29. Ander soort geluk

44 8 0
                                    

Sam ontwaakte uit de coma. Hij was wazig van de medicijnen en kon niet plaatsen waar hij precies was. Hij probeerde zich voor de geest te halen wat er precies was gebeurd. Wat zijn laatste herinnering was. De herinneringen waren vreemd, liepen door elkaar. Kronkelden voor zijn ogen als het aangezicht van de wind in de bomen. Een warboel van takken. Voor even had hij gedacht dat hij dood was, wat was het stil in lucht. Hij kon niks zien en toch wist hij dat hij zweefde. Het laatste wat hij kon herinneren waren de bossen, de frisse lucht en de snelheid. Een glimlach trok om zijn lippen, wat gingen ze snel. Zijn pijn werd onderdrukt door de vele medicijnen die ze hem hadden gegeven. Een kunstmatige coma, noemden ze het. Zodat zijn lichaam alle energie kon stoppen in zijn herstel. Hij had het nodig vonden ze.

'Oké, Meneer. Wat fijn dat u wakker bent, hoe voelt u zich?' vroeg de vrouw die de kamer binnen kwam. Sam fronste en haalde diep adem. Hij vroeg zich af waarom zijn nek ingepakt was met zo'n breed ding die je wel eens bij oude vrouwen zag die nekpijn hadden. En hij ontkende niet dat hij last had van zijn nek, dat zeker, toch had hij geen idee wat er nou precies was gebeurd. Zijn stem klonk hees toen hij antwoorde en het deed zeer. Elke beweging deed pijn.

'Ik weet niet hoe ik me voel?' Zei hij en grinnikte om hoe dom zijn antwoord klonk.

'Oké, wil je de volgende vragen beantwoorden?'

'Barst maar los.'

'Kunt u dit voelen?' vroeg de vrouw terwijl ze in zijn teen kneep. Hij schrok, wat deed ze daar. Hij grinnikte en schudde zijn hoofd.

'Doe niet zo gek.' Zei hij en trok zijn voet weg, hij was kietelig onder zijn voeten. Zijn adem werd weggenomen door de pijn die hij voelde steken in zijn been en hij viel stil. Zijn been voelde vreemd, zijn bewegingen gingen langzaam en hij wist niet hoe het kwam.

'Oké, Samuel, kunt u mij eens vertellen wat er gebeurd is?' Vroeg ze. Ze keek hem vragend aan. De jongen had waarschijnlijk geluk gehad. Hij voelde zijn tenen nog en hij had zelfs zijn voet weggetrokken. Hij bewoog.

'Als u mij dat nou eens kan vertellen.' Zei hij en gaf haar een knipoog. Ze glimlachte en schudde haar hoofd.

'Zo werkt het niet jongen, wat is het laatste wat je kan herinneren?'

'Ik zweefde in de lucht.'

'En dat is het?'

'Jep.'

Ze glimlachte weer en schreef wat op.

'Hoe voelt u zich verder?' vroeg ze en checkte wat dingen, ze keek naar de zakjes die aan de paal naast zijn bed hingen.

'Prima, ik kan wel een sigaret gebruiken en oh, ik heb honger!'

'Voor dat tweede kan ik zorgen. Kunt u uw handen bewegen en uw armen optillen?' vroeg ze. Hij zuchtte en trok zijn wenkbrauw omhoog.

'Serieus?'

'Ja.'

Hij bewoog zijn handen, hief zijn armen in de lucht. Loodzwaar, zijn armen leken niet van hem. het ging schokkerig en langzaam. Wat voelden ze zwaar, het was alsof hij zijn spieren was verloren.

'Mooi zo.'

'En wat is er nu gebeurd?' Vroeg hij lichtelijk geïrriteerd. Hij keek naar het plafond en dacht aan wanneer de laatste keer was dat hij had gegeten. Wacht, 'Welke dag is het eigenlijk?'

'Jazeker, u heeft een lelijke val gemaakt. Van een paard, tegen een boom aan. En het is donderdag.' Ze keek hem aan in de hoop dat hij zich iets zal herinneren. Er kwam geen reactie, 'u heeft uw knie verdraaid en uw nek bezeerd.' Zei ze. Ze wou niet gelijk in details vertellen hoe erg zijn verwondingen waren. Toch leek hij niet tevreden met haar antwoord. De jonge man liet een zucht horen.

'En wat is er nou precies met mij aan de hand? Wanneer mag ik naar huis?'

'U heeft uw kniebanden en meniscus gescheurd,' ze stopte even, hij schold wat en keek haar toen aan, ze ging door. 'Door de klap heeft u twintig hechtingen op uw voorhoofd als het goed hersteld zal het geen litteken achterlaten.'

'En mijn nek? Waarom dit ding?' hij gebaarde naar de kraag die hij droeg.

'En u heeft een nekwervel gebroken.'

Hij haalde diep adem en sloot even zijn ogen. Het enige waar hij aan kon denken was hoe hij dat in vredesnaam voor elkaar had gekregen. Verdomme.

'Verdomme, tering...kut!'

'Maar u heeft geluk gehad. U kunt alles nog bewegen, voor hetzelfde was u verlamd geweest vanaf uw nek.'

'Heb ik ook eens geluk.' Grinnikte hij, slecht geluk. De vrouw stelde hem gerust dat alles goed zal komen. hij zal de kraag minstens zes weken moeten dragen. Hij zal in principe niets mogen doen en daarbij kwam dat hij fysiotherapie moest gaan volgen, voor zijn knie en voor zijn nek. Wat een klotetoestand.

Hij viel in een diepe onrustige slaap, de pijn knaagde aan hem. Liet hem onbewust het gevoel krijgen dat hij zijn eigen gevaar was. Als hij deze pijn kon negeren en gewoon door kon gaan was het duizend maal beter. Dan kon hij gewoon doorgaan, doorgaan zoals altijd.

Donderdagavond had het ziekenhuis Old jack opgebeld. Old Jack had zich opgemaakt voor het ergste nieuws. Hij was naar buiten gelopen om in alle rust het nieuws te ontvangen. De vrouw die hem belde was aardig, ze vertelde dat de jongen vol grapjes zat en eerlijk was. En toen vertelde ze Old Jack dat hij zijn nek gebroken had, maar zijn gevoel niet had verloren. Hij zal weer kunnen lopen en alles kunnen doen als voorheen. Hij zal niet gekluisterd worden aan een rolstoel en zijn dagen slijten terwijl hij niets kon doen. Hij leefde en was gezond, of dat zal hij weer worden. Het was een pak van zijn hart en hij was zo opgelucht dat hij Tilly om de hals vloog toen de vrouw op had gehangen.

'Hij is oké.' Zei hij en drukte een zoen op haar wang. Sam was als een zoon voor Old Jack en hij had zich zorgen gemaakt over zijn toestand. Het ergste was dat hij er niet veel voor kon doen.

'Ik ga ervoor zorgen dat hij de beste zorg zal krijgen die er is.' Zei hij tegen Tilly en samen hadden ze plannen bedacht hoe ze dat konden doen. Dat was wel het minste wat hij kon doen.

Oude Hoop [WINNAAR WE WRITE 2022]Where stories live. Discover now