H51: De waarheid boven tafel

2.7K 220 169
                                    

Als er al iets bestond als het stilstaan van de tijd, was dit moment het beste dat ik kon bedenken. Ik kon niet spreken. Mijn tong voelde alsof een kwaadaardige tandarts was losgegaan met zijn verdovingsspuit en mijn tong daarom levenloos in mijn mond hing.

Maar in werkelijkheid was de situatie nog erger dan een bezoekje aan een verschrikkelijke tandarts. Vele malen erger zelfs.

Chris keek me recht aan, zijn ogen gefixeerd op de plek waar twee minuten geleden mijn pruik nog had gezeten.

Twee minuten. Meer was er niet nodig om het werk van een heel schooljaar om zeep te helpen.

Ik zocht met mijn handen in mijn nek en kraag naar de verdwenen pruik, maar tevergeefs. Dat onding lag ergens op de grond. Of tussen de rails. Of in iemands gezicht. In ieder geval op een plek waar het niet echt hoorde.

Ik bleek niet de enige die dat besefte.

Terwijl Chris mij bekeek in afwachting van een antwoord, snelde Louise naar voren toe. Ze tikte opgewonden een van de medewerkers op de schouder.

'Stop de achtbaan!' schreeuwde ze, harder dan noodzakelijk. De jongen in het rode pakje draaide zich ongeïnteresseerd om.

'Waarom zou ik hem stopzetten? Het is pas over een halfuur sluitingstijd.'

'Omdat er een pruik ergens op de baan ligt.' Demonstratief sloeg ze haar armen over elkaar, maar de medewerker nam haar absoluut niet serieus en trok zijn wenkbrauwen op.

'Een pruik? Laat me niet lachen!'

'Mag ik vragen hoe je heet?' Zijn naam stond waarschijnlijk op zijn naamkaartje en het was duidelijk dat ook hij nattigheid begon te voelen.

'Mathijs, hoezo dat?'

'Dan weet ik wiens naam ik aan de media moet doorgeven wanneer de wagens zo met ruim honderd kilometer per uur uit de bocht vliegen door een zeker obstakel.'

De jongen slikte, waardoor zijn adamsappel trilde in zijn hals. Hij wierp een laatste blik op mijn angstaanjagende vriendin, voor hij de microfoon uit de houder greep en 'allemaal uitstappen' omriep.

Niemand maakte echt haast. Op een paar mopperaars na, waren alle ogen op mij gericht.

En ik stond daar maar, niet goed wetende wat ik moest zeggen. In theorie had ik maanden de tijd gehad om me hierop voor te bereiden, maar ik had het altijd voor me uit geschoven om er maar niet aan te hoeven denken.

Het was laf, ik wist het, maar het was wel het makkelijkst geweest.

'Chris,' begon ik met een klein stemmetje. 'Ik- ik kan het uitleggen. Echt.'

'Ben jíj Olivier? Wat? Hoe kan dit?' Christian raapte zijn blauwe rugzak van de grond en stapte dichterbij, alsof hij het niet kon geloven. Ik was nog geen tien centimeter kleiner dan hij, maar onder zijn verbazing en onbegrip voelde ik me net een kabouter.

Hij stak een trillende vinger naar me uit alsof ik een spook was. Compleet onverwacht streek hij over mijn wang met zijn wijsvinger en keek hij naar zijn hand.

'Make-up?' fluisterde hij.

'Alsjeblieft,' smeekte ik, al had ik het gevoel dat dat helemaal geen zin had.

'Wat is dát nou?'

Weer was het een bekende stem, maar deze keer was het die van Dominique. Ik had niet eens gemerkt dat hij achter ons had gestaan, maar nu zag ik dat hij en drie jongens uit het voetbalteam naar me stonden te kijken alsof ik een circusact was.

Maar ik had geen aandacht voor hen. Dominique en zijn aapjeskijkers konden voor mijn part door de grond zakken.

'Ben jij het hele jaar Olivier geweest, of ben jij het, zeg maar, nu pas?' Chris' stem klonk zachter dan ik gewend was.

De abstracte kant van liefde (✔)Dove le storie prendono vita. Scoprilo ora