A successful alibi?

420 26 8
                                    

'Heb je een plan, Kate?' Theo staart me bedenkelijk aan terwijl ik mijn schoenen aantrek. 

'Als er iets is wat wij de afgelopen jaren hebben geleerd is het dat een plan nooit werk,' zegt Ron grinnikend. Ik lach luid om het extreem kloppende statement. 

We zitten in de woonkamer van Villa Mergel. Buiten vallen lichte sneeuwvlokken uit de hemel en het haardvuur brandt knisperend. Na het kerstdiner van twee dagen geleden is Ron mee naar villa Mergel gekomen, samen met Terry en zijn zusje, waar ze de rest van de vakantie zullen doorbrengen. Ik heb Ron beloofd om hem te helpen in zijn zoektocht naar Harry en Hermelien zodra ik de twee Zwadderaars in veiligheid heb gebracht. 

'Ron heeft gelijk,' zeg ik, terwijl ik de honden even over hun kop aai. 'Ik heb vaak genoeg een plan gehad en het heeft bijna nooit gewerkt. Vandaag is mijn plan: vind Rosier en Higgs en breng ze veilig thuis.'

'Klinkt als een sterk plan,' zegt Theo hoofdschuddend. 'Wemel en ik werken verder aan plannen voor de SVP.' 

'Kom heelhuids thuis, Kate!' roept Ron en ik zwaai naar mijn twee vrienden voordat ik richting de come and go kamer loop. Zelfverzekerd gooi ik een handvol poeder in de haard en verdwijn met een swoosh richting de Wegisweg. 

De winkelstraat heeft een donkere sfeer, ondanks dat het vakantie is en er een laag sneeuw ligt in de straten. Mensen lopen met een capuchon op en zwarte mantels. Het is alsof iedereen zijn best doet zo min mogelijk gezien te worden. 

Ik duik een donker steegje in en sluit direct mijn ogen. Als ik ze weer open, is Katelynn verdwenen en staat er een dooddoener die ik in de hal heb zien zitten aan het begin van het schooljaar. Het is niet een van de bekende namen zoals Dolohov of van Detta, maar wel eentje die net genoeg macht uitstraalt om met rust gelaten te worden. 

Met stevige stappen loop ik de besneeuwde straten weer in richting de Fopshop van Fred en George. De klokken hebben enkele minuten geleden drie uur geslagen, wat betekent dat de twee zwadderaars ondertussen binnen moeten zijn. Timing is bij deze onderduik actie alles, anders wordt het te snel te verdacht. 

De winkel van de tweeling valt enorm op tussen alle stille of vernielde panden. De kleuren spatten er vanaf en de metershoge pop op de voorgevel beweegt rustig heen en weer. Er zit een barst in het raam op de eerste verdieping, die volgens de tweeling komt door een eerdere aanval van dooddoeners, maar dat lijkt de sfeer in de winkel niet te deren. Het is een van de weinige winkels die van binnen nog echt druk is ook, precies wat wij nodig hadden. 

Met stevige passen gooi ik de deur open en loop de winkel in. Kinderen schuifelen automatisch wat achteruit als ik in het gedaante van de dooddoeners langs kom en volwassenen hoor je fluisteren. Toch vermindert de overvloed van geluid zich niet. Tevreden baan ik mezelf een weg naar voren, tot ik de eerste roodharige zie verschijnen. 

'Wemel!' galmt mijn stem en geschrokken kijkt Fred op vanachter de toonbank. Niet veel later verschijnt ook George, die de roep van zijn naam gehoord moest hebben. Ze kijken me met bange ogen aan, geen idee hebbende dat ik het ben. 

Zonder dat andere mensen het zien beweeg ik mijn vingers in een 'W' vorm naar de tweeling. Het is een teken wat wij weken geleden hebben afgesproken mochten we elkaar ooit tegenkomen op een missie en een andere gedaante hebben. Zo kunnen we elkaar altijd herkennen, ook nu. 

De ogen van de tweeling verwijden zich eerst tot komische grootte, waarna George snel het teken terug creëert. Ik steek vlug mijn duim naar ze op. 

'Hebben jullie vandaag twee Zwadderaars gezien in de winkel?' vraag ik met een zware stem. De tweeling, nu geamuseerd, knikt. 

'Jazeker, mijnheer. Ze staan momenteel bij de Beschermhoeden, als u ze wilt spreken.' 

Grimmig knik ik. 'Mooi. Waag het niet om iets geks uit te halen.'

NO TIME TO DIE - Katelynn MergelWhere stories live. Discover now