Mijn kleine zusje Leeft (Zoë)

700 52 11
                                    

Dear sister,

You are near,
Even if I don't see you.
You are with me,
Even if you are far away.
You are in my heart,
In my thoughts,
In my life,
Always.

Come home Eva.

-------------------------------------
Met trillende handen kijk ik naar mijn mobieltje. "Eva?" probeer ik nog een keer met een krakende stem te zeggen, maar ik krijg geen antwoord meer. Huilend eindig ik het telefoongesprek. Ik kijk om mij heen waar ik ben en besef me dat ik onderweg was naar school. Midden in het bos werd ik gebeld en zonder te kijken wie het was nam ik op. Nooit had ik verwacht dat Eva aan de andere kant van de lijn zou zijn.

Mijn trillende handen pakken beide handvaten van mijn fiets weer vast en ik begin langzaam weer te fietsen. Mijn zicht is wazig door de tranen die nog steeds in alle hevigheid over mijn wangen rollen. Het enige waar ik aan kan denken is het telefoongesprek met mijn ontvoerde zusje. Ze zei dat ik haar moest helpen, maar zelf wist ze niet waar ze was.

Eindelijk kom ik aan bij de bekende poort van mijn school. Het is nog vroeg in de ochtend, maar ik zie niemand buiten lopen. De eerste lessen van de dag zijn nu dus al begonnen en ik ben te laat. Snel zet ik mijn fiets in de fietsenstalling en kijk op mijn rooster die ik op mijn mobiel heb staan.

Gehaast ren ik door de lange gangen van de grote school, totdat ik bij het Engels lokaal aankom. Ik trek de deur open en stap hijgend naar binnen. "mevrouw, i-ik." Stamel ik. De hele klas kijkt mij geschrokken aan en ik besef dat ik nog steeds aan het huilen ben. "Zoë, doe maar even rustig." Zegt mevrouw Clark en ze pakt haar bureaustoel, zodat ik daar op kan zitten. "Ga maar even zitten en kom tot rust. Wil je misschien wat water?" vraagt mevrouw Clark, maar ik schud hevig mijn hoofd. "Mevrouw, i-ik heb n-net." Stamel ik weer en wijs naar de telefoon in mijn hand.

Ik hoor iemand opstaan en voetstappen naar mij toe komen, maar ik besteed er geen aandacht aan. Ik kijk mevrouw Clark starend aan en zij kijkt starend terug met een gezicht waaraan je kan zien dat ze niet begrijpt wat ik bedoel. Er verschijnt nog een gezicht voor mij die ik herken als het gezicht van Rebecca Castro, mijn beste vriendin. "Zoë, Vertel me rustig wat er aan de hand is." Zegt ze zacht en vertrouwd en haar stem laat me al iets kalmeren. "I-ik werd net g-gebeld d-d-door E-E-E-Eva." Stamel ik en met moeite spreek ik ook haar naam uit. Rebecca kijkt mij echter met grote ogen aan. "Ze leeft?" vraagt ze vol ongeloof in haar stem en ik knik hevig. Rebecca geeft mij een stevige knuffel wat mij nog meer kalmeert.

"Ze is in shock." Hoor ik mevrouw Tillens zeggen. Niet veel later maakt Rebecca zich los uit onze knuffel en ik zie dat ook haar wangen nat zijn van de tranen. Rebecca kent Eva en weet waar ik de laatste dagen doorheen heb moeten gaan. "Om er voor te zorgen dat Zoë weer rustig kan worden, mogen jullie weg." Zegt mevrouw Tillens en ik zie al mijn klasgenoten het lokaal verlaten. Rebecca blijft bij mij en gaat op een tafel zitten.

Hoewel ik al aardig gekalmeerd ben kan ik nog steeds niet stoppen met het gesnik en gehuil. Rebecca huilt zacht met mij mee. Mevrouw Tillens pakt een stoel achter een tafel vandaan en gaat daar op zitten. "Zoë, gaat het weer een beetje?" vraagt mevrouw Tillens met een zachte stem. Ik knik voorzichtig en kijk naar Rebecca die haar tranen droogt. Zij legt haar hand op mijn schouder en glimlacht. Ik beantwoord haar glimlach door een glimlach terug te geven.

Ondertussen heeft mevrouw Tillens haar mobiel al gepakt en belt nu iemand. "W-wie bel je?" vraag ik nog steeds een beetje beverig. "De politie. Zij moeten dit goede nieuws ook weten." Zegt mevrouw Tillens met een kleine glimlach. Ik knik begrijpend en zucht. Eindelijk stoppen de tranen en droog ik mijn wangen. "Rebecca." Zeg ik geschrokken als ik me ineens iets besef. Rebecca schrikt en kijkt mij aan. "Eva. Ze reageerde ineens niet meer en ik hoorde een klap." Zeg ik met angst in mijn stem en ik zie dat Rebecca deze informatie niet zag aankomen. "Denk je dat ze is gevallen of zouden de ontvoerders haar gevonden hebben?" vraagt Rebecca mij voorzichtig en ik schud mijn hoofd. "Ik heb geen idee." Zeg ik zacht en in de achtergrond hoor ik mevrouw Tillens die door de telefoon aangeeft wat er is gebeurt. Wanneer het telefoongesprek is geëindigd kijkt mevrouw Tillens mijn kant op. "De politie komt zo op school en neemt jou dan mee naar het bureau, zodat ze misschien iets voor Eva kunnen betekenen."

Dankbaar knik ik nog eens en kijk dan naar mijn beste vriendin. "Kan Rebecca mee?" vraag ik en kijk weer terug naar mevrouw Tillens. "Ik denk wel dat dat mag, ja." Zegt mevrouw Tillens met een glimlach. "En anders steken wij daar een stokje voor." Zegt ze er nog achteraan. "Ik moet mijn moeder het nieuws nog vertellen." Zeg ik uit het niets en ontgrendel mijn mobiel.

"Gaat je dat lukken?" vraagt Rebecca bezorgd en ik knik. Ik klik mijn moeders naam aan en zet de telefoon aan mijn oor.

"Hoi lieverd. Hoor je nu niet in de les te zitten?" vraagt mijn moeder en ik slik een brok in mijn keel weg. Tranen wellen weer op in mijn ogen, maar ik knipper ze weg.

"Jawel mam, maar ik moet je iets belangrijks vertellen." Zeg ik en mijn stem begint steeds meer te trillen.

"Wat is er, Zoë?" vraagt mijn moeder met een kleine bezorgdheid in haar stem.

"Mam, Ik werd net gebeld." Zeg ik en stop even voordat ik haar de rest vertel. "Door Eva." Zeg ik en een paar tranen rollen over mijn wangen. Aan de andere kant van de lijn is het stil en ik hoor korte snikken.

"Eva leeft?" vraagt mijn moeder en ik hoor haar opgelucht zuchten door het snikken heen.

"Ja mam. Ze leeft nog." Zeg ik met een lach door mijn tranen heen. Het lucht op om mijn moeder dit goede nieuws te vertellen.

"Mam, ik ga zo naar het politiebureau. Ik hoop met deze informatie Eva terug te krijgen." Zeg ik en mijn tranen weer net zo hevig over mijn wangen als eerst.

"Is goed, schatje. Ik zal ook komen samen met Alex. We gaan je steunen. Je staat hier niet alleen." Zegt mijn moeder om mij hoop in te spreken.

"Bedankt mam. Tot straks." Zeg ik en na een afscheid van mijn moeder hang ik op.

Ik slaak een diepe zucht van opluchting en kijk lachend naar het scherm van mijn mobiel. "We gaan Eva helpen. Zodat ze weer naar huis kan komen." Zeg ik met een grote lach. "Ze leeft." Zeg ik blij, maar wel zacht.

Niet veel later komen er twee politieagenten binnen. Eén man en één vrouw. De vrouw loopt direct naar mij toe terwijl de man mevrouw Tillens aanspreekt. De vrouw hurkt voor mij neer en kijkt mij met een glimlach aan. "Ik ben Rechercheur Maya Assendorp, maar jij mag mij Maya noemen." Zegt Maya en ik knik. "Mijn collega, Herman Smeets, is nu even met je lerares aan het praten en daarna gaan we naar het bureau." Informeert Maya mij en ik knik begrijpend. "Mag mijn vriendin, Rebecca, ook mee?" vraag ik en Maya knikt. "Natuurlijk mag dat. Steun kan je nu goed gebruiken, denk ik." Zegt Maya met een kleine glimlach.

"Kunnen jullie haar nummer niet traceren?" vraag ik met een hopend gezicht. "Als haar mobiel nog aan staat denk ik wel dat dat kan, ja." Zegt Maya met een frons. We zitten in een kleine kamer samen met mijn moeder, Alex en Rebecca. "dus dan hebben we haar nummer traceren en jullie telefoongesprek naluisteren. Heeft ze je veel informatie gegeven?" vraagt Maya. Ik denk even goed na voordat ik een antwoord geef. "Ze had het over een donkerblauw busje, maar dat was het wel, volgens mij." zeg ik met een grote denkfrons. "Oké, dan gaan we nu snel aan het werk. We hebben geen tijd te verliezen." Zegt Maya. "Er is niet veel wat jullie nu nog kunnen doen. Het lijkt mij het beste als jullie naar huis gaan en daar even rusten. Als we iets hebben gevonden zal ik jullie meteen informeren." Ik knik en we staan op om weer weg te gaan. "Dankje voor je tijd." Zeg ik beleefd en geef Maya een hand. Maya schudt mijn hand en zegt: "Nee, bedankt voor jouw informatie. Dit gaat ons hoe dan ook verder helpen."

In de auto ben ik stil en kijk ik naar de bomen die snel voorbij flitsen. Toen Rebecca en ik aankwamen bij het politiebureau vloog Alex mij om mijn nek. Hij was verdrietig en blij over het feit dat Eva nog leefde, maar wel hulp nodig had, die hij niet zo snel kon geven. Ik zei hem dat we Eva al gingen helpen door de politie te helpen bij hun onderzoek. Mijn moeder stond vanaf een afstand te kijken met tranen in haar ogen. Het is een zware tijd voor haar en om haar kinderen zo samen zien te werken is een hele opluchting.

'Mag ik het telefoongesprek horen?' had ze gevraagd en Maya had ingestemd. Maya weet hoe het is om iemand die heel dierbaar is te verliezen. Tijdens één van haar missies is haar beste vriend in zijn hart geschoten door een grote drugsbende. Ze heeft vanaf dat moment beloofd iedereen proberen te redden, ook als het volgens anderen een onmogelijke taak lijkt. Maya en ik hadden meteen al een klik en ik hoop dat zij mijn kleine zusje kan redden.

-------------------------------------------
Deel, stem of reageer! (Vrijwillig)

30 dagen in Hell (voltooid)Where stories live. Discover now