Dag 28: Gebroken dromen

659 36 6
                                    

Langzaam word ik wakker. Ik laat een diepe zucht over mijn lippen mijn mond verlaten. Even vraag ik me af, waarom mijn rug geen pijn doet van de matras, maar dan herinner ik het me weer. Gisteravond hebben Do en ik nog even gepraat over het geheime gesprek in de kelder. Do was verbaasd dat niemand anders van dit geplande gesprek af wist. Tijdens de lunch had ze namelijk aan een onbekende man gevraagd of hij even op mij kon letten. Do zei dat ze nog wat dingen moest doen.

Niet veel later verscheen ze weer. Dit keer had zij een kartonnen doos bij zich gehad. Mijn eigen kleren waren er in bewaard gebleven. Ik ging meteen douchen, zodat ik mezelf een beetje frisser voelde. Toen ik helemaal schoon was en weer terug in de slaapkamer verscheen, moest ik even bij Do op het bed komen zitten.

Ze vertelde mij dat niemand van het gesprek afwist. De baas had het achter de ruggen van iedereen om gepland. Ik zag woede in haar ogen toen ze mij dit nieuws vertelde. Nu snap ik ook waarom de man, die de lunch kwam brengen, niet tegen Do in ging. Ik zou haar niet tegen willen spreken.

Nadat Do al haar informatie en woede eruit had gegooid, had ik gegaapt. Do stelde met een kleine lach voor dat ik in het grote bed zou gaan slapen. Zij zou wel een nacht op het oude matras kunnen slapen. Ook omdat zij niet zoveel slaap nodig zou hebben.

In eerste instantie had ik geweigerd. Het is immers de kamer van Do en ik ben maar een gevangene. Daarna had ik bedacht dat we één van de goede matrassen op de grond konden leggen voor Do. Daar stemde zei ook mee in.

En nu lig ik dus op een eenpersoons matras in een tweepersoonsbed. Rustig kom ik overeind en ga ik op de rand van het bed zitten. "Do?" vraag ik fluisterend. Als na een kleine pauze nog niemand reageert, probeer ik haar opnieuw te wekken zonder naar haar te kijken. Do had mij namelijk gevraagd om haar te wekken als ik wakker zou worden. Zij zou het toch wel fijn vinden om zonder bivakmuts op te kunnen slapen. Ik heb haar beloofd om te doen wat zij mij opdroeg. "Do?" zeg ik nu iets harder.

Ik hoor een zachte kreun wat een beetje op een "ja" klinkt. "Ik ben wakker. Ik heb je gezicht niet gezien, maar het is wel slim als je je bivakmuts opzet," zeg ik vriendelijk. Ik hoor beweging achter mij. Ik had natuurlijk wel naar haar kunnen kijken, maar al sinds ik een kind was, heb ik een zwak gehad voor beloftes. Ik zal en moest me aan die beloftes houden anders zou ik woedend worden op mezelf. Mensen die hun afspraken niet nakomen, veracht ik. Ook omdat mijn vader zijn beloftes nooit waar kon maken. Eerlijkheid is alles voor mij, dat moet je niet schenden.

"Oké Eva, je kan kijken." Met een kleine lach draai ik me om naar Do. "Ik vertrouw erop dat je je aan je belofte hebt gehouden," zegt ze. Met haar wijsvinger wijst ze nadrukkelijk mijn kant op. Verdedigend houd ik mijn handen voor mij. "Beloofd is beloofd. Geloof me, ik heb nog nooit een belofte gebroken," zeg ik.

"Oké, ik ga even mezelf opfrissen. Probeer niet weg te lopen. De deur is toch op slot en ik neem de sleutel mee." Do loopt zonder een antwoord te verwachten de badkamer in en draait de deur op slot. Niet veel later hoor ik het water van de douche de grond raken. Een diepe zucht verlaat mijn mond. Nieuwsgierig kijk ik de kamer nog eens rond. Gisteren had ik dit al zorgvuldig gedaan, maar ik moet toch iets te doen hebben.

Op het bureau van Do zie ik een kladblok en een potlood liggen. Meteen loop ik er naartoe. Even twijfel ik of ik het wel mag gebruiken, maar ik kan het haar ook niet vragen. Toch pak ik de spullen op en loop ik terug naar het grote bed. Ik ga zitten en begin te tekenen.

Eerst teken ik een vogel die zijn vleugels uitslaat. Daarna twee kleinere vogels, die met de grote vogel mee vliegen. Daarna teken ik takken van een boom, waar een andere vogel op rust. Eva kijk ik naar mijn tekening, maar ik voel dat er iets ontbreekt. Ik begin een uil te tekenen die bij de rest van de vogels vliegt.

30 dagen in Hell (voltooid)Where stories live. Discover now