H38: Een stel vreemde vogels bij elkaar

3.4K 254 200
                                    


De meiden begrepen nog minder van mijn plotselinge vertrek dan ik dat deed. Ik was net lang genoeg in de kamer om mijn jas en sjaal van de kapstok te grissen en te zien dat de chocoladekoekjes op waren. Louise – mijn hoofdverdachte – keek door haar chocoladetoet nog kinderlijk verbaasder dan normaal.

'Maar Im, wacht nou even. Waarom wil Chris dat je nu komt? Je lijkt net een getrainde hond, zoals je nu al achter hem aanloopt.'

'Geen tijd,' hijgde ik. 'Haast... Chris... twee minuten.' Je zou toch denken dat ik na al die voetbaltrainingen toch gemakkelijk een aantal trappen op en af kon rennen. Mooi niet dus. Ik hijgde als een zieke hond. Mijn keel voelde zo droog aan, dat ik voor hetzelfde geld een dagje Saharawoestijn achter de rug kon hebben. Wat een vreemd, dreigend gesprek met je kon doen.

Voor Louise nog meer kon inbrengen tegen mijn plotselinge vertrek, trok ik de kamerdeur achter me dicht. Haar stem verstomde.

Mijn maag maakte salto's van de spanning. Het gesprek met Milou zorgde voor een halve hartverzakking en dat werd versterkt door het grote Christian Mysterie. In hoog tempo liep ik de tig schooltrappen weer af, ondertussen worstelend met mijn jas. Het vormloze geval met twintig ritsen, minstens vijf gaatjes en vele rare bobbels vormde een raar contrast met mijn super nette schoolkleren. Eigenlijk was mijn jas twee jaar terug al klaar geweest voor het grof vuil, maar om mijn moeder te sarren droeg ik hem nog steeds.

Ik wikkelde mijn dikke sjaal om mijn nek en nam een hap lucht. Wat dat vreemde telefoongesprekje ook mocht betekenen, ik zou het vast wel redden. Er had zich geen ramp voorgedaan, toch? Waarschijnlijk was dit een van Chris' ondoordachte plannen, dacht ik zo.

Toch lukte het niet om mezelf tot kalmte te manen. Allerlei doomscenario's popten in mijn hoofd op. Wat nou als hij het wist van het onderzoek? Hij moest het weten. Waarom zou hij me anders zo onverwacht komen ophalen?

Ongemerkt stond ik zenuwachtig op mijn duimnagel te bijten. Zou hij zich nu klaarmaken voor een soort verhoor? Zou hij me gaan chanteren? Of nog erger: zou hij me nooit meer willen zien? Ik was bijna op het punt aangekomen waarop ze me hadden kunnen wegslepen.

De voorlampen van Chris' onderhand bekende auto zorgden ervoor dat ik mijn ogen lichtjes moest samenknijpen. Het wolkendeken was vandaag zo dik, dat we de zon nog niet hadden gezien. Onderhand was het alweer begonnen met schemeren. Ik had een hekel aan de winter. Wanneer het niet sneeuwde, waren het donker en de grijzige lucht zo bedrukkend.

'Hé Im.' Chris had, ondanks de kou, zijn raampje naar beneden gerold en probeerde naar me te glimlachen. 'Stap je in.'

'Ja. Tuurlijk.' Ik was me ervan bewust dat ik me als een halve zool gedroeg. Eerst lukte het me niet om het portier open te krijgen en vervolgens moest ik zeker vijf pogingen doen voor ik eindelijk mijn gordel had vastgezet. Chris keek me met opgetrokken wenkbrauw aan.

'Gaat het wel goed?' vroeg hij bezorgd.

'Ja, gaat prima.' Als er geen verschrikkelijke, mogelijke verraadster op het Rousseau had rondgelopen.

'Je ziet er anders niet helemaal lekker uit.'

'Bedankt,' zei ik, in een poging grappig te zijn. 'Waarom heb je me eigenlijk opgehaald? Of is dit zomaar een van je wilde plannen.'

'Geen wild plan, vrees ik,' zuchtte Chris diep. Ik voelde aan mijn water dat er iets mis was.

'Wat is er dan?' Christian leek oprecht gepijnigd toen hij naar me opkeek. Door zijn gefronste wenkbrauwen had hij diepe rimpels in zijn voorhoofd. Ik zag dat zijn kaak verstrakte. Hij keek weer van me weg en startte de motor. Pas nadat we goed en wel het schoolterrein hadden verlaten, deed hij zijn mond open.

De abstracte kant van liefde (✔)Opowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz