(2) Dag 13: Het begin

802 48 2
                                    

Raphael kijkt even naar zijn schoenen voordat hij aan zijn verhaal begint. Met verdriet in zijn ogen staart hij mij aan en ik kijk gevoelloos naar hem terug.

"Mijn vader werkte vroeger nog voor de overheid. Hij was vanaf het begin van zijn carrière al een belangrijke man," begint Raphael moeizaam, "In die tijd leerde hij mijn moeder kennen. Ze was een militair die net klaar was met een missie. Mijn vader en moeder kregen contact, omdat mijn moeder op een nieuwe missie werd uitgezonden. Mijn moeder was een spionne voor de overheid en mijn vader kreeg door een promotie de baan van baas over alle spionnen en andere belangrijke militairen." Raphael stopt even met zijn verhaal, maar al snel gaat hij weer verder bij waar hij was gebleven.

"Mijn moeder werd verliefd op mijn vader en die liefde was wederzijds. Al snel nam mijn moeder de beslissing om te stoppen met haar baan als spionne voor de overheid. Mijn ouders kregen een relatie en na een paar jaar trouwde ze en kregen ze mij. Mijn vader was nu aan de top van zijn carrière en creëerde een geheime organisatie die informatie werft voor de overheid. De organisatie was een groot succes ook al was het geheim. Het liep alleen mis toen de overheid erachter kwam dat mensen hier werden gemarteld," Verteld Raphael en ik schrik door zijn woorden. Raphael kijkt mij met medelijden in zijn ogen aan en ik zie ook dat hij pijn heeft.

"De overheid heeft de organisatie afgeblazen, maar mijn vader was te gedreven en ging zonder dat de overheid er vanaf wist toch verder. Mijn moeder was hier niet mee eens en is naar haar thuisland, Spanje, gevlucht. Mijn vader, die nog steeds de baas van dit alles is, kon dit nooit verwerken. Hij laat zijn gevoelens niet meer zien en werd de ijskoude man die jij herkent als de baas. Ik ken mijn vader niet meer. Mijn vader was de man die zijn liefde voor zijn vrouw elke dag toonde en met passie zijn werk deed. Hij heeft me gedwongen om bij de organisatie te komen. Ik was bang, daarom heb ik het aanbod geaccepteerd. Eigenlijk word ik hier net zoals jij vastgehouden en gecontroleerd," zegt Raphael en kijkt starend voor zich uit.

Na een diepe zucht gaat Raphael weer verder met zijn verhaal en ik luister aandachtig. "De mensen die oorspronkelijk bij de organisatie werkte, zijn hier nog steeds en ze helpen bij de ondervragingen. Naast de organisatie hebben de meeste nu een gewone baan om toch te kunnen rondkomen. We krijgen namelijk geen geld meer van de overheid."

Raphael stopt met zijn verhaal en kijkt mij aan zonder een duidelijke uitdrukking op zijn gezicht. "Wat erg, Raphael. Ik wou dat ik iets kon doen." Zeg ik met een medelevende blik. Mijn hand gaat naar Raphaels arm en langzaam strijk ik over zijn huid. Raphael lijkt te ontspannen en langzaam draait hij zijn hoofd om mij in de ogen te kunnen kijken. Een kleine glimlach verschijnt op mijn gezicht en ook Raphael krijgt een glimlach.

"Een paar maanden geleden zijn mensen erachter gekomen dat er een oorlog op komst is," zegt Raphael uit het niets en ik trek vlug mijn hand weg door deze informatie. Mijn glimlach is verdwenen en ook Raphaels glimlach maakt plaats voor een neutraal gezicht. "Ze begonnen met rondvragen over een helderziende of iemand die ons misschien kon helpen. Een maand later kwam een man die naast de organisatie een tandarts is een lerares tegen. Hij begon haar te ondervragen zonder dat ze het door had. Hij gebruikte een techniek die de mensen van de organisatie via de overheid hebben geleerd. De lerares noemde jou naam en lachte nadat ze je naam had genoemd, omdat ze dacht dat het een onschuldig gesprek was. Ze zei dat je een grote fantasie had en een keer een persoonlijke vraag over haar beantwoord dat je niet kon weten over haar," verteld Raphael en hij grinnikt even bij zijn woorden.

Ik herinner mij het moment nog goed. Mevrouw Clark had het over haar vriend tijdens de les. De les zou nog maar tien minuten duren, maar er was niets meer te doen. Mevrouw Clark vroeg lachend: 'als jullie de naam van mijn vriend raden mogen jullie gaan.' Zonder erbij na te denken gaf ik na een paar beurten van anderen het juiste antwoord. De klas lachte en liep tevreden het lokaal uit, maar mevrouw Clark bleef mij verbaasd aankijken. Laurelle heeft mij toen meegetrokken naar de kluisjes.

"Mijn vader gaf het bevel om onderzoek te doen naar jou, Eva. Na een paar dagen hadden ze je al opgespoord en waren ze al je bewegingen aan het volgen. Dit hebben ze anderhalve maand gedaan en toen kwam het moment om je mee te nemen," eindigt Raphael zijn verhaal en ik knik. "Nu weet je alles," zegt Raphael daar nog achteraan en een kleine glimlach verschijnt op mijn gezicht.

"Bedankt voor de informatie," zeg ik dankbaar en ook bij Raphael verschijnt er een glimlach. "Het is niets. Je hebt het recht om de waarheid te weten," lacht Raphael, "hier zijn trouwens geen camera's." Even kijkt hij om zich heen en daarna naar de deur. "Niet doorvertellen," fluistert Raphael en vragend kijk ik hem aan. Mijn ogen worden groot als zijn handen naar zijn bivakmuts gaan.

"Raphael," zucht ik, maar ik ben al te laat. Met open mond kijk ik naar het knappe gezicht van de jongen tegenover mij. "Ik zei toch dat je recht had op de waarheid," fluistert Raphael met een perfecte lach. Ook ik begin te lachen en Raphael doet zijn bivakmuts rustig weer op. "Nu weet je dat je mij kan vertrouwen," zegt Raphael en ik knik instemmend.

Een lange tijd zitten we in stilte tegenover elkaar. Niemand die iets zegt of iets wil zeggen. De rust die tussen ons in hangt is ons gesprek. Tijdens het verhaal van Raphael heb ik langzaam mijn boterhammen opgegeten. Nu genieten we samen van de stilte en vrede die wij samen hebben gecreëerd in de kleine kamer waar wij ons bevinden.

"Mis je je moeder?" vraag ik zacht en ik kijk op naar Raphael. Een blik in zijn ogen die ik niet ken en iets in mij zegt dat ik nooit deze mooie stilte had mogen verbreken. Toch krijg ik een eerlijk antwoord. "Ja, ik had gewild dat ik met haar mee was gegaan. De eerste jaren was ik boos op haar, maar ik kende mijn vader toen nog als een goede man en niet als de man die jou hier heeft opgesloten. Toch heb ik nu geen spijt dat ik niet weg ben gegaan. Nu heb jij iemand die je hier weg kan halen," zegt Raphael en met een kleine glimlach kijken wij elkaar aan.

"zijn we nu dan vrienden?" vraag ik plagend en Raphael begint te lachen. "Ja," bevestigd hij, "we zijn vrienden." Ook ik begin te lachen en de stille vrede keert weer even terug in de kleine kamer.

"Raphael?" vraag ik ineens bang voor zijn antwoord. Bang voor de vraag die ik zo graag wil stellen. "Ja?" antwoord Raphael en ik weet dat ik de vraag ooit moet gaan stellen.

Een diepe zucht verlaat mijn longen via mijn luchtpijp door mijn mond. "Ik wil hier weg. Ik wil hier weg en ik wil dat jij met mij mee gaat. Zullen we een plan bedenken om hier weg te komen?" vraag ik met een frons op mijn voorhoofd en Raphael is even stil voordat hij antwoord. "Is goed. Ik zal de plattegrond natekenen voor je. Dan kunnen we tijdens elke maaltijd bespreken wat we gaan doen," stelt Raphael voor en ik knik opgelucht door zijn antwoord. Ik verklaar mezelf mentaal voor gek dat ik ooit bang was voor zijn antwoord.

De laatste tijd ben ik ook wel meer bang voor de toekomst dan anders. Soms heb ik het idee dat ik helemaal geen helderziende wil zijn. Dat ik me alleen zorgen wil maken over wat ik de volgende dag naar school aantrek en welke foundation mij het beste staat. Ik wil me geen zorgen maken over een wereldoorlog en al helemaal niet over de daden tijdens de oorlog van een meisje die ik helemaal niet ken.

Raphaels stem haalt mij uit mijn vreselijke gedachten en aandachtig luister ik naar de woorden die zijn lippen vormen. "Ik moet weer gaan. Als ik hier te lang zit gaan ze vermoeden dat we plannen hebben. Dat willen we niet hebben," zegt Raphael en ik knik langzaam. Ik geef het grote dienblad aan Raphael en na een kort afscheid ben ik weer alleen in mijn kleine kamer.

Met een zucht ga ik terug onder de warme dekens liggen en ik draai me op mijn zij met mijn rug naar de deur toe. Het voelt gevaarlijk om zo te liggen, maar het maakt mij allemaal niet meer uit. Ik heb nu een vriend hier en die gaat mij helpen hier weg te komen.

Stil begin ik te huilen om mijn gedachten die terug komen. De gedachte over wat er in de oorlog gebeurt en wat voor effecten het zal hebben op de wereld. Ruw veeg ik mijn tranen van mijn wangen. Ik merk nu pas dat ik erg moe ben en ik sluit mijn ogen om zo mijn gedachten te verdringen over de oorlog. Als ik de donkere wolken in mijn hoofd heb weggeblazen val ik rustig in slaap.

30 dagen in Hell (voltooid)Where stories live. Discover now