H56: Een interessant ziekenbezoekje

2.8K 227 205
                                    

Het hele afgelopen jaar had ik Lucas nog nooit zo maf zien lopen. Hij probeerde te rennen, maar door alle tegenliggers in het voetbalverkeer leek hij net een hamster in een radje.

'Waarom kunnen mensen nou nooit aan de kant gaan wanneer je het nodig hebt,’ mopperde hij, hard genoeg om door de omstanders gehoord te worden.

Louise liep op een holletje om weer bij ons te kunnen lopen. Vreemd genoeg wilde de menigte wel voor haar wijken.

'Ik heb mijn autosleutels aan Gwen gegeven. Dan zitten de meiden hier in ieder geval niet opgesloten.’

'Kan Gwen rijden dan?’ vroeg Josephine verbaasd. 'Ik dacht dat ze daar deze zomer pas mee zou beginnen.’

Louise haalde haar schouders op. 'Dat merken we vanzelf.’

Ik ging naast Lucas op de bijrijdersstoel zitten. Zijn zwembroek en haren waren onderhand opgedroogd, dus de handdoek gooide hij op de achterbank. Hij wierp een schuine blik op mijn kleding.

'Weet je zeker dat je niet iets anders aan wilt? Straks kan je je niet meer bedenken.’

Ik keek naar beneden. Waarschijnlijk rook ik niet zo fris en zag ik er niet uit, maar ik had geen zin om wéér naar boven te rennen. Dat kostte alleen maar tijd. Bovendien zaten de kleren verrassend lekker.

'Rijden maar. Ik douche vanavond toch pas.’

'We willen echt wel even wachten, als jij er daarna fatsoenlijk uitziet, hoor,’ zei Louise. Ze had een spiegeltje uit haar tas gehaald en keek of haar mascara niet was uitgelopen.

Ik beet geërgerd mijn kiezen op elkaar. 'Rijden.’

'Wat jij wilt,’ zuchtte Lucas. Hij draaide de sleutel om in het slot, zette de koppeling in zijn achteruit en drukte hard het gaspedaal in. Drie jongens sprongen maar net op tijd aan de kant. Anders had Lucas hen waarschijnlijk overhoop gereden.

Volgens mij hadden twintig minuten nog nooit zo lang geduurd. Zelfs de autorit met mijn gewéldige familie naar de trouwlocatie was sneller voorbij gegaan. Ik peuterde aan mijn onderhand afgekloven vingernagels en staarde door de voorruit naar buiten. Lucas had de airco en de blazers al vol aangedraaid, maar nog steeds brak het zweet me aan alle kanten uit.

Wat nou als hij zijn nek gebroken had, of zoiets? Stel nou dat hij na vandaag nooit meer zou kunnen lopen? Ik dacht niet dat ik mezelf dan ooit zou kunnen vergeven, ondanks dat het enige wat ik had gedaan aanmoedigen was.

Lucas had de auto nog maar amper geparkeerd, of Josephine was al uit de auto gesprongen en begon naar de uitgang van de parkeergarage te lopen.  Haar gezicht was vertrokken van bezorgdheid en ik wist dat ze het liefst het ziekenhuis in gehold was om haar neef te zoeken. Het was wel duidelijk dat Joos ontzettend veel van Christian hield.

En ik wist dat ze dat wilde doen, omdat ik precies hetzelfde voelde. Ik hield van Chris en op het moment kon het me niet schelen dat dat gevoeld niet wederzijds was. Voor nu was het het belangrijkst dat hij gezond was en niet met blijvend letsel het ziekenhuis uit zou komen.

Binnen aangekomen wist Josephine niet hoe snel ze bij de balie moest komen. Ze drukte ongeduldig op het belletje en een vrouw met een kort, rood kapsel keek op.

'Waar kan ik je mee helpen, liefje?’ vroeg ze. Waarschijnlijk had ook zij wel door dat Josephine behoorlijk overstuur was.

'Mijn neef,’ zei ze. 'Die is net binnengekomen. Weet u waar die is?’

'Dan moet ik wel eerst zijn naam weten, liefje. Dan kan ik het controleren.’

'O. Ja natuurlijk.’ Josephine begon langzaamaan rood aan te lopen en dat werd alleen maar erger doordat Louise zachtjes naast me stond te grinniken. 'Christian Claudel.’

De abstracte kant van liefde (✔)Where stories live. Discover now