Het supernormale leven van Eva van Alphen.

2K 72 25
                                    

De wekker van mijn zus gaat en met een zucht word ik wakker door de mooie natuurgeluiden. Zoë wordt nu ook wakker en zet haar wekker af. "Goeiemorgen." Zeg ik zoals altijd. "Morgen, Eva." Zegt Zoë chagrijnig terug. Ik begin te lachen en sta op uit mijn bed. Zoë en ik slapen op dezelfde kamer, omdat we in een klein huis wonen. Mijn moeder slaapt in de andere kamer en mijn broer heeft de zolder gekregen. Verder hebben wij een badkamer, een klein studeerkamertje en een washok. Op de begane grond is de kleine woonkamer met eetkamer en daaraan vast een kleine keuken. In de gang bevindt zich de voorraadkast en een wc.

Ik pak mijn kleren die ik gisteravond heb klaargelegd van mijn stoel en loop naar de badkamer. Ik hoor net de voordeur dichtvallen en daardoor weet ik dat mijn broer al op is en met de hond is gaan wandelen. We hebben ook een hond, ja. Ze heet Kaya en is een kruising tussen veel verschillende rassen. Iedereen houdt van haar en vindt haar schattig.

Snel kleed ik me om en loop zo snel mogelijk de trap af die in de gang uitkomt. Ik loop door de woonkamer naar de keuken en leg voor iedereen brood uit. Ik laat het brood opwarmen in de magnetron en zet het op de tafel. Daarna loop ik terug naar de keuken om de vleeswaren en kaas eruit te halen. Als ik de tafel helemaal heb gedekt, ga ik op mijn vertrouwde stoel zitten en begin aan mijn ontbijt. 10 minuten later komt Zoë aangekleed binnen en gaat naast mij zitten. "weer een saaie dag naar school mensen." Zegt ze en we beginnen te lachen. "gelukkig heb ik vandaag gym. Hoef ik even niet te denken aan vulkanen en wereldoorlogen." Zeg ik en neem nog een hap van mijn boterham. Onze moeder komt binnenlopen en begroet ons vrolijk. Vervolgens neemt ook zij plaats aan de tafel. Niet veel later horen we de voordeur weer opengaan.

Alex komt de woonkamer binnen en kijkt hongerig naar het eten. "Hier komt het beest!" zeg ik plagend en Zoë begint net als mij te lachen. Alex komt naast mijn moeder aan tafel zitten en begin zijn boterhammen te smeren. Ik kijk naar de klok en zie dat ik op moet schieten. Snel sta ik op en loop naar de badkamer. Daar borstel ik mijn lange donkerbruine haren en poets mijn tanden. Niet veel later komt Zoë met haar make-up binnen. Snel maak ik mijn tandenborstel schoon en vlug ik de badkamer uit voordat ze iets op mij probeert te smeren. Ik houd niet van make-up. Het is een masker waar je je achter verbergt als een watje. Dat doe ik dus niet.

Wanneer ik mijn kamer inloop, zie ik dat ik snel moet vertrekken door de tijd op de klok. Ik heb nooit echt iets gehad met tijd. Zo kwam ik vroeger veel te laat aan op school, maar nu krijg ik daar straf voor. Ik moet dan een kwartier eerder op school zijn om mijn naam op een stom papiertje te schrijven. Toen ik dat te vaak had gedaan moest ik een uur nablijven. Die dag had ik al tot half 4 en dat werd dus tot half 5. Ik pak mijn tas en ren de trap af. Beneden gooi ik mijn eten en drinken in mijn tas en trek mijn zwarte all stars en leren jack aan.

"doei Mam!" zeg ik en pak mijn sleutels van de haak. Daarna doe ik de achterdeur open om vervolgens op mijn fiets te stappen en via de poort op weg naar school te gaan. De weg naar school is kort, maar toch fiets ik zo snel ik kan. Ik fiets eerst een paar kleine straten door om vervolgens op een fietspad door het bos te gaan. Na het bos kom ik in een straat uit en als ik die straat uitrijd, kom ik precies bij de poort aan waar ik naar binnen moet.

In het bos krijg ik ineens beelden in mijn hoofd van een gebeurtenis. Ik die een oude man tegemoet rijd is een daarvan, maar wat er daarna gebeurd is schokkend. Ik zie korte fragmenten van een paar mannen met bivakmutsen op die uit de bosjes komen. Ze pakken me vast en slaan me op mijn hoofd, waardoor ik bewusteloos raak. Daarna komt er een donkerblauw busje de bosjes uitgereden en de bivakmutsen nemen me mee in het busje.

Als de fragmenten over zijn, fiets ik alweer in de laatste straat op de weg naar mijn school. Met een frons fiets ik het laatste stuk en als ik de school zie probeer ik weer normaal te kijken. Dit lukt aardig en ik zet mijn fiets in de fietsenstalling. Mijn school bestaat uit een nieuwbouw en een oudbouw. In de nieuwbouw zit de bovenbouw, behalve ik dan. In de oudbouw zit voornamelijk de onderbouw, maar ik heb het profiel Cultuur & Maatschappij, dus ik heb alleen in de oudbouw les. Mijn kluisje is dan wel weer in de nieuwbouw en daar moet ik ook pauze houden met mijn vriendinnen. Onder bouwers mogen er eigenlijk niet komen in de pauzes, maar Kiki komt toch.

Ik prop mijn boeken voor de middag in mijn kluisje samen met mijn gymtas. Als ik net mijn kluisje op slot doe, komt Laurelle de hoek om. "Hey Eva!" zegt ze vrolijk en ik loop naar haar toe. "Hey Lau! Wat heb jij het eerste uur?" vraag ik. Laurelle doet haar jas in haar kluisje en propt er daarna nog wat boeken bij. "economie. Jij?" zegt ze kort en ik zie dat ze moe is van de lange rit naar school. Laurelle woont in een dorp dat geen middelbare school heeft en dit is de dichtstbijzijnde school. Ze moet drie kwartier fietsen. "Geschiedenis." Zeg ik met een lach. Mijn vriendinnen weten dat ik geschiedenis een geweldig vak vind.

Laurelle sluit haar kluisje en we wachten nog even op Esther, zodat we samen naar onze lokalen kunnen lopen. "Waar heb jij dan?" vraag ik met een frons. "31, een Engels lokaal, omdat te veel mensen Economie hebben gekozen." Beantwoord Laurelle mijn vraag en ik knik. Niet veel later komt Esther binnen en doet meteen haar jas uit. "het is al warm buiten." Zegt ze en we beginnen te lachen om haar binnenkomst. We lopen naar haar kluisje en daarna richting de lokalen. "Eva, waar moeten we heen?" vraagt Esther. Esther heeft hetzelfde profiel als ik, maar zij heeft Frans en ik Muziek als vrij vak.

"Lokaal 18. Waar we altijd geschiedenis hebben." Zeg ik met een lach. "had ik kunnen weten. Dan heb je altijd zo'n grijns op je gezicht." Zegt ze plagend. We komen bij de splitsing waar we afscheid moeten nemen van Laurelle en daarna gaan wij naar de uithoek van de school om naar mijn favoriete lokaal te gaan. "Goedemorgen mevrouw." Zeg ik vrolijk en de lerares draait zich om van de computer waar ze aan zat te werken. "Goedemorgen dames. Jullie zijn op tijd." Zegt de lerares en Esther gebaart naar mij. Uit verdediging gooi ik mijn handen in de lucht. "Sorry hoor. Mag ik ook een vak leuk vinden?" zeg ik grappend en ga voor Esther op mijn plek zitten.

In de eerste pauze loop ik samen met Laurelle en Esther naar het lokaal waar Kiki les had en ons op staat te wachten. We lopen de hoek om en zien Kiki al staan. "Hey Kiki!" roep ik haar blij toe. Ze kijkt om en begint te lachen. "hey!" zegt ze terug als we bij haar komen staan. "naar de aula?" vraagt ze kort en wijst naar de deuren die naar de nieuwbouw leiden. Ik knik en kijk naar Laurelle en Esther. Zij knikken ook en al pratend beginnen we naar de aula van de bovenbouw te lopen.

In de aula is het druk en het is moeilijk om de tafel te vinden waar Alison op ons wacht. Dit doen we elke dag. Alison heeft een compleet ander profiel en daarom heeft ze les in de lokalen dicht bij onze aula. Zo kan zij snel een tafel bemachtigen en hebben wij een goede plek om te praten en te eten. "hoi Alison. Hoe was scheikunde?" vraag ik als ik naast haar kom zitten. "Wil jij, het meisje dat alle vakken met het woord 'kunde' heeft laten vallen, weten hoe het was bij scheikunde?" zegt ze gespeeld met grote ogen en open mond. "Ik ben diep onder de indruk, Eva. Het was leuk. We moeten ons voorbereiden op een nieuw experiment, die op vele manieren fout kan gaan." Zegt Alison en ik lach. "Veel explosies?" vraag ik en ze knikt. "Daar kunnen we wel op rekenen." Zegt ze en mijn ogen worden groot. "Nu ben ik jaloers, Elly. Dat jij daar bij mag zijn." Zeg ik en we beginnen te lachen.

De rest van de dag verloopt langzaam en saai. Ik heb ook talen, maar dat vind ik dus niet interessant. Waarom zijn er eigenlijk verschillende talen? We kunnen toch ook gewoon allemaal één taal leren? Dat zou alles een stuk makkelijker maken. Toch? Nou ja, aan het einde van deze saaie en doodnormale schooldag, fiets ik weer dezelfde weg naar huis. Er zijn verschillende wegen die je kan fietsen naar mijn huis of naar mijn school, maar ik vind deze weg door het bos het mooiste en daarom fiets ik alleen over deze weg.

In het bos is het rustig, maar mijn hart begint sneller te kloppen als ik een oude man tegemoet fiets. Ik kijk achterom, maar fiets toch verder. Ik kalmeer mezelf door te zeggen dat niet alle visioenen uitkomen. Het was vanochtend vast mijn fantasie die mij gek wilde maken. Ik fiets een bocht om, maar dan gebeurt toch hetgene waar ik zo bang voor was. Er springen drie mannen uit de bosjes en ze hebben allemaal de bekende bivakmuts op. Ik wil net gaan schreeuwen als ik een hand op mijn mond voel. Daarna voel ik een harde, pijnlijke klap en daarna word alles zwart voor mijn ogen.

-------------------------------------

een kijkje in het leven van Eva van Alphen. het volgende hoofdstuk zal meer spanning bevatten!

als je het al een goed boek vind, plaats dan een reactie of stem!

Xxx

Quinty

30 dagen in Hell (voltooid)Where stories live. Discover now