoord: "Ja?" "Ben je alleen bij mij terug, omdat ik kanker heb, of hou je echt van mij?" Vraag ik zachtjes. Harry geeft mij een kus op mijn hoofd en zegt: "Niet zo onzeker, Boo. Ik hou van jou. Die kanker verandert daar niets aan." "Sorry." Mompel ik. Harry streelt weer verder over mijn arm en zegt: "Geeft niets. Ik ben hier om jou er nog honderdduizend keer aan te herinneren hoeveel ik van je houd." Dat stelt mij weer een beetje gerust. Ik ben altijd de onzekere in onze relatie geweest. Harry kan iemand krijgen die veel beter is dan ik, heb ik altijd gedacht. En nu al helemaal. Hij kan iemand krijgen die niet doodziek is. Hij zou zoveel beter kunnen krijgen en toch kiest hij voor mij. Dat snap ik echt niet.

"Haz?" Vraag ik dan weer. "Hmhm." Antwoord hij. Mijn ogen blijven maar dichtvallen, maar ik moet dit gewoon nog vragen. Anders blijft het in mijn hoofd rondspoken. "Wat nou als ik straks te ziek word om voor mezelf te zorgen?" Vraag ik angstig. Dat was één van de redenen dat ik niet behandelt wilden worden. De behandeling gaat mij zieker maken dan de kanker zelf. Harry laat zijn vingers verstrengelen met de mijne en zegt: "Dan zorg ik voor jou. Ik ben er voor jou, in voor- en tegenspoed. Jij zou hetzelfde voor mij gedaan hebben. Ik ga niet meer weg, Louis. Je zit aan mij vast." Zachtjes lach ik en zeg: "Nu klinkt het net alsof we gaan trouwen." "Dat gaan we ook. Zodra jij beter bent." Antwoord Harry. En met die woorden van ik in slaap.

Too Young (Larry Fanfic)Where stories live. Discover now