Dag 1: ontvoerd?

1.3K 56 5
                                    

Ik word wakker, maar open mijn ogen nog niet. Ik ben te bang om te bewegen. Ik voel wel dat we nog in het busje zijn. Soms maken we bochten en soms gaan we over drempels op de weg. "Doe je ogen maar open. Ik weet dat je wakker bent." Zegt de stem van een jongen. Ik doe mijn ogen open en kijk in de diepblauwe ogen van een jongen met een bivakmuts op. "Hoe?" vraag ik en kijk om mij heen. "je ademhaling." Zegt de jongen kort. Aan zijn stem kan ik horen dat hij nog jong is en net zijn baard in de keel heeft. Met dit antwoord kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Ik had inderdaad niet gelet op mijn ademhaling.

Opeens hoor ik een harde, zware stem en schrik me kapot. "Hé, laat die meid stil zijn!" zegt de man. Om het de jongen nog duidelijker te maken slaat de man op het raampje van het busje. Hij is duidelijk heel agressief van aard. "Nu je kop houden." Zegt de jongen bot en kijkt voor zich uit. Om uit mijn pijnlijke houding te ontsnappen, beweeg ik om op te staan. Dit gaat lastiger, omdat ik ben vastgebonden bij mijn enkels en polsen. Uiteindelijk zit ik naast de jongen en beide staren we zwijgend voor ons uit.

Na een lange tijd en ongelooflijk veel bochten komt het busje tot stilstand. Met een klap hoor ik een deur dichtvallen. Daarna volgt nog een klap van een deur. Ik kijk naar de achterkant van de wagen waar ik verwacht dat ze binnenkomen. Opeens word ik door de jongen vastgegrepen en trekt hij een zwarte zak over mijn hoofd. Hij heeft ook mijn mond afgeplakt met tape. Dit had ik niet verwacht van de jongen. Die jongen had ik nooit zo snel geschat, maar nu zie ik hem compleet anders. Ik voel dat de touwen om enkels worden losgemaakt. "Sta op!" sist de jongen en ik doe wat hij zegt. Als we allebei staan, duwt hij me ruw in mijn rug. "Lopen!" schreeuwt hij in mijn oor en daarna voel ik iets scherps in mijn rug. Ik gok op een mes. Hoogstwaarschijnlijk een zakmes anders had ik hem allang opgemerkt.

Ik begin te lopen en zie het licht van buiten al. Ineens word ik stevig vastgegrepen door twee paar sterke handen. Vervolgens word ik opgetild en op de grond neergezet. Weer voel ik het mes in mijn rug en begin ik te lopen. De twee paar handen hebben mij nog steeds stevig vast en begeleiden mij naar een gebouw. Omdat ik niet echt iets kan zien, weet ik niet of het een normaal huis is of een oude fabriek. Ik kan alleen het licht van het donker onderscheiden.

Binnen in het gebouw aangekomen, lopen we nog een paar deuren door. Het is koud in het gebouw en het voelt vochtig aan. Ik heb een vermoeden dat dit geen huis is, maar een echt gebouw. Als dit een huis was geweest zou ik allang in een kamer zijn opgesloten. Eindelijk komen we bij een trap aan. "Kijk uit waar je loopt." Zegt de agressieve man nors.

Onderaan de trap zie ik helemaal niets meer. Mijn conclusie is dat ik in de kelder ben en hier geen ramen zijn. Mijn ontvoerders zijn slim om mij in een kamer op te sluiten zonder daglicht. We lopen een smalle gang door en komen uit bij een deur met een slot. Dit weet ik doordat we stoppen en ik hoor sleutels. Wanneer de deur open is, lopen we naar binnen. Ik word een stoel in geduwd en mijn polsen worden van elkaar losgemaakt om vervolgens aan de stoel vastgemaakt te worden. Mijn enkels worden aan de stoelpoten verbonden.

De zak wordt van mijn hoofd getrokken en met een woedend gezicht kijk ik de mannen aan. Ze hebben nog steeds hun bivakmutsen op. Er wordt een lamp aangedaan en nu zie ik de mannen beter. "Zo, Prinsesje. Als ik die tape van je smoel aftrek, ga je niet gillen of er volgen consequenties. Begrepen?" zegt een man vals. Ik knik rustig en de tape word met een harde ruk van mijn mond afgetrokken. Ik beheers mezelf en schreeuw het niet uit van de pijn ook al heb ik daar een grote behoefte aan. "Het meisje kan luisteren." Zegt een andere man met een diepe, zware stem. Hij staat naast de andere man met zijn armen gevouwen.

"Het meisje heeft een naam." Zeg ik bot en daar word ik meteen voor gestraft. Mijn wang gloeit nog na en een steek van pijn gaat er doorheen. "Niet zo arrogant. We kunnen je ook gewoon vermoorden en dumpen." Zegt een man achter me. Snel draai ik mijn hoofd naar achteren en kijk de man aan. Daarna kijk ik de rest van de kamer rond. Er staat een hele groep mensen in een cirkel. Allemaal hebben iets waarmee ze hun gezicht kunnen schuilhouden. De jongen staat ook in de cirkel. De twee mannen voor mij staan bij mij in de cirkel. Ik zit precies in het midden.

"Zeg eens, Prinsesje. Weet je al waarom je hier bent?" vraagt de man die mij net heeft geslagen. Ik schud mijn hoofd langzaam denkend aan waarom ik hier zou kunnen zijn. Mijn ouders zijn niet rijk en mijn moeder moet hard werken voor ons gezin, dus het kan niet voor losgeld zijn. Dan is er ook nog deze grote groep, maar ik kan geen enkele reden vinden om mij te ontvoeren. Het is niet dat ik een supercomputer kan bouwen. Al heb ik wel een half-fotografisch geheugen volgens iedereen op school. Ik hoef de stof maar één keer door te lezen en ik weet genoeg om een voldoende te halen bij de toets.

"Kan je echt niets bedenken?" vraagt een vrouw uit de kring en weer schud ik mijn hoofd. "Heb je wel opgelet of je de goede hebt meegenomen?" vraagt een andere man uit de kring, maar niet aan mij. Hij stelde deze vraag aan de agressieve man voor mij. "Ja, dat weet ik zeker." Zegt de man geïrriteerd. "Dit duurt nu al veel te lang! We hebben niet alle tijd van de wereld!" Roept een man achter mij en waarschijnlijk staat hij ook in de grote kring. "Moeten jullie nodig zeggen. Jullie zijn de gene die als kleuters in en kring staan!" zeg ik uit het niets en weer voel ik een hand op mijn wang. Ik geef geen kik om te laten zien dat ik niet bang ben. Maar de werkelijkheid is toch anders. Snel slik ik mijn tranen weg en kijk de agressieve man in de ogen. "Stil, Prinses. Of wil je deze hand nog eens ontmoeten?" zegt hij en tilt zijn hand op alsof hij van goud is.

"Ze willen weten of je helderziend bent." Zegt de jongen ineens en ik kijk in zijn diepblauwe ogen. Nu ik weet waarom ze mij hebben ontvoerd, moet ik iets verzinnen om hier weg te komen. Om het te laten lijken alsof ze de verkeerde hebben. Spontaan begin ik te lachen. "Helderziend?" zeg ik en trek mijn wenkbrauwen op. De mensen in de kring beginnen te fluisteren en ik lach gezellig door. Het is leuk om mensen verwarrend te zien kijken, dat moet ik toegeven. Daarom is het ook zo makkelijk om te blijven lachen. "Stil!" brult de agressieve man uit het niets en iedereen houd op. Ook ik ben stil en kijk verbaasd naar de man. "Je liegt, kleine meid. Wij houden niet van leugenaars." Zegt de man en zijn hoofd komt griezelig dicht bij die van mij.

"Breng haar weg. We gaan morgen wel verder." Zegt de man dan en loopt de kring uit. Van achteren krijg ik weer een zak over mijn hoofd, maar dit keer word mijn mond niet afgeplakt met tape. Misschien omdat niemand mij kan horen zolang ik in dit gebouw ben? Ik zou het niet weten. Mijn polsen en enkels worden losgemaakt en ik word stevig vastgepakt. Ruw word ik de trap op gesleurd en word ik door de gangen getrokken. De mensen die me vasthouden lopen zo snel dat ik alleen maar kan struikelen. Uiteindelijk lopen we een deur door en word ik losgelaten. Ik hoor achter me de deur sluiten en hoe de sleutel mij opsluit.

Langzaam gaan mijn handen naar de zak op mijn hoofd. Ik grijp de zak vast en trek hem van mijn hoofd af. Met een frons kijk ik de kamer rond. Het is een gewone slaapkamer, maar dan is alles grijs, zwart en donker. Ook zijn de ramen van buiten dichtgetimmerd. Er komen alleen kleine lichtstralen de kamer binnen die het bureau verlichten. Het is een stoffig, oud bureau met een oude houten stoel. Rechts van mij staat een oud bed. Er liggen wel schone lakens op, dus dat is een pluspunt.

Ik loop naar het bed en ga erop zitten. Met een zucht plaats ik mijn elle bogen op mijn knieën en mijn handen naar mijn kaken. Een pijnscheut gaat door mijn kaken als ik ze aanraak. Ik was helemaal vergeten dat ik twee keer was geslagen. Met een nog diepere zucht ga ik op het bed liggen en schop ik mijn schoenen uit. Ik kijk naar mijn zwarte combatboots. Mijn moeder heeft ze voor mij gekocht. Dat was ongeveer een half jaar geleden en ik draag ze elke dag.

Nog even denk ik aan mijn familie en hoeveel iedereen me zal missen en daarna val ik ongemerkt in een droomloze slaap.

-------------------------------------------

In de media zie je Eva. Zo zie ik haar in ieder geval voor me.

Xxx
Quinty

30 dagen in Hell (voltooid)Where stories live. Discover now