6. Een stier

57 9 1
                                    

'Ren.' Hoorde hij Nick zeggen alsof het gevaar dicht bij was. De stier had zijn ogen strak op de jongen gericht, hij blies lucht uit zijn neus en had zijn kop dreigend omlaag.

'Verdomme!' Schreeuwde Sam en zette het op een lopen. Nooit was een man sneller geweest dan een stier. En Sam ook niet. De stier zal niet ver kunnen rennen, hij zat inmiddels vast. Maar toch had hij nog een paar meter waarin hij slachtoffers kon maken. Nick sloeg zijn hand voor zijn mond om zijn lach te verbergen.

De stier verlaagde zijn brede kop en zette zijn kop onder Samuels rug. Hij bewoog vlug en drukte keihard tegen de rennende man aan. Samuel schreeuwde en vloog door de lucht, hij had wel degelijk geluk dat de stier hem niet doorboorde met zijn hoorns. Toch was een gratis vlucht door de lucht ook niet alles. Samuel kwam hard terecht op de grond, ving zichzelf op met zijn handen, wat een slecht idee was en rolde een paar meter door.

'Alles oké?' vroeg Nick die zijn paard aanspoorde richting Samuel.

'Ik denk het.' Nick nam Samuels paard ook mee en hield halt voor de jongen die nog op de grond lag. Samuel staarde zonder te knipperen naar de strakblauwe lucht boven hem. De stier had hem lelijk geraakt, en zijn val was ook niet erg aangenaam geweest. Hij voelde hoe zijn spieren bonkten onder het gewicht wat ze hadden moeten verdragen toen hij met een grote snelheid neerkwam. Zijn rug was verdoofd en het lucht was uit zijn longen geperst.

'Verdomme, dat ging wel erg snel.' Hijgde hij.

'Ja man.'

Samuel stond op, wreef met zijn hand over zijn pols, draaide hem rond om zijn eigen gewricht en haalde zijn neus op. Hij wreef over zijn rug, waar de stier hem opgepakt had en haalde diep adem. Dat werd een enorme blauwe plek. Zonder een woord te zeggen klom hij terug op zijn paard. Hij negeerde de pijn in zijn rug, de zeurende pijn in zijn pols en wierp een blik naar de stier die vast gebonden was aan de boom. Vanmiddag zouden ze het dier ophalen en terug brengen. De rest van de kudde was eerst aan de beurt.

De dag had lang geduurd, zijn lichaam voelde gebroken toen hij eindelijk thuis kwam. Kreunend liet hij zich van zijn paard afglijden. Hij begroette Willy die naar hem toegerend kwam en sloot even zijn ogen. Met moeite haalde hij het zadel van het paard, haalde snel een borstel over zijn vacht.

'Sorry jongen, morgen is voor jou.' Fluisterde hij tegen zijn paard en liet zijn hoofd op zijn rug rusten. De warme vacht van het dier voelde als een kussen en hij kon niet wachten tot hij zijn bed zal ontmoeten die avond. Wat was hij moe. Hij trok de mouw van zijn blouse omhoog en draaide zijn hand, zijn pols was opgezwollen de kleur veranderde, blauw of paars. Een bloeduitstorting die hem pestte onder zijn huid door de klap die hij had ervaren.

'Voel je je wel goed?' vroeg de bekende stem van Katy. Samuel zuchtte en ging rechtop staan. Hij liet de mouw van zijn blouse weer over zijn pols vallen en trok zijn wenkbrauwen op.

'Ja, hoezo?' vroeg hij onschuldig en glimlachte naar haar. Ze had gehoord hoe hij kreunend het zadel had weggelegd, hoe hij tegen zichzelf mopperde over de dag en hoe hij langzaam te werk ging. Het was niet Samuel om zijn paard niet goed te verzorgen, te wachten op morgen.

'Waarom ga je morgen pas met Fenley bezig?' vroeg Katy. Sam aarzelde even en schudde zijn hoofd.

'Ik heb een beetje hoofdpijn, dat is alles?' zei Sam. Katy fronste.

'Een beetje hoofdpijn, jongen?' zei Nick lachend terwijl hij de schuur in kwam. Hij gooide zijn zadel over de houder en veegde zijn handen af aan zijn broek. Sam bromde wat onverstaanbaars en schudde zijn hoofd. Hij schonk Nick een dodelijke blik en liep vervolgens de schuur uit .

Nick bleef grijnzend achter en Katy had geen idee wat er was gebeurd.

Die avond zaten ze samen rond de tafel, Robby, een van de werknemers was jarig en ze hadden de traditie om het met z'n allen te vieren op de ranch. Zijn ouders kwamen langs, zijn zusje was zelfs mee gekomen. Er brandde een vuurtje in de tuin, de barbecue stond aan en iedereen praatte vrolijk met elkaar.

'En hij wist dat het zijn beurt was.' hoorde Katy Nick vertellen, hij stond vol plezier een verhaal op te hangen over wat er was gebeurd op de ranch, grote verhalen. Terwijl de waarheid ver weg lag. Toch bleef ze luisteren.

'Daar ging de stoere jongen, bond hem vast en keek hem aan! Man, wie kijkt die klootzak van een stier nou aan!?' Hij stopte even want hij moest zo hard lachen om het beeld van Sam wat hij voor zich zag.

'Hij scheet zeven kleuren en zette het op een rennen.' Nick gierde en zette zijn biertje neer op de tafel. Daar kwamen de grote gebaren erbij wist Katy en ze onderdrukte een glimlach van de enthousiasme.

'Drie seconden, denk ik. En daar ging Sam de lucht in, dat ging hard joh.' Hij gebaarde hoe Samuel de lucht in schoot, hoe hoog hij de lucht in ging. Dat was er dus gebeurd, vandaag. Waarom wilde hij dat niet vertellen? Haar blik schoot even naar Samuel die wat ongemakkelijk en afgezonderd op een stoel zat bij het vuur. Ze wist niet of hij het verhaal van Nick had gehoord, vast. Ze stond op en liep naar hem toe. Ging naast hem zitten.

'Dus, het was een stier?' vroeg ze. Hij schrok duidelijk op van haar plotse aanwezigheid.

'Het was niets.' Zei hij met een glimlach en nam een slok van zijn bier.

'Is dat ook van vandaag?' vroeg ze en gebaarde naar zijn pols. Zijn pols was opgezet en gezwollen, had een vreemde kleur aangenomen. Blauw.

'Het stelt niets voor.'

'Sam, doe eens voorzichtig.' Zei ze zacht.

'Katy, laat het.'

Oude Hoop [WINNAAR WE WRITE 2022]Where stories live. Discover now