49 • zaterdag 14 september 2013

1.2K 81 77
                                    

Bobby schonk zichzelf een groot glas cognac in en leunde achteruit in de lederen zetel, die zachtjes kraakte.

Voor hem hing een olieverfschilderij, geschilderd op hout. Zijn verloofde had het gevonden in een klein winkeltje in San Francisco, tijdens een werkreis, en had het prompt gekocht. Volgens haar zou het perfect passen op de plaats waar het nu hing, in zijn bureau in het herenhuis in Washington D.C.

Terwijl Bobby de amberkleurige vloeistof in zijn glas liet ronddraaien, bestudeerde hij het schilderij dat voor hem hing.

Het schilderij toonde een woeste zee die aanspoelde op een verlaten strand, met donkergroene duinen in de verte. Hoewel de lucht helderblauw was, had Bobby het gevoel dat er een storm op komst was. Er was slechts één onduidelijk figuurtje op het strand, vergezeld van een lichtgele vlek wat volgens Bobby een hond moest voorstellen.

Zijn verloofde bezat een griezelig talent om de juiste schilderijen uit te kiezen.

Het herenhuis in Washington D.C., dat hij van zijn oudoom had gekregen, was door haar volledig onder handen genomen, samen met de hulp van de huishoudster Elsie, die fungeerde als de uitvoerende kracht zolang Gabrielle er niet was.

Het voelde nu ook echt aan als een thuis, bedacht Bobby, terwijl hij zichzelf uitrekte en zijn donkerbruine veterschoenen op zijn acaciahouten bureau legde, dat opgeboend was en glansde in het licht van zijn bureaulampje dat uit het begin van de vorige eeuw kwam.

Ja, Gabrielle had zichzelf overtroffen. Bobby nam een slokje en keek fronsend op zijn Jaeger LeCoultre horloge, dat hij van zijn grootvader had gekregen na het behalen van zijn rechtendiploma. Hij was benieuwd wat ze van hun nieuw huis zou maken, haar allernieuwste uitdaging na zodra ze het toelatingsexamen had afgelegd en de bruiloft achter de rug was.

Het was net iets over negen uur 's avonds. Bobby fronste en leegde het glas. Zijn afspraak was laat en hij kon er niet mee lachen.

Speciaal voor die afspraak was hij naar Washington D.C. gereisd deze week. Hij was nog even binnen gesprongen op het bureau van Richard Hess om de laatste strategieën te bespreken in de commissie.

Bobby zette zijn voeten weer terug op de grond en stond recht. Hij was flink geïrriteerd nu.

Hij was er al niet happig om geweest om die afspraak te maken. Zijn vlucht van elf uur zou hij nu ook niet meer kunnen halen.

Diep vanbinnen kreunde Bobby. Zijn verloofde had vanochtend al gebeld om te vragen wanneer hij terug naar huis zou komen, en Bobby had gehoord hoe haar stem bijna gebroken was toen ze hoorde dat hij nog altijd in de hoofdstad vastzat. Hij had haar een stomme leugen moeten vertellen, een leugen die bitter had gesmaakt.

Verdomme.

Bobby zette het lege glas cognac op zijn onderlegger. Hij wist hoeveel pijn hij zijn verloofde deed door haar alleen te laten. Hij wist het, ook al zei Gabrielle er niets van en weigerde ze om te klagen. Het enige dat ze deed, was begrijpend knikken en instemmen terwijl haar ogen hun glans verloren.

Een klopje op de openstaande deur deed hem opkijken.

Het was Elsie Petersen, de huishoudster. Ze schraapte haar keel.

"Meneer Samuel Malone wacht op u in de zitkamer, meneer McGee," zei ze, aarzelend.

Bobby trok zijn das recht. "Dat is prima, Elsie. Wil je misschien een fles cognac en twee glazen naar de zitkamer brengen? Die Courvoisier is goed genoeg."

"Dat is geen probleem, meneer McGee."

Bobby glimlachte. "Je bent een engel, Elsie."

In de zitkamer zat Samuel Malone inderdaad al te wachten in een crèmekleurige fauteuil die Gabrielle opnieuw had laten overtrekken.

De Terugkeer | ✔️ (DE OVERGAVE #1) - #Netties2017Donde viven las historias. Descúbrelo ahora