Dag 4: een harde klap in mijn gezicht.

917 70 6
                                    

Ik schrik wakker uit mijn bewusteloosheid en begin even te hyperventileren. Gelukkig krijg ik dit al snel onder controle. Ik kijk om mij heen en zie dat ik op mijn oude bed in mijn kamer lig. Nee, ik ben niet thuis. Ik bevind me nog steeds in dit oude gebouw met mijn ontvoerders.

Een steek van pijn schiet door mijn hoofd als ineens de deur wordt opengedaan. Als gevolg daarvan verlaat een kreun mijn mond. "Sorry, sorry, ik had geen idee dat je alweer wakker was geworden." Klinkt de stem van mevrouw Clark door de kamer. Even later hangt haar jonge, lachende gezicht boven mijn hoofd en is het felle licht die uit de gang kwam vermindert. Er komt nu nog maar een kleine straal licht van de gang mijn kamer binnen.

Ik probeer op te staan, maar word al snel weer terug geduwd door mevrouw Clark. "Blijf maar even liggen. Je hebt een harde klap gehad." Zegt ze zo vriendelijk mogelijk, maar toch maakt de herinnering mij boos. "Ja, omdat jullie me zo nodig moesten ontvoeren! Omdat jullie zo nodig wilde weten wanneer de derde wereldoorlog begint en omdat jullie dachten dat ik helderziend was!" zeg ik en tranen rollen over mijn wangen. Het geschreeuw van mij heeft ervoor gezorgd dat ik nog meer hoofdpijn heb gekregen dan ik al had.

"Eva, doe even rustig. Als je je zo opwind, word je nooit beter." Zegt mevrouw Clark om mij stil te krijgen, maar mijn woede overheerst. "Ik wil niet rustig doen! Ik wil naar huis! Ik wil mijn moeder, broer en zus omhelzen! Ik wil de hond gaan uitlaten en de frisse lucht inademen! Ik wil vrij zijn!" roep ik haar toe en de tranen van gemis stromen als een waterval over mijn wangen. Ik kijk mevrouw Clark verdrietig in de ogen en zij kijkt mij met medelijden aan. Ik ben verbaasd over het feit dat ze medelijden met mij heeft. Zij heeft toch meegeholpen met deze ontvoering?

Mevrouw Clark staat na een poos van stilte en gesnik op en loopt zachtjes de kamer weer uit. Ik kijk naar het saaie, grijze plafond en zucht. Ik had aan mezelf beloofd dat ik niets los zou laten. Dat ik niet zou breken en dat ik mijn familie niet zou missen. Dit alles heb ik zojuist gebroken. Voorzichtig en met veel pijn kom ik toch overeind. Ik moet nu even gaan schrijven anders word ik gek hierbinnen.

Ik kijk naar mijn blote benen en zie grote blauwe plekken en soms ook opgedroogd bloed. Mijn armen hebben ook blauwe plekken en ik voel een verband om mijn hoofd, die ik eerder niet had opgemerkt. Voorzichtig probeer ik op te staan en voel de pijn door heel mijn lichaam. Toch zet ik door en al staand pak ik mijn notitieboekje onder mijn bed vandaan. Ik klem mijn kaken op elkaar om niet te gaan schreeuwen van de pijn en loop naar het oude bureau toe. Daar ga ik op de stoel zitten en begin te schrijven.

Dag 3/4:

Ik zit nog steeds hier in deze kamer, maar toen ik dacht dat mevrouw Clark mijn ontbijt kwam brengen, zag ik de jongen met diepblauwe ogen binnenkomen. Hij is gebleven totdat ik mijn ontbijt ophad. Ik dacht dat hij wachtte zodat hij het dienblad weer mee kon nemen, maar dit had ik mis. Hij bond mij vast en bracht me naar de kelder waar ik verhoord word. Ik schrok toen ze begonnen over een derde wereldoorlog. Ze wilden weten wanneer de oorlog begon en omdat ze denken dat ik helderziend ben, vroegen ze het aan mij. Het punt is dat ik niet weet wanneer deze oorlog begint en daar wil ik al helemaal niet aan denken. Toen ik zei dat ik het antwoord niet wist, zeiden ze dat ik loog. Uiteindelijk hebben ze me geslagen met een honkbalknuppel en werd ik de volgende dag wakker in deze verdoemde kamer.

Ik haat het hier.

Het is een kort verhaal, maar het heeft hetzelfde effect als de vorige keer dat ik schreef. Ik voel me nu al een stuk minder woedend en met pijn in mijn lichaam verstop ik het boekje weer onder mijn bed. Daarna ga ik in het bed liggen en val van vermoeidheid in slaap.

"Eva, Eva. Eva, wakker worden." Hoor ik een vrouwelijke stem zeggen. Langzaam open ik mijn ogen om ze daarna hard weer dicht te knijpen. Het licht doet veel pijn aan mijn ogen en mevrouw Clark ziet dit. "Sorry, alweer." Zegt ze. "Het licht is weg, Eva. Je kunt je ogen weer openen." Langzaam open ik weer mijn ogen en nu kan ik ze wel openhouden.

"Hoe voel je je?" vraagt mevrouw Clark als ze naast mijn bed neerhurkt. "Opgesloten." Zeg ik mompelend. Mevrouw Clark kijkt naar beneden en lacht even om mijn opmerking. "Ja, dat snap ik, maar de pijn. Is de pijn minder?" vraagt ze en ik knik. "Ja, maar eigenlijk niet." Zeg ik en begin te lachen. "Nee, de pijn is niet verminderd." Zeg ik als verduidelijking.

Mevrouw Clark staat op en loopt naar de deur. "Wacht maar even. Ik ga iemand halen die je misschien kan helpen." Zegt ze. "Kan ik iets anders dan, in plaats van wachten?" vraag ik sarcastisch als ze de kamer uitloopt. Even later komt mevrouw Clark terug met een andere vrouw. "Herken je haar nog?" vraagt mevrouw Clark met een kleine lach en ik kijk naar de gezette vrouw naast haar. Beide vrouwen hurken naast mijn bed en nu zie ik ook het gezicht van de gezettere vrouw. "Mevrouw Morgan?" vraag ik met een frons en de vrouw knikt.

Mijn wereld stort voor de tweede keer tijdens mijn ontvoering in elkaar. Mevrouw Morgan was vorig jaar mijn scheikunde docente, maar ik heb het vak laten vallen. Ik vond het vak wel leuk, maar je zou er te veel moeite voor moeten doen en dat wilde ik niet. Mevrouw Morgan is een lieve vrouw net als mevrouw Clark en daarom begrijp ik niet waarom zij ook meedoet aan mijn ontvoering. Het klopt gewoon niet. "En hoeveel leraren werken er nog meer mee aan deze Hell?" vraag ik bot aan de twee leraressen. Ze kijken elkaar aan met een blik vol medelijden. "Genoeg." Antwoord mevrouw Morgan kort.

"ik ga je wonden schoonmaken en je verband vervangen, goed?" begint mevrouw Morgen, zodat we overstappen naar een ander onderwerp. Ik knik snel en mevrouw morgen haalt een spons uit een emmer. Gelukkig is het warm water. Mijn maag begint te knorren en daardoor lach ik even. Dat deed ik thuis ook als ik mijn maag hoorde knorren. "Ik ga wel iets te eten halen." Zegt mevrouw Clark en loopt weg.

Nu ben ik alleen met mevrouw Morgan, die in stilte mijn benen schoondept. Ik merk nu pas dat ik andere kleding draag. Een grijs shirt met een zwart sportbroekje. Mijn gewone kleren zijn ook nergens meer te bekennen. "Waar zijn mijn kleren?" vraag ik dan ook. "Geen idee, maar je krijgt nieuwe van hier." Zegt mevrouw Morgan kort en vermijd oogcontact. "waar ben ik dan? Waar is hier?" vraag ik nieuwsgierig. "Dat kan ik je niet zeggen." Mevrouw Morgan stopt met het schoonmaken van mijn benen en kijkt mij recht in de ogen. Haar ogen staan moe en kijken verdrietig. "Hoelang ben ik bewusteloos geweest?" vraag ik om toch antwoorden te kunnen krijgen. "gisteren de rest van de dag en vanochtend om ongeveer 11 uur werd je wakker." Zegt mevrouw Morgan. "Het verbaast mij dat je nu pas honger kreeg." Voegt ze er aan toe. Ik knik. Ik ben dus ongeveer een dag bewusteloos geweest en dat wisten ze. Maar hoe?

Op het moment dat ik nog een vraag wil stellen aan mevrouw Morgan, komt mevrouw Clark binnen met brood en water. Dankbaar ga ik iets overeind zitten en word het dienblad op mijn schoot neergezet. Ik kijk naar de twee boterhammen met daartussen een gebakken ei. Mijn ogen worden groot als ik het ei zie. "Eet smakelijk. Je hebt het verdiend." Zegt mevrouw Clark en samen met mevrouw Morgan verlaat ze de kamer.

Met genot eet ik mijn boterhammen op en drink ik mijn glas met water. Als ik het allemaal op heb, zet ik het dienblad naast mijn bed en niet veel later komt mevrouw Morgan binnen met een nieuw verband. Het verband is al snel in stilte gewisseld en ik krijg een glas water en paracetamol aangereikt. Dankbaar neem ik de bittere pillen en ga daarna liggen om in een rustige slaap te vallen.

Ik word nog een keer wakker gemaakt voor het avondeten, wat weer bestaat uit boterhammen met kaas en een glas water. Dit keer komt de jongen met diepblauwe ogen het eten weer brengen. "Dankje." Zeg ik als ik het dienblad van hem overneem. De jongen lacht even onder zijn bivakmuts en gaat op de stoel bij het bureau zitten. "Hoe gaat het?" vraagt hij tot mijn verbazing en ik vertel hem dat het al weer een stuk beter met me gaat. We praten nog even verder over de man met de knuppel en ik kom te weten dat de man een straf heeft gekregen hiervoor. Het was nooit de bedoeling geweest mij ernstig te verwonden. Nog een argument om te zeggen dat mijn ontvoerders anders zijn dan andere ontvoerders die hun slachtoffer verkrachten en daarna vermoorden.

----------------------------------------

Als je het niet erg vindt, waardeer ik het erg als je dit verhaal een stem geeft.
Een reactie mag ook en delen is super!

30 dagen in Hell (voltooid)Donde viven las historias. Descúbrelo ahora