Dag 2: een bekende vrouw.

1.1K 50 12
                                    

Ik word wakker van een deur die open wordt gedaan. Door mijn wimpers heen zie ik een vrouw met lichtbruin haar voorzichtig naar binnen sluipen. In haar hand houdt ze een tas. Een tas die ik herken uit duizenden. Het is mijn schooltas en zo te zien zitten al mijn spullen er nog in. Maar de moed zinkt me in de schoenen als ik denk aan hoelang het heeft geduurd voordat ik mijn tas kreeg. Ze hebben hem vast gecontroleerd en toen mijn mobiel gevonden. Ik heb dus geen kans om het alarmnummer te bellen.

De vrouw zet mijn tas neer en kijkt daarna nog naar mij. Ik sluit mijn ogen weer helemaal en hoop dat zij dit niet heeft gemerkt. Het is donker in de kamer en op de gang is het lichter, dus ze zal vast moeten wennen aan het donker. Ik hoor voetstappen richting de deur gaan en als ik deze dicht hoor vallen, doe ik net of ik wakker schrik. Ik kijk de kamer rond, maar er is niemand meer te bekennen.

Met een gerust hart ga ik weer liggen en kijk naar het plafond. Ik begin na te denken over deze kamer, want hoe vaak zal ik hier nog wakker worden? Hoe vaak zal ik gaan zuchten naar het plafond? Hoe vaak zal ik deze kamer verlaten voor een bijeenkomst met die rare kring van mensen? Op geen van deze vragen durf ik antwoord te geven. Ik wil hier eigenlijk helemaal geen antwoord op. Met antwoorden heb ik niks. Dat is net zoveel ik nu heb.

Na wat een kwartier lijkt sta ik op uit mijn bed en loop naar de tas toe. Ik doe mijn voorvakje open en zie dat mijn mobiel er echt niet meer in zit. Balen, nu kan ik ook geen muziek meer luisteren. Nu ik er over nadenk, waarom had die vrouw geen bivakmuts op? Dacht ze dan echt dat ik nog zou slapen? Met een frons kijk ik even naar de deur die naar de gang lijdt. Al snel schud ik mijn hoofd en kijk terug naar mijn donkergroene schooltas. Ik trek de grote rits van mijn tas open en zie al mijn boeken er nog in zitten. Ook mijn boek voor Nederlands die ik dinsdag zou moeten verlengen, mijn nieuwe notitieboekje die ik van Allison heb gekregen voor mijn verjaardag, mijn kleine boekje voor tekenen en mijn agenda.

Ik pak mijn tekenboekje en etui uit mijn tas en leg ze op het oude bureau. Daarna pak ik mijn leesboek voor Nederlands en leg deze op de linkerhoek van het bureau. Als laatste pak ik mijn notitieboekje en loop ermee naar mijn bed. Bij mijn voeteinde haal ik het hoeslaken van de matras af en plaats daar het notitieboekje. Vervolgens maak ik mijn bed weer op en er is niks van het boekje te zien. "Nu is dat tenminste veilig." Fluister ik in mezelf.

Teruglopend naar mijn tas en het bureau denk ik na over wat ik met dat notitieboekje ga doen. Ik besluit er mijn dagboek voor hier van te maken. Een dagboek past eigenlijk niet bij mij, maar ik vind het geweldig om te schrijven. Niet dat iemand dat weet, alleen mijn vriendinnen weten daar vanaf. Ik ga op de oude stoel bij het bureau zitten en sla mijn tekenboekje open. Langzaam sla ik de bladzijdes om en kijk naar de tekeningen die ik heb gemaakt. Het zijn korte schetsen om te oefenen met licht en donker. In dit boekje teken je met grafietpotlood, maar dat is een voorbereiding op het grote werk. Dan ga je met houtskool een stilleven tekenen op een groot vel.

Tekenen geeft mij rust en steun als ik het nodig heb. Ik begon met tekenen toen mijn ouders gingen scheiden. Mijn vader werd woest en heeft meteen zijn spullen gepakt nadat alle papieren waren ondertekend. Mijn moeder kreeg de gehele voogdij en haar huid werd vol gescholden door mijn vader. Ik ben blij dat hij weg is, maar moest wel iets verzinnen om de pijnlijke herinneringen aan hem te verzachten. Tekenen was voor mij de oplossing. Ik heb al de nare tekeningen van die tijd onder een plank in mijn kast verstopt, omdat ik niet wil dat iemand de tekeningen vindt.

Ik word uit mijn gedachte gehaald door de deur die weer opengaat. Een vrouw met bivakmuts komt de kamer binnen. Ze heeft een dienblad met eten in haar handen en loopt de kamer binnen. De vrouw is niet erg oud. Ik schat haar net in de dertig. Mijn tekenboekje ligt nog open en ze ziet een grote tekening die ik heb gemaakt op twee bladzijdes. "Vind je het fijn om je spullen terug te hebben?" vraagt ze lief en snel leg ik het boekje aan de kant. Ik knik en de vrouw zet het dienblad op het bureau. Ineens weet ik waar ik haar van ken. Zij heeft mijn tas binnengebracht zonder bivakmuts op. Het was donker, dus ik heb haar gezicht niet goed kunnen zien, maar nu het licht van de gang de kamer beter verlicht, herken ik haar wel. Alleen haar stem komt me bekend voor. Ze is niet degene die gisteren in de kring praatte. Nee, ik ken haar ergens anders van. Ik kan alleen niet direct noemen waarvan.

"Eet smakelijk." Zegt de vrouw en loopt de kamer uit. Nog steeds is mij niet duidelijk geworden waar ik haar van zou kennen, maar ik ben vastberaden om daar achter te komen. In stilte eet ik mijn ontbijt op, wat bestaat uit twee donkerbruine boterhammen met een dun laagje boter en kaas. Daarnaast heb ik een glas water gekregen.

Tijdens mijn ontbijt kom ik erachter dat ik niet echt goed mijn kamer heb bekeken. Ik verschuif de stoel waar ik opzit en kijk de kamer rond. Nu pas valt mij een deur op bij het hoofdeinde van het bed. Verbaasd zet ik mijn glas op het bureau en sta op uit de stoel. Op mijn hoede loop ik naar de deur. Geen idee wat hierachter schuilt. Voorzichtig maak ik de deur open en ik begin te lachen als ik besef dat ik me gedraag als een kind in een slechte horror film. Op een normaal tempo maak ik de deur verder open en kijk naar binnen. Met een frons kijk ik de kleine badkamer in.

Heb je ooit al eens een verhaal gehoord of gelezen waarin een ontvoerder iemand in een kamer met badkamer opsluit? Ik in ieder geval niet, dus dit bevestigd mijn vermoeden dat ik te maken heb met een ontvoerder zonder ervaring. Ik loop de badkamer in en draai de kraan van de wastafel open. Er komt gewoon water uit en de badkamer heeft ook een wc en zelfs een bad met douche. Alles hier is wit in tegenstelling tot mijn kamer waar alles donkerkleurig is.

Ik kijk nog even de badkamer rond en ga dan terug naar de kamer met het bureau en bed. Zacht sluit ik de deur achter mij en loop naar het bureau om de rest van mijn water op te drinken. Nadat ik dat heb gedaan zet ik alles terug op het dienblad en plaats die naast de deur naar de gang. Ik spreek met mezelf af om in mijn dagboek te beginnen als het dienblad wordt opgehaald. Niet veel later gebeurt dit ook en nadat de vrouw de deur achter zich op slot draait, loop ik naar het bed. Snel pak ik het boekje onder het hoeslaken uit en sla het al teruglopend open.

Op het bureau ligt mijn pen al klaar en meteen begin ik te schrijven. Ik schrijf over hoe ik ontvoerd ben, over hoe ik werd ondervraagd en de vrouw wiens stem me bekend voorkomt. Ook schrijf ik over hoe mijn kamer eruit ziet en dat ik zelfs een eigen badkamer heb. Ik bedenk me tijdens het schrijven dat ik niet mag opschrijven over dat ik wel degelijk helderziend ben. Als ze dan het boek vinden, ben ik er geweest. Ook bedenk ik me iets anders. Ik heb al drie bladzijdes volgeschreven en blader nu weer terug naar de voorkant. Op de binnenkant van de harde kaft schrijf ik: 'Dagen dat ik hier (waarschijnlijk) zit opgesloten:' daaronder zet ik al twee streepjes. Eén voor gisteren en één voor vandaag.

Ik rond mijn verhaal voor vandaag af en kom uit op vier pagina's volgeschreven. Ik denk dat ik lang heb geschreven en daarom stop ik haastig het boekje weer tussen mijn hoeslaken en matras. Net op tijd, want ik hoor het slot van de deur. Ik snel naar de deur en wanneer deze open word gedaan, schrikt de vrouw even. In stilte neem ik het dienblad over en loop ermee naar het bureau. "Laat me alsjeblieft nooit meer zo schrikken." Zegt de vrouw nog en sluit daarna de deur weer. Lachend begin ik aan mijn lunch en al snel heb ik alles op. Met het glas loop ik naar de badkamer en vul deze een paar keer, waarna ik hem in één keer leeg drink. Ik wil niet uitdrogen. Met het glas loop ik terug naar de andere kamer en zie dat de vrouw al weer terug is. Snel zet ik mijn glas op het dienblad en geef hem aan de vrouw. "Dankjewel, Eva." Zegt de vrouw en mijn ogen worden groot als ik ineens weet waar ik haar stem van herken. De vrouw ziet dit ook en loopt snel naar de deur. Nog voordat ze hem dichtdoet zeg ik: "mevrouw Clark? Waarom doet u dit!" de deur valt dicht en ik hoor de sleutel het slot omdraaien.

Mevrouw Clark is mijn lerares Engels. Ze is een goed mens en daarom snap ik ook niet waarom zij meehelpt aan mijn ontvoering. Het voelt alsof mijn hele wereld niet meer klopt. De enige vraag die ik nu nog heb, is waarom een lerares meehelpt aan de ontvoering van een leerling. Waarom zij?

30 dagen in Hell (voltooid)Where stories live. Discover now