57

370 8 2
                                    

Sophie

"Soof, waar ben je?” hoor ik Koen roepen. Ik wil antwoorden, maar het lukt me niet. Ik krijg geen woord uit mijn mond. Ik merk dat mijn hartslag versnelt en daarna ook mijn ademhaling. Ik wil ademhalen maar voor mijn gevoel vergeet ik hoe ik het moet doen. “Hier ben je.” Koen komt naast me zitten. “Het komt goed.” Hij omhelst me. Ik wil zo graag reageren, maar het lukt gewoon echt niet. Ik probeer te ademen maar alles draait om me heen. Koen krijgt het eindelijk door. Hij staat op en rent naar de deur  "Roel, kom snel.” roept hij. “Wat is er?” Raoul komt aan rennen. “Soof ze, ze doet eng ik weet niet wat er is.” zegt Koen. Raoul komt voor mij zitten en pakt mijn handen vast. “Kom, adem met mij mee.” hij gaat heel overdreven in en uit ademen. Ik probeer zijn ademhaling te volgen en dat lukt gelukkig ook. “Goedzo.” zegt hij met een lach.

Ik zit weer binnen op de bank. Carmen geeft mij een glas water aan. Ik neem een klein slokje en zet hem dan op de tafel. “Kunnen we alsjeblieft even praten?” Matthy komt de woonkamer in lopen. Zijn ogen zijn rood. Hij heeft duidelijk gehuild. "Nee, dat wilt ze zien.” Carmen rolt haar ogen. “Prima.” zeg ik zachtjes. Matthy kijkt me verdrietig aan. Ik sta op van de bank. Hij steekt zijn hand uit. Ik wil zo graag zijn hand pakken maar ik negeer het. Ik loop achter hem aan naar zijn kamer. Hij maakt de deur open en pas nu zie ik dat zijn hand rood is. Ik loop zijn kamer binnen en zie al snel genoeg waarom zijn hand zo rood is. Er zit een gat in zijn badkamer deur. Hij gaat zitten op zijn bed. Ik ga tegenover hem zitten. “Het spijt me.” zegt hij. Hij staart naar beneden. Ik krijg niet echt de indruk dat het hem spijt. “Kijk me aan Matthy.” zeg ik fel. Misschien een beetje te fel, maar het heeft wel gewerkt. Hij kijkt me nu recht in mijn ogen aan. “Ik heb gewoon echt veel aan m'n hoofd." begint hij. “Ik ben een video meer per week aan het uploaden, We hebben ineens een extra opnamen dag, We gaan uit huis, Het kantoor en dan nog die ruzie.” Zijn ogen waren waterig. Uit huis? Hoe bedoelt hij uit huis? Ik kijk hem verbaasd aan. En zij hij nou kantoor? “Hoe bedoel je uit huis en een kantoor?” vraag ik aan hem. Hij kijkt verschrikt. “Ik wou dat je vanmiddag vertellen.” zegt hij sip. "Sophie, alsjeblieft vergeef me.” Hij pakt mijn handen beet. Ik zie een traan over zijn wang glijden. Het doet me pijn om hem zo te zien. Ik wil niet dat hij verdrietig is. “Ik reageerde te heftig en ik zal het echt nooit meer doen.” er glijdt nog een traan over zijn wang. Ik kan het niet helpen maar het doet me echt verdriet hem zo te zien en voor dat ik het doorheb, stromen mijn tranen ook alweer. “Beloof je dat?” ik maak mijn hand los uit de zijne en steek mijn pink op. “Ik beloof het.” hij haakt zijn pink in de mijne. Zijn hand is nog steeds rood en het valt me nu pas op dat er ook 2 knokkels open liggen. Ik kan niet boos op hem blijven. Hij veegt mijn tranen weg en geeft voorzichtig een kusje op mijn voorhoofd. 

“Oke dus vertel.” Ik zet zijn kraan aan en houd zijn hand eronder. “We hebben een kantoor gekocht, de huur van ons huis stopt over 4 maanden.” hij trekt zijn hand terug. “Heb je al een huis?” ik duw zijn hand weer terug onder de kraan. "Ja, ik heb er een gevonden in Ameide, Ik heb overmorgen een bezichtiging." Hij kijkt me aan. Waarom heeft hij dit niet aan mij verteld? “Ik wou met je praten omdat ik je dit allemaal wilde vertellen.” zegt hij. Het lijkt wel alsof hij mijn gedachten kan lezen. “Ga je mee?” vraagt hij. “Ik ga wel met je mee.” ik pak 2 pleisters en plak zijn wonden dicht.

Wij voor altijd  ( Bankzitters fanfictie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu