We komen, lief zusje (Zoë)

760 41 5
                                    

Zenuwachtig zit ik te schuiven op de bijrijdersstoel in Alex' auto. Eindelijk is het avond en gaan we Eva proberen te redden. De hele dag gieren de zenuwen al door mijn lijf en heb ik mijn emoties niet onder controle. Na vierentwintig dagen krijg ik dan eindelijk weer mijn zusje te zien. Kan ik haar weer in mijn armen houden en haar irriteren door te praten over make-up en Boybands. Toch zegt een stemmetje in mijn hoofd dat ik haar nooit meer zou kunnen zien.

Het stemmetje maakt me bang. Het maakt me droevig en nog zenuwachtiger dan ik al was. Ik wilde de stem in mijn hoofd niet geloven. Ik kon de stem niet geloven.

Ik draai mijn hoofd naar rechts om naar de avondzon te kijken. Vandaag was het weer een warme dag en je voelt hoe de zomer nadert. Even sluit ik mijn ogen om te kunnen genieten van de zonnestralen op mijn huid. De warmte streelt mijn huid. Voor een klein moment voel ik me weer een beetje ontspannen. Helaas gaat dit moment ook weer snel voorbij.

Niet veel later komen we aan op de kleine parkeerplaats van de middelbare school. Al de leraren en hun auto's staan al klaar en de leraren praten met een serieus gezicht tegen elkaar. Waarschijnlijk zijn ze de laatste details van het plan aan het doornemen.

Alex parkeert zijn kleine auto in de hoek van de kleine parkeerplaats, zodat deze dadelijk niet zal opvallen. Naast de parkeerplaats begint namelijk een klein bos en de bladeren van de bomen hangen al een stuk over de parkeerplaats heen. Samen stappen we de auto uit en lopen we op de leraren af.

"Goede avond," zegt mevrouw Clark als eerste en de rest volgt haar voorbeeld al snel met een beleefde begroeting. Op mijn rug draag ik een kleine rugzak waar de spionage spullen in zitten.

"Goedenavond," zeggen ik en Alex in koor terug. Ik gooi de rugzak van mijn rug af en rits hem behendig open.

"Hier zijn de spullen," zeg ik informerend. Sommige leraren knikken goedkeurend als ze de kleine, maar goede spionage spullen zien. Hun blikken geven mij een gevoel van zelfvertrouwen. Het gevoel dat ik toch wel iets goed kan doen.

Snel verdeel ik de spullen onder de leraren. Daarna geef ik aanwijzingen over hoe de apparaten precies werken. Vervolgens gaan we over heel de parkeerplaats staan en testen we de dure technologie. Na alle testjes laat ik een diepe zucht uit mijn mond ontsnappen. "We zijn klaar om te gaan," zeg ik zacht, maar mevrouw Clark hoort mij duidelijk genoeg.

"Oké, We vertrekken kort na elkaar en de verschillende groepen, die we al hebben gemaakt, voegen zich in de afgesproken kamer bij elkaar. Als iedereen zich in en bij het gebouw bevindt, kunnen we beginnen. Zoë en Alex zullen het startsignaal geven, want zij komen als laatste aan," informeert mevrouw Clark de rest.

Meneer de Groot is de eerste die in zijn auto stapt en de parkeerplaats afrijd. Ik zie zijn zilvergrijze sportwagen uit het zicht verdwijnen als hij de hoek om gaat. Ik had nooit gedacht dat juist die auto van hem zou zijn. Zelfs mijn vriendinnen dachten dat deze van de directeur was. Hij was namelijk degene die op school het meeste zou verdienen.

Twintig minuten na het vertrek van Meneer de Groot, stapt mevrouw Clark in haar auto na een kort afscheid. Nadat ook haar auto de hoek om rijd beginnen mijn zenuwen weer in alle hevigheid op te komen. Wat nou als ineens de verbinding tussen de kleine oortjes wordt verbroken door een stoorsignaal in het gebouw? Dan zou het hele plan voor niets zijn geweest. Dan zouden we Eva niet helpen en dan zou ze daar misschien voor altijd opgesloten blijven.

Mijn ademhaling is, zonder dat ik iets doorhad, versnelt. Ik schrik op uit mijn verontrustende gedachten als ik een warme hand op mijn schouder voel. Ik kijk rechts van mij om in de ogen van mijn bezorgde broer te kijken. "Gaat het wel?" vraagt hij op een bezorgde toon die ik nog nooit bij hem heb gehoord. Ik knik afwezig en staar weer voor me uit.

30 dagen in Hell (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu