3. 1991

81 12 5
                                    

Bluerock Wildland - 1991

Hij had gewacht, zijn paard was opgezadeld en stond te wachten tot ze weer aan het werk gingen. Hij hoorde het geluid van een auto, gluurde om het gebouw heen en zag haar truck het erf oprijden. Hij zag dat ze uitstapte, ze was thuis. Met een grote grijns sprong hij op zijn paard, hij galoppeerde de heuvel op en greep zijn touwen. Wierp zijn lasso in de lucht, reed zijn paard naar de haar toe. Hij stuurde de touwen naar haar en ving de jonge vrouw in zijn touwen. Ze gilde, lachte hartelijk en draaide zich om in de verwarring van touwen. Ze schudde haar hoofd en keek hem aan met een grote grijns.

'Ik heb vakantie dus ik ben hier voor mijn rust.' Zei ze en keek hem lachend aan. Hij was veranderd, hij leek gespierder dan de vorige keer dat ze hem zag en zijn haar was langer. Zijn donkere haren krulden onder zijn hoed vandaan en maakten rare sprongen door elkaar. Hij negeerde haar opmerkingen en glimlachte.

'Dus, ik heb na zitten denken. Wat nou als jij en ik vanavond afspreken? Gewoon samen even weg.' Zei hij. Ze lachte en schudde haar hoofd.

'Samuel, ik heb het vaak genoeg gezegd. Dit gaat niet gebeuren, wij, dit samen. Nee, dat gaat niet lukken.' Hij keek haar fronsend aan en schudde zijn hoofd, hij drukte zijn hoed verder op zijn hoofd en glimlachte zuur.

'Jawel Katy, en dat weet je zelf ook.' Zei hij en gaf haar een knipoog. Hij knoopte de touwen los van zijn zadel en liet ze op de grond vallen. Hij draaide zijn paard de weg op, was even stil en keek achterom.

'Vanavond om zeven uur.' Zei hij met een grote grijns en liet haar achter in een wirwar van touwen. Katy zuchtte, Samuel. Ze waren goede vrienden, hele goede vrienden. Hoewel Samuel sinds het moment dat hij op de Ranch aankwam met haar had geflirt, was het nooit meer geweest dan dat. Hoe hard Samuel het ook probeerde, Katy gaf niet toe aan zijn charmes. Diep in haar hart wist ze dat ze nooit iemand kon krijgen die beter was dan Samuel. Misschien was ze er nog gewoon niet klaar voor. Ze bevrijdde zichzelf uit de touwen en gooide ze tegen de muur van het huis aan. Daar zal hij ze wel vinden. Ze keek nog even achterom en ving een glimp op van Samuel die in een stofwolk de vlakte op galoppeerde. Ze glimlachte en haalde diep adem.

Samuel zat in zijn truck, hij rookte zijn sigaret terwijl hij wachtte op Katy. Hij had geen idee of ze werkelijk kwam. Hij had immers gezegd dat ze niet met hem af wou spreken. Hij hoorde geschreeuw vanuit het huis komen en fronste. In het licht van de veranda zag hij haar de deur uitkomen, ze sloeg de deur dicht en rende weg van het huis. Ze leek van streek en keek verward om haar heen. Samuel opende zijn deur en stond even naar haar te kijken.

'Katy, alles goed?' vroeg hij. Zijn stem deed haar schrikken en toch leek ze zo opgelucht. Ze liep naar hem toe en schudde haar hoofd. Hij zag een woede in haar ogen die hij niet thuis kon brengen.

'Waar wil je heen?' vroeg hij, ze was overstuur. Ze was hem totaal vergeten wist hij, hun eenzijdig afspraakje.

'Overal, haal me hier alsjeblieft weg.' Zuchtte ze en perste haar lippen samen. Ze wreef in haar gezicht en haalde diep adem. Ze schudde haar hoofd, wat had ze verkeerd gedaan dat haar ouders zo moeilijk konden doen. Er was nog geen eens een plan dat ze werkelijk uit huis zal gaan. En wat zal het dan uitmaken, ze was nu toch ook alleen maar thuis in de vakanties.

Ze reden even in stilte, Samuel had bedacht dat ze naar de rivier zouden rijden, het was er stil en rustig. Hij reed het erf af, ging links en stuurde de verharde weg op. Hij hoorde hoe Katy rustiger was gaan ademen, ze friemelde aan de onderkant van haar jas en had duidelijk geen idee wat ze moest zeggen. Wat vreemd was, Katy zei altijd van alles, zolang het maar niet stil was.

'Wil je erover praten?' vroeg hij voorzichtig. Ze glimlachte en keek hem aan.

'Nou...' ze twijfelde even, ze kende de jongen goed en toch hoefde hij niet alles te weten. Dit waren haar problemen en niet die van hem. Het kon hem in de weg zitten met werk, haar opa hield het bedrijf nu nog in stand maar als haar vader het over zal nemen en hij erachter zal komen dat ze alles had gedeeld met een van zijn werknemers.

'Het hoeft niet hoor.' Zei hij en nam een onverwachtse afslag, een onverharde weg. Ze greep de hendel boven het raam en keek hem streng aan.

'Waar gaan we heen?' vroeg ze, hij zag hoe ze terugkeerde naar haarzelf. Haar normale gedrag. Hij glimlachte en haalde zijn schouders op. Ze zag zijn ogen glinsterden en vroeg zichzelf af waar ze heen was gegaan als hij niet op haar stond te wachten. Om eerlijk te zijn was ze hun afspraakje vergeten. Samuel was een jongen die haar hart elke dag probeerde te veroveren.

Hij draaide de auto het land in, de wielen groeven in de droge grond. Ze kon in de verte de rivier zien liggen, Sheep River. Een kleine rivier omringd door het land wat haar grootvader bezat. Samuel wist dat de plek alleen al een glimlach op haar gezicht kon toveren. Hij zette zijn auto stil, een paar meter voor de oever van de rivier die rustig voort kabbelde. Ze ving een glimp op van de grote grijns die hij op zijn gezicht droeg. Ze kon de overwinning van haar aanwezigheid proeven. Hij had eindelijk zijn zin.

'Je weet dat ik ons afspraakje vergeten was?' vroeg ze. Hij keek haar aan en knikte.

'Maar je bent er wel.' Zei hij. Ze glimlachte en schudde haar hoofd.

Oude Hoop [WINNAAR WE WRITE 2022]Where stories live. Discover now