✔94✔

868 46 9
                                    

Fred, George en ik lopen de Schelp uit. We hebben net alle details besproken. De jongens gaan nu met mij mee en dat betekent dat ik hun beschermer ben. Dat kan heel positief zijn, maar ook heel gevaarlijk. 

Ik denk dat het in dit geval heel gevaarlijk is. Ik ben onder andere een doel van mijn lieve broertje, dat betekent dat iedereen om mij heen in gevaar is. Maar goed ik heb gepraat met de Orde en zij vinden allemaal dat de jongens met mij mee moeten.

Ook zijn we het erover eens dat we gebruik moeten maken van het feit dat de dooddoeners niet weten dat Mayce al net als ik is.

Ik kijk Fred en George aan. 'Jongens, weten jullie zeker dat jullie dit willen?' 'Joanna, we hebben al gezegd dat we achter je staan. No matter what!' Zegt Fred serieus terwijl hij zijn hand op mijn schouder legt. 'Maa-' 'Niks maar, we-' George kijkt even naar zijn broer. Hij geeft hem een klein knikje. '- Zouden sterven voor je. Voor alle mensen.' 'George, jullie moeten niet zo denken. Jullie gaan niet dood! Ik bescherm jullie.' 'Ja daar rekenen we ook op.' Zegt de tweeling in koor. Ik rol met mijn ogen en kijk ze grijnzend aan. 'Dus daar is jullie humor. Ik dacht dat jullie het verloren waren.' 'We hadden gewoon een trigger nodig.' zeggen ze weer in koor. 'Trigger geactiveerd! Ik geef jullie 10 seconden om te rennen!' 

Even kijken ze me aan. Dan beginnen ze te rennen. '10, 9, 8-' Fred kijkt nog een keer achterom. '-7, 6, 5, 4, 3, 2, 1, 0!' Ik ga klaar staan en schiet vooruit. Binnen 2 seconden snijd ik ze af en sta ik voor hun neus. 'Laatste woorden?' De jongens kijken elkaar aan en zeggen in koor:

'Happy New Year!' Ik proest het uit. 'Dát zijn jullie laatste woorden?! Waarom?' 'Weet ik veel, het klonk wel leuk.' Zegt Fred terwijl hij beledigd probeert te kijken. 'Weet je, dit is gewoon slecht! Laten we gaan.' Ik pak de jongens vast en een moment later verschijnen we in Zweinsveld. 

Een oorverdovend geluid weerklinkt in mijn oren. Lekker, er is een alarm aangezet voor Harry. Oftewel, de avondklok is al bezig. Ik duw de jongens achter me. Hier kunnen ze beter niet te veel van meekrijgen.

Dooddoeners komen aanlopen met hun toverstok gericht. 'Blijf staan!' Roept Arduin dwingend. 'Sorry hoor, maar zie je ons bewegen? Nee dus hou je kop!' Even blijft hij verbijsterd staan. Dan ziet hij mijn gezicht. 'Joanna Mergel, wat een aangename verassing.' Ik grom laag, 'laat ons er door!' Zeg ik dreigend. 'Nee ik vind het wel leuk met jou.' 'Nou ik niet met jou! Jouw aanwezigheid vindt niemand leuk!' Arduin kijkt ons boos aan. 'Ach heb ik je gekwetst?' Nep bedroefd kijk ik hem aan. 

Voor dat hij kan antwoorden, trek ik Fred en George mee en duw Arduin omver. 'Blijf staan!' 'Ik zou stoppen Arduin! Ik kan je zo opeten!' Ik hoor hoe Arduin achteruit stapt en gauw verdwijnsel ik richting de Kamer van Hoge Nood. 'Je verdwijnselde zo juist in Zweinstein.' Zegt Fred verbaasd. 'Ja, wisten jullie niet dat ik dat kon?' Ze schudden hun hoofd. 'Oh, nou dan weten jullie het nu!' 

Ik klop op de muur en een deur verschijnt. Als ik nog een keer heb geklopt, dan gaat de deur open. 'Gin, ik heb leden van de Or-' 'FRED, GEORGE!' Onderbreekt Ginny me voordat ze de jongens om de hals vliegt. 'Joanna, bedankt!' Zegt ze terwijl ze George nog steeds knuffelt.

Ik ruik de geur van Sneep dichterbij komen. 'Jongens, naar binnen nu!' Ik duw de Wemels naar binnen en doe de deur dicht. Hij verdwijnt en een moment later komt Sneep om de hoek. 'Ahh Mergel, wat doe jij hier?' Ik gebaar dat de mensen in de Kamer van Hoge Nood ons nog kunnen horen. 'Uhm ik weet het niet professor. Zegt u het maar!' Ik hoor hoe de ademhaling van Fred, George en Ginny aan de andere kant is gestopt. 

'Ik wil jou nog even spreken op mijn kamer, loop je mee?' 'Is goed professor!' Ik loop achter Sneep aan, richting zijn kantoor. Als ik achterom kijk zie ik hoe de deur langzaam open gaat. De bezorgde gezichten van Ginny en de tweeling komen te voorschijn. Ik schud haast onmerkbaar mijn hoofd. Ze knikken en doen de deur weer dicht. 

De stilte terwijl Sneep en ik naar zijn kamer lopen, is weerzinwekkend. Ik snap natuurlijk wel dat hij niet gewoon tegen me kan gaan praten, maar hij kan toch wel iets zeggen. Ik bedoel ik heb genoeg dingen gedaan die eigenlijk niet mogen. Bijvoorbeeld: De Grote Zaal onderwater zetten, alle meubels van de Kragges aan het plafond hangen. Ik kan nog wel veel meer bedenken. 

We komen aan bij de Waterspuwer. 'Dooddoeners!' De spuwer beweegt niet en ik schiet in de lach. 'Waarom doet hij het niet?' Mompelt Sneep. 'Omdat wij hem verandert hebben.' Zeg ik lachend. 'Wat? Hoe hebben jullie dat gedaan?' Oprecht verbaasd kijkt hij me aan. 'Gewoon een spreuk ervoor maken en hupsakee klaar is kees!' Sneep begint zachtjes te lachen. Gauw pak ik mijn hart vast. 'Wow, zag ik Severus Sneep nou lachen?' Verbaasd kijk ik hem aan. 'Zeg nou maar het wachtwoord!' 'Oké oké, Ovenkartoffel!' 'Okeeeee dat is raar. Laten we naar boven gaan.' 

We lopen samen naar boven.  Als we aankomen in het kantoor, dan ga ik direct zitten. 'Wie zei dat je mocht gaan zitten?' Zegt Sneep streng. 'Je weet dat niemand ons hier controleert?' 'Oh ja, dat is waar. Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen. Hoe staat het met de stand van zaken?'

'Nou Fred en George zijn vandaag gearriveerd. Ze houden de Orde op de hoogte en verblijven waarschijnlijk in de Kamer van Hoge Nood. Verder heeft Harry ingebroken in Goudgrijp, wat u ongetwijfeld heeft gezien. Volgens Alice duurt het nu niet lang meer.' 'Wat is niet lang?' Onderbreekt Sneep me. 'Morgen, professor! Hij zal morgen arriveren!'

✔✔✔✔✔✔✔✔✔✔
Hiiii

Weer een nieuw deeltje! Hoop dat jullie hem leuk vinden!

Xxx Jonna✔❤

Going to Hogwarts againHikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin