23. Gestolen liefde

40 7 0
                                    

De weken op de campus gleden voorbij. Ze voelde zich zweven tussen de gangen van de gebouwen, ze was leeg. Compleet leeg. Ze was er wel en ze was er niet. Olivier had haar meerdere keren gebruikt voor zijn genot en ze wist niet hoelang ze het aankon om een slachtoffer te zijn van zijn handen. Ze had een brief geschreven naar Sam, waarin ze schreef dat ze van hem hield en dat ze hem miste. Waarin stond wat Olivier met haar deed. En die ochtend dat ze de brief op de post wilde doen had hij haar onderschept in de gang, de brief in haar hand. Hij had haar hardhandig tegen de muur geduwd en de brief uit haar handen gegrist. Verscheurd en weggegooid.

Ze had er van langs gekregen toen ze de avond het appartement binnenstapte. Hij was razend en liet zijn handen tegen haar lichaam knallen waarna hij haar weer beval om met hem naar bed te gaan. En ze deed het. Ze was gevangen in zijn macht en kon niets anders dan denken aan een uitweg. Elke vluchtroute leek hij te onderscheppen. Altijd dook hij weer op wanneer ze probeerde weg te komen en man, dat was hard.

Er waren geen feestjes meer waar ze heen ging, haar huisgenootjes hadden zorgen om haar. Maar ze wilde niets loslaten dus ze konden ook niets anders dan haar laten gaan. De weken die volgden sloot ze zich op in haar kamer. Kwam er alleen uit als ze les had en geen zichtbare blauwe plekken had. Ze had zich nog nooit zo belabberd gevoeld.

De angst dat alles onzegbaar was weerhield haar ervan om het iemand te vertellen. Elke keer als Olivier langskwam vertelde hij haar wat hij zal doen als ze het iemand vertelde. Zijn aanwezigheid was een gevangenis waar haar hart allang was gestorven. Ze wist niet meer wat ze voelde.

Wanneer Olivier langskwam hield hij haar vast in zijn sterke armen. Haar lichaam stroomde door zijn handen als water. Ongrijpbaar. Zij proefde enkel haar afgebroken vlucht van de zomer en slikte haar ondergang door. De zon die zijn ondergang nooit overleefde en de duisternis die altijd wederkeerde. Het verlangen naar het goede leven hield haar in geborgen. Herinneringen die ze koesterde aan Sam. Hoe hij haar liefdevol vasthield, zijn vrolijke humeur die haar altijd op wist te fleuren. Ze miste hem alsof haar hart uit haar lichaam was geropt. Ze telde hoelang het was geleden dat ze Sam had gezien. Vierendertig dagen, meer dan een maand.

En hij maakte zich zorgen, ze zal hem schrijven, had ze gezegd. Zijn hart brokkelde af door haar aanwezigheid. Het werk ging door terwijl hij dacht aan haar. Dag in, dag uit.

Hij dacht aan haar wanneer hij zich douchte na een lange stoffige dag. Het grauwe water gleed van hem af, stroomde het putje in. Tot het helder was. Dan draaide hij de kraan uit, kleedde zich aan en vertelde aan Willy, die trouw op hem lag te wachten, hoeveel hij haar mistte. Elke dag schreef hij haar een brief, in de onsierlijke hanenpoten, inclusief de spellingsfouten en woorden die op raadsel leken voor iemand anders. Eén uur per dag schreef hij. Eén uur per brief, liefdesverklaringen, werkverslagen, zijn gevoelens, familieverhalen van Old Jack, meer liefdesverklaringen en meerdere brieven over hij haar mistte.

De letters in de goede volgorde toveren terwijl ze zijn pen verlieten als vogels met gebroken vleugeltjes, was een hele opgave. De woorden waren niet goed en ze zouden nooit kunnen tippen aan hoe hij het zal zeggen tegen haar. Hij deed zijn best. Zijn brieven die hij elke dag bij het restaurant naast de snelweg afgaf, elke dag één brief. En nooit in de maand dat hij haar mistte, kreeg hij bericht terug.

Nick zag hoe Sam tijdens het werk weggleed in zijn gedachten. Dacht aan haar. Zijn hart voelde als een verwelkte bloem, verdort door de droogte, gebrek aan liefde. Nick had hem er naar gevraagd, Sam had zijn vraag ontweken.

'Oh, soms bel ik haar vanuit het restaurant. Het gaat goed met haar.' zei hij dan snel, gelogen. Waarna hij weer ijverig te werk ging. Hij werkte zo hard om het te vergeten. De hekken waren voor het eerst in maanden allemaal gerepareerd, alle waterbakken waren gecontroleerd en zelfs schoongemaakt en zelfs zijn eigen kamer had hij opgeruimd. Hij had haar T-shirts bewaard als een schat, netjes opgevouwen in zijn kledingkast. Ongewassen, zodat hij haar geur kon vasthouden wanneer hij het niet meer wist.

Katy leek een vergeten droom en hij wist niet of ze hem ooit weer wilde zien. Misschien was Olivier beter dan hem, hij zal vast geld hebben en hij kon haar alles geven wat ze wilde. Daarbij was hij niks, had hij niks. Enkel zijn liefde voor haar en een goed hart.

Elke ochtend liep hij naar haar studentenhuis, controleerde hij de post, ging ze allemaal bij langs terwijl hij de nauwe gang van het gebouw doorliep. De trap op, naar haar kamer. En de brieven waar haar naam in vreselijke letters opstond, liet hij in zijn tas glijden. Als een trofee die hij verborgen hield.

Het was liefde wat hij stal. Het was alles wat ze hadden en hun lot lag in zijn handen. En dat was zijn macht, wist hij. Dat zal hij beschermen met alles wat hij had. Want hoe graag hij haar ook wilde, hij zal nooit haar hart vast kunnen houden. Hij zal nooit haar liefde in totale overgave voelen. Nooit. Het maakte hem kwaad, al kwader dan hij was. Dat uitte hij met zijn handen op haar lichaam. Waar hij blauwe plekken achterliet als kunst. Uitte het in de smaak van haar tranen, zout water behoort tot de zee van haar hart.

Oude Hoop [WINNAAR WE WRITE 2022]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu