H3: Verdikte onderbroeken en vliegende mosselen

5.7K 342 131
                                    


Ik had toch wel mogen verwachten dat nu mijn pa een secretaresse had, zijn keuzes voor uitstapjes erop vooruit zou zijn gegaan. Die hoop bleek helaas vals, toen mijn vader zijn autootje parkeerde voor het meest creepy kapsalonnetje van heel Amsterdam.

Heel even hield ik de hoop dat hij alleen maar stopte om even iets van de achterbank te pakken, maar toen hij de sleutel uit het stopcontact haalde, wist ik dat het menens was.

'We zijn er, Im,' benadrukte hij nog even. Ik bromde iets bevestigends en zwaaide mijn portier open.

Normaal gesproken had mijn vader nog wel eens de neiging om zo lomp als mogelijk was te parkeren. Hij was in staat om in z'n eentje een file te creëren waarbij de hele stad vast zou komen te staan. In ieder geval hoefden we dáár in dit ver afgelegen zijstraatje niet bang voor te zijn. Hier kon een lijk minstens een week liggen meuren voor het gevonden zou worden.

Met tegenzin stapte ik uit. Een zielig belletje rinkelde toen mijn vader de deur van de kapsalon opende. Op het eerste gezicht leek er niemand te zijn, maar hier hoefde dat niet veel te zeggen. Uitvoerig liet ik mijn ogen over het vreemde spul glijden. Er stonden een paar stoelen schots en scheef geparkeerd in de kleine ruimte. De lichten waren gedimd en ik zag werkelijk overal haar liggen. In de vorm van kapsels, plukken, vlechten. Een rilling schoot over mijn rug.

'Ik dacht dat we naar een kapsalon gingen. Niet naar een verzameling haarballen en enge naalden.' Bij dit licht had het wat weg van een mislukt spookhuis. Mijn vader leek echter compleet op zijn gemak te zijn. Hij had zijn handen nonchalant in zijn zakken gestopt en grijnsde een beetje schaapachtig.

'Ik zei dat we wat aan dat haar van je gingen doen. Níet dat we naar de kapper gingen.'

Het volgende moment hoorde ik een flinke klap en één van de achterdeuren vloog open.

'Aha, ik dacht al wat te horen! Dat moet u zijn, meneer Hoekstra.' Pap liep naar de man toe om hem de hand te schudden. Hij schudde hem hevig op en neer, alsof hij ontzettend blij was de Haarman weer te zien.

'In eigen persoon!" lachte mijn vader, alsof hij koning Willem-Alexander was. De Harenman grijnsde zijn tanden bloot, waardoor ik duidelijk kon zien dat hij een paar gouden kronen had.

Geweldig. Mijn vader was van plan mijn haren in de handen te leggen van een mislukte piraat.

'En dat moet dit Imke zijn!'

'Juist. Imke? Dit is Rolf, een studiemaatje van me. Hij gaat dit jaar je pruik verzorgen.'

'Pruik?' vroeg ik verbaasd. Ik was er allang vanuit gegaan dat mijn vader korte metten zou maken met mijn blonde krullen. Eigenlijk vond ik alles wel best, zolang niemand het in zijn hoofd zou halen om me een gemillimeterd boevenkapsel te geven.

'Ja, natuurlijk. Je moet ook nog de mogelijkheid hebben om als jezelf naar buiten te treden. Bovendien weet ik niet hoelang we dit vol kunnen houden. Natuurlijk hopen we zolang mogelijk, maar we kunnen het niet goed genoeg van te voren inschatten.'

'Oké,' was mijn briljante antwoord.

En dus liet ik me door Rolf naar een stoel paraderen en stond ik het toe dat hij mijn hoofdmaten opnam.

'Gaat die pruik jeuken?' vroeg ik voorzichtig. Rolf gaf me weer een van zijn blinkende glimlachen.

'Natuurlijk!' zei hij me net iets te vrolijk. 'Dáár zijn pruiken toch voor?'

Ik was er toch niet helemaal gerust op toen ik met mijn vader het harenzaakje weer verliet. Het idee dat ik een heel schooljaar lang met een jeukende harenverzameling op mijn hoofd moest rondlopen, stond me niet erg aan. Op dit moment schoor ik me dan nog liever kaal.

De abstracte kant van liefde (✔)Where stories live. Discover now