(1)Dag 8: Opdracht van vertrouwen

924 47 2
                                    

Ik heb dag 8 in twee hoofdstukken gesplitst, maar hieronder zit nog een klein stukje van de avond van dag 7!
Enjoy!
---------------------------------------
Ik zit op mijn slaapkamer te peinzen over het briefje met mijn naam erop. Ik heb hem onder het bord van Eva gelegd, maar ik weet nu niet of zei hem heeft gezien. Wat als iemand het briefje vindt? Dan zit ik diep in de problemen. Mijn vader zal woedend zijn en dreigen ook mij op te sluiten. Nu hoop ik gewoon dat Eva het briefje heeft gezien en hem heeft verstopt. Zij verdient het om mijn naam te weten. Eva zal niemand kwaad doen ook al komt ze zo over. Ik kijk dwars door dat masker heen. Achter haar masker schuilt een meisje, een jong meisje die de wereld nog moet gaan verkennen. Een meisje dat goed voor haar moeder zorgt. Achter dat masker schuilt de echte Eva.

Er wordt hard op mijn deur geklopt en ik schrik op uit mijn gedachten. "Kom binnen!" roep ik en de deur gaat open. "Raphael, de baas wil je spreken in zijn kamer." Zegt de man die ik ken als Frederick. "dankje. Ik zal er meteen heen gaan." Zeg ik en Frederick sluit na een goedkeurende glimlach de deur weer achter zich.

Niet veel later loop ik door de gangen van het verlaten hotel. De muren zien er somber uit en ik wenste dat ik ze allemaal mocht opfleuren. Helaas mag dit niet van de baas, oftewel mijn vader. Hij noemt zichzelf graag de baas, omdat hij de leider is van de groep die eva heeft ontvoerd. Hij heeft zelf het plan bedacht om haar te ontvoeren en iedereen luistert naar hem. Hij is alleen niet de enige leider. Er zijn zeven anderen. Deze acht mannen zijn het hoofd van onze 'organisatie' zoals zij dat noemen. Ik wilde in eerste instantie niet bij deze groep, maar mijn vader dwong me. Hij dreigde mij op straat te zetten als ik me niet aan zou sluiten. Natuurlijk heb ik me toen wel aangesloten, maar ik heb mezelf gezworen niemand kwaad te doen.

Ik klop op de deur van mijn vaders kamer. "kom binnen, Raphael." Zegt een luide zware stem en ik duw de klink van de deur omlaag. "Kom zitten, jongen." Zegt mijn vader met een grijns en fronsend kijk ik mijn vader aan terwijl ik plaatsneem op de stoel. Mijn vader doet normaal nooit zo vriendelijk tegen mij en ik vertrouw hem voor geen meter meer. Mijn vader zit in zijn luxe stoel tegenover mij. Tussen ons in staat een grote houten tafel die dient als bureau. Op zijn bureau ligt zoals altijd bijna niets op een beker met pennen, een paar stapeltjes papier en zijn brillenkoker na.

"Raphael, ik heb jou en Eva in de gaten gehouden en ik denk dat zij jou vertrouwt." Begint mijn vader. "Daarom heb ik besloten dat jij meer tijd met haar gaat doorbrengen. Op deze manier kan je misschien wat informatie loskrijgen over de opkomende wereldoorlog. Ik moet en zal te weten komen wanneer deze oorlog begint en daarmee zal jij mij helpen." Zegt mijn vader en ik knik. "Maar vader," begin ik en ik krijg meteen een strenge blik van hem. "Sorry. Maar baas, Wat als ze mij doorkrijgt? Het is een slim meisje." Probeer ik tegen mijn vader in te gaan. "Geen gemaar, Raphael. Als je jezelf een man wilt noemen, moet je je ook zo gedragen!" zegt mijn vader streng en ik knik onderdanig. "Ga nu slapen. Morgen mag je samen gaan ontbijten met je vriendinnetje." Zegt mijn vader met een gemene grijns en met mijn kaken op elkaar geklemd loop ik snel de kamer uit.

Man, ik haat die vent.

-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-

Ik hap naar adem wanneer ik wakker word en kijk angstig om mij heen. Een traan rolt langs mijn wang naar beneden. Ik zit hier nog steeds opgesloten. Ik denk aan de nachtmerrie die ik zojuist heb gehad. Mijn broer en zus zaten in de auto. Ze lachten met elkaar en Alex keek even opzij naar Zoë. Hij had niet door dat er een auto door rood reed en ze kregen een ongeluk.

Ik heb niet vaak nachtmerries en ik kan niet dromen als ik slaap. Ik krijg soms wel eens een droom, maar dat gebeurt zelden. Meestal kan ik na een nachtmerrie naar mijn moeder, maar dit keer zit ik opgesloten in deze stomme kamer en de duivel mag weten waar die is. Als ik wel thuis was, ging ik bij mijn moeder op bed zitten en zou ze zeggen: 'Eva, dromen zijn bedrog. Voor nachtmerries geld dus hetzelfde.' Dat zou mij opvrolijken. Als verrekijker ben ik gewend om de waarheid te zien, maar ik kan nog steeds dromen net als ieder ander. Soms vergeet je dat je gewoon een persoon van vlees en bloed bent.

Met deze gedachte ben ik gerust gesteld en ga ik weer terug liggen. Met mijn broer en zus zal nooit iets gebeuren zolang niemand weet dat zij ook verrekijkers zijn. Ik zal dat ook nooit vertellen. Ik wil niet dat zij samen met mij in deze Hell terecht komen. Dat wil ik ze niet aandoen. Ik sluit mijn ogen en begin aan de leuke herinneringen te denken die ik met mijn broer en zus deel. Mijn gedachten dwalen af naar gisteravond. De jongen met diepblauwe ogen heeft me zijn naam gegeven. Raphael, dat is zijn naam. Past wel bij zijn ogen. Hij zei gisteren dat hij het dienblad zelf weer zou komen halen, maar in plaats daarvan kwam een man. Hij zei niets en was binnen een paar seconde ook weer weg.

Zou er iets met hem aan de hand zijn dat hij het dienblad niet kwam halen? Om die gedachte moet ik even grinniken. Ik die me druk maak om één van mijn ontvoerders. Ik schud mijn hoofd om de dwaze gedachte. Alsof zij zich ook zorgen maken om mij. Nee, dan hadden ze me ook nooit opgesloten.

Ik kijk naar het dichtgetimmerde raam en zie dat het nog vroeg in de ochtend is. Er schijnt niet veel licht door het raam naar binnen, maar het lijkt mij genoeg om even te tekenen en te schrijven. Ik stap mijn bed uit en nadat ik het boekje onder mijn bed vandaan heb gehaald, loop ik naar het kleine bureau. Ik frons als ik een stapel kleren op het bureau zie liggen. Een glimlach vormt zich op mijn gezicht als ik me herinner dat ik nieuwe kleding zou krijgen.

Zonder na te denken leg ik het boekje naast de stapel kleding en pak de kleding van de tafel. Bijna huppelend loop ik naar de badkamer om daar de kleren aan te trekken. De badkamer heeft geen ramen, maar wel een kleine lamp. Ik doe het licht aan en draai het slot van de deur om. Een gevoel van veiligheid verspreid zich door mijn lichaam en op mijn gemak doe ik de kleren aan. Het is een lichtgrijs effen shirt en een zwarte joggingbroek. Tevreden kijk ik in de spiegel en loop daarna de badkamer met een lach uit.

Ik schrik als ik Raphael met een dienblad in zijn handen in de kamer zie. "Goeiemorgen." Zegt hij een beetje twijfelend als hij mijn geschrokken gezicht ziet. Snel schud ik mijn hoofd. "goeiemorgen." Zeg ik en begin te lachen om niet te laten merken dat mijn hart als een razende tekeer gaat. Ik wil niet dat hij vragen gaat stellen over het notitieboekje dat nog op het bureau ligt. "Ik heb je ontbijt." Zegt Raphael en hij tilt het dienblad even iets hoger om zijn woorden te benadrukken. "Eh ja, dat kan ik zien. Dankje, ik had honger." Zeg ik en loop snel op hem af om het dienblad over te nemen.

Ik zet het dienblad op mijn bureau neer en leg onopvallend het boekje op de stoel neer. Daarna kijk ik naar het ontbijt. Ik frons als ik twee borden zie en ook twee glazen met water. "Eh ja, ik dacht dat het wat gezelliger zou zijn als we samen zouden ontbijten." Zegt Raphael onzeker en ik kijk naar hem om. "dat is een leuk idee, ja." Zeg ik zo opgewekt mogelijk, maar negeer zijn onzekerheid niet. Het lijkt net of hij iets voor me verbergt al is het niet meer zijn naam. "zullen we dan op mijn bed gaan zitten?" stel ik voor en Raphael knikt. Ik til het dienblad op en samen eten we ons ontbijt op het bed.

Na het ontbijt kletsen we nog even door over mijn familie. "Ja, mijn oma is echt gek." Zeg ik lachend en kijk naar Raphael die geïnteresseerd naar mijn verhaal luisterde. "Ik kan het nog steeds niet geloven. Heeft je oma echt op haar zus geplast?" zegt hij lachend en ik knik. "Ja, ze droomde dat ze naar de wc ging en slaapwandelde naar de tent van haar zus. Ze waren aan het kamperen, dus haar zus had geen andere pyjama bij." Nu beginnen we nog harder te lachen en ik voel me comfortabel en vertrouwt als ik zie dat Raphael gemeend met mij mee lacht.

"Ik moet nu weer gaan." Zegt Raphael opeens en beteuterd kijk ik hem aan. "Maar we kunnen vanmiddag samen lunchen als je dat leuk vind?" stelt Raphael voor en ik knik blij. "Kan dat echt?" vraag ik met een lach en Raphael knikt. "dat kan ik regelen." Zegt hij en staat op om daarna het dienblad van mijn schoot te pakken. "Tot vanmiddag." Zeggen we en daarna verlaat Raphael de kamer.

Onmiddellijk snel ik naar het bureau toe en pak mijn notitieboekje. Ik blader het boekje door en kijk of er geen pagina's missen. Ik zucht opgelucht, maar realiseer me dan dat ze waarschijnlijk al weten dat ik een boekje heb die ik verstop. Verslagen kijk ik naar de camera in de hoek, maar ik kijk al gauw weer weg. Rustig ga ik verder met mijn act alsof ik niet weet dat die camera daar hangt. Ik hoop maar dat ik dit lang genoeg vol kan houden.

30 dagen in Hell (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu