Going to Hogwarts again

✔30✔

Ik zit in de Zweinstein Expres op weg naar Zweinstein. Nog 1 uurtje en dan komen we aan bij Zweinstein.

Vanmiddag heb ik Mayce afgezet. Zijn ouders waren heel aardig, en zijn broer ook. Hoewel hij echt een flirt was. Ik merkte aan Mayce dat hij het echt vervelend vond.

Mayce' moeder was echt helemaal in love met Kate en Summer. Dus dat zit ook wel goed. Mayce zei dat ik Kate beter mee kon nemen, dan had ze gezelschap.

Daarom zit ik hier nu, met twee spelende puppy's. Mijn coupédeur schuift open en een hoofd steekt om de hoek. 'Wil je iets van de kar, meisje?' Vraagt de vrouw. Ik schud mijn hoofd. 'Nee hoor.' De vrouw schuift de deur dicht en verdwijnt.

Na een paar uur mindert de trein vaart. Ik zie Zweinstein voor me. Snel neem ik mijn hutkoffer, bezem en de puppy's mee. Kate en Summer zitten vast aan een riem en lopen voor me uit. Na een tijdje komen we bij de koetsen. Iedereen denkt dat de koetsen zichzelf trekken, maar dat is niet zo. De koetsen worden getrokken door terzielers. Ik kan ze zien, want ik heb mijn ouders zien sterven.

Ik kijk even op de stationsklok. 18 00 uur, het feestmaal is bezig. En dan denk je hoe kan ik die klok zien? Ik heb goede ogen. Ik stap in de koets. Kate en Summer zitten op mijn schoot. Met een schok begint de koets te bewegen. Op naar Zweinstein.

Ik sta voor de Grote Zaal.  Ik heb mijn hutkoffer en bezem al naar de leerlingenkamer gebracht. Summer en Kate neem ik mee. Ik haal diep adem en open de deuren van de Grote Zaal. Direct is het stil en kijkt iedereen me aan. Summer en Kate blaffen opgewonden. 'Ahhh Joanna, daar ben je. Ik vroeg me al af hoelaat je zou arriveren.' Perkamentus kijkt even naar beneden. 'Ik neem aan dat dat je puppy is,' Kate begint te blaffen. 'Maar het zijn er twee, van wie is de ander?' 'Summer is van mij, en Kate is van Mayce.' Perkamentus kijkt me verbaasd aan. 'Van meneer Moonlight?' Even is het stil. 'Ahh natuurlijk. Ik zal zorgen dat de huiselven ze eten geven. En wat betreft het uitlaten. Dat kan jij wel doen toch?' Hij geeft me een knipoog.  Ik knik en wil gaan zitten. 'Oh wacht, mag ik ze aaien? Ze zien er zo lief uit.' Vraagt Perkamentus. Ik knik en loop naar de lerarentafel. Ik zet Summer en Kate op tafel. Langzaam lopen ze naar Perkamentus toe. Hij steekt zijn hand uit en aait ze. Dan tovert hij twee bakken hondenvoer tevoorschijn. En geeft ze aan mij. Ik bedank hem en loop naar de tafel van Griffoendor. Met Kate en Summer. Snel ga ik naast Marcel zitten en geef Summer en Kate hun eten.

Nu pas kijk ik de zaal in. Iedereen kijkt me aan. 'Zeg, hebben jullie niet iets beters te doen!' Roep ik door de zaal. Snel draait iedereen zich om en gaat verder met eten. Ik kijk nog even naar de lerarentafel. Omber mompelt afkeurend. 'Lieve puppy's? Ik zou het eerder kwijlende monsters noemen.' Ik begin te sissen van verontwaardiging. Monsters, hoe durft ze. Ik sta op en loop op een rap tempo naar Omber toe. Voor haar neus blijf ik stil staan. 'Sorry hoor professor, maar ik hoorde iets over dat mijn puppy een monster is. Dat is niet erg aardig.' Omber kijkt me met open mond aan. 'Juffrouw Mountain, dat is een ernstige beschuldiging. Ik denk een dagje nablijven je wel zult leren.' 'WAT! Ik kan niet nablijven. Want... ehh-' dan kom ik op een idee. Ik denk heel hard: 'Legimens' en zeg in haar hoofd. 'Want de Heer van het Duister zal dat niet leuk vinden.' Omber snakt naar adem en kijkt me aan. 'Nou eh in dat geval. Je hoeft niet te nablijven.' Ik knik en draai me om. Zelfverzekerd loop ik naar de tafel van Griffoendor, pak Summer en Kate en loop dan de Grote Zaal uit.

S'avonds zit ik op mijn kamer, als ik in een keer een geluid hoor. Ik kijk en zie een uil. Het is Bloodfire, met een brief van Hermelien. Snel pak ik de brief en begin te lezen.

Lieve Joanna,

Wat vervelend dat kerst niet zo is als je gehoopt had. Mijn kerst was wel leuk. Nog bedankt voor dat boek over vampiers. Het was heel interessant. Ik kom zondag terug naar Zweinstein. Ik heb gehoord van Perkamentus dat jij al op Zweinstein bent.