31. Bij Katy

39 7 0
                                    

Na een week in het ziekenhuis lieten ze hem gaan. Old Jack had de laatste dagen veel gebeld met zijn kleindochter. Ze wisten allebei dat het onmogelijk was voor Sam om niets te gaan doen op de boerderij. Hij zal met gebroken benen nog op zijn paard springen. Katy had hem gewezen op het feit dat toen hij gepakt was door de stier niks had gezegd en gewoon door ging. De beer die de lelijke littekens op zijn arm had achtergelaten, stopte hem ook niet om door te gaan.

Sam zal altijd doorgaan, zelfs als het niet kon. Sam en zijn paard waren onverslaanbaar, of zo voelden ze zich. Zijn paard. Old Jack had het hem nog niet verteld. Sam had de laatste dagen toch vooral geslapen en Old Jack had het gesprek al meerdere keren herhaald in zijn gedachten. Hij kon het niet over zijn hart krijgen om het de jongen te vertellen in het ziekenhuis.

Het was dat ze in de auto zaten naar het huis van Katy, dat Sam het zelf vroeg.

'Hoe is het met Fenley?' vroeg Sam. Hij keek vooruit, hij kon ook niets anders.

'Sam...' begon Old Jack. Sam sloeg zijn hand voor zijn mond en tranen sprongen in zijn ogen.

'Zeg niet dat...' hij kon de woorden niet eens uitbrengen. Old Jack was stil, stuurde de auto een zijstraatje in.

'Sorry Sam, ze had haar voorpoten gebroken en Nick heeft haar ter plekke moeten...' Hij hoefde verder niets te vertellen, Sam wist genoeg.

'Verdomme.' Zei hij, Old jack hoorde de woede in zijn stem. Hij zag het verdriet in de ogen van de jongen. De band die je deelde met een paard waarop je jaren had gereden was iets wat niemand kwijt wilde raken. Het was een beste vriend, een vertrouwd gevoel wat niemand precies kon uitdrukken. Wat je deelde met je paard kon geen mens beschrijven. De vrijheid, de stilte, de saamhorigheid en de dankbaarheid die mens en dier eeuwig deelden waren was onbeschrijfelijk.

'Sorry, ik zorg dat je...'

'Nee, dat wil ik zelf doen.' Zei Sam en draaide zijn hele bovenlichaam om Old Jack aan te kunnen kijken, 'Als ik terug ben beleer ik zelf een jonge hengst uit de weide of ik ga naar de veiling. Laat niemand het voor mij doen.'

'Oké, maar jij gaat die hengst niet zelf breken en dat weet je zelf ook.' Sam zuchtte en ging weer recht zitten. Hij wou knikken, wat niet lukte en hij mompelde een goedkeuring.

'Ik weet niet eens of ik ooit weer normaal kan rijden, laat staan een hengst breken. Wat moet ik als ik het niet meer kan, Old Jack?' De weemoedige klank in de stem van Sam gaf Old Jack het gevoel dat hij de weg kwijt was. En deze keer was het terecht.

'Je komt er weer boven op, Sam. Ik weet het zeker.'

'Dat kan je niet zeggen.'

'Klopt maar ik weet dat je sterk bent. En ook al zal je niet meer kunnen rijden, dan is er genoeg ander werk waar ik je bij kan helpen.'

Sam liet een zuur glimlachje zien en haalde diep adem, zijn toekomst was voor eens onzeker en hij had geen idee hoelang hij dat idee kon verdragen.

Old Jack bracht hem naar binnen, hij zat in een rolstoel die Old Jack had geleend van het ziekenhuis. Sam had geprotesteerd en uiteindelijk toch toegegeven. Katy verwelkomde hun met haar warme glimlach. Haar buik was gegroeid en hij had er over nagedacht dat het van hem kon zijn. Ze had duidelijk gezegd dat ze de pil had gebruikt, het kon niet. Het was onmogelijk.

Ze liet Sam zien dat ze op de begane grond een plek voor hem had gemaakt waar hij kon slapen. Het was makkelijker dan boven, had ze gezegd. Ze dronken koffie met Old Jack en nadat hij vertrok had Katy hem op het bed geholpen. Ze had een tijdje naast hem gezeten terwijl ze zijn hand vasthield. Hij vertelde alles wat hem dwarszat. Zijn angst om nooit meer te kunnen rijden, zijn angst om niet meer fit te worden. Het idee dat zijn lichaam hem in de steek zal laten. Het begrootte haar om de jongen zo te zien. Hij was in slaap gevallen en had zachtjes gesnurkt, zoals hij altijd had gedaan.

Hij had die ochtend de moeite gedaan om zich te verplaatsen naar de bank. Katy was weg, boodschappen doen en hij verveelde zich nu al. Eén dag en hij wist al niet meer wat hij moest doen. Hij had zich uit zijn bed gesleept, zich langzaam verplaatst met de krukken als hulpmiddel. Het deed pijn zodra hij gewicht op zijn been zette en hij wist dat dat nog lang zal volhouden. Ook begon hij zich inmiddels te ergeren aan de kraag om zijn nek. Het schuurde onder zijn kin en hij had al na zitten denken hoe hij zich ooit zal moeten scheren. De stoppeltjes begonnen te kriebelen en als het een normale dag was geweest had hij ze allang afgeschoren. Het had hem bijna vijf minuten gekost om de drie meter die tussen het bed en de bank zat, af te leggen. Hij vroeg zich af waarom hij dat deed, misschien om zichzelf iets te bewijzen.

De deur ging open en Katy zag Sam op de bank zitten, hij keek verveeld in een tijdschrift en ze wist dat hij niet de moeite nam om de tekst te lezen.

'Ik kan wel wat betere tijdschriften voor je meenemen.' Zei ze. Hij keek haar aan en glimlachte.

'Dat zal fijn zijn, ik weet inmiddels wat de modernste keukens zijn en hoe een perfect huis eruit moet zien.' Zei hij en hield een bladzijde omhoog waarop een grote foto stond van een keuken. Ze lachte en schudde haar hoofd.

'Hoe voel je je?' vroeg ze, 'wil je koffie?'

'Oké, denk ik. Ik kan niet lopen en niet veel bewegen maar het gaat goed.' Zei hij en liet een diepe zucht horen. Ze zette koffie en nam twee kopjes mee naar de bank. Ze zette het dampende kopje voor Sam op de tafel.

'Hé, moet ik je scheren? Dat jeukt vast vreselijk tegen die kraag of niet?'

'Alsof je mijn gedachten kan lezen.' Zei hij met een grijns en probeerde te verbergen dat hij zenuwachtig was dat ze hem zal scheren. Hij kon zich niet herinneren dat iemand anders hem ooit geschoren had.

Ze had een scheermesje, doekje en scheerschuim van Olivier gepakt en reikte met haar handen naar zijn nek.

'Hoe...'

'Hij zit achter vast met klittenband.'

Ze maakte de kraag los en deed hem heel voorzichtig af. Sam sloot zijn ogen en haalde trillend adem.

'Als het pijn doet moet je het zeggen hoor.' Zei ze zacht. Ze smeerde scheerschuim over zijn wangen en onder zijn kin. Haar handen gingen zo voorzichtig over zijn huid dat hij wenste dat het voor eeuwig zal duren. Hij sloot zijn ogen en voelde het gewicht van zijn hoofd zijn nek belasten en was ineens dankbaar voor de kraag. Het scheermesje liet ze langzaam over zijn huid glijden, het nam de korte haartjes mee en liet strepen achter in het schuim. Ze ging van zijn linkerwang naar zijn rechterwang, onder zijn kaak aan beide kanten en onder zijn kin. De subtiele bewegingen van Katy maakte het veel minder eng dan hij in gedachten had.

'Zo, klaar.' Zei ze en keek tevreden naar het resultaat. Ze had hem nergens pijn gedaan of geschampt met het mesje, 'laat me het schoon maken.'

Met een vochtige handdoek haalde ze de restanten van het schuim en de verloren haartjes weg. Ze liet de doek heel voorzichtig over zijn hals glijden, richting zijn nek en schouders.

'Dankjewel Katy.' Zei hij zacht en opende zijn ogen.

'Geen probleem Sam.'

'Voor alles, alles wat je voor mij doet.'

Ze glimlachte enkel en keek hem aan terwijl ze de kraag weer bij hem omdeed. Hij liet zijn gladde kin weer steunen op de kraag en liet een tevreden zucht horen.

'Ik heb nooit geweten dat je hoofd zo zwaar kon zijn.' Zei hij en reikte naar zijn koffie. Zelfs drinken was lastig met de kraag om.

'Jouw hoofd is niet zwaar,' zei ze en ze moest een glimlach onderdrukken bij de vreemde blik die Sam haar schonk, 'er zit toch alleen maar zaagsel in.'

Oude Hoop [WINNAAR WE WRITE 2022]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu