O66 • You're not sorry...

4K 219 7
                                    

Harry en ik bekeken allebei het grote stamboom aandachtig.
'Dit is jouw huis?' vroeg Harry de man ongelovig.
Sirius glimlachte echter en knikte. 'Inderdaad. Ik heb het aan Dumbledore gegeven als hoofdkwartier voor de Order.'
'Waarom zijn sommige gezichten verschroeid?' vroeg ik Sirius verward.
'Dat doet mijn familie altijd wanneer er iemand in de familie het niet meer waard is.' legde Sirius uit terwijl hij naar het stamboom staarde. 'Maar laat ik maar eens gaan uitleggen hoe de Malfoys in het bezit zijn gekomen van die ring.'
'De ring die jij nu om je vinger draagt bestaat al vele generaties in onze familie.' legde Sirius uit. 'De ring is echter nooit bij mijn moeder terecht gekomen door mij.' Harry en ik wisselde kort een blik met elkaar uit terwijl Sirius verder sprak.
'Mijn oma had drie kinderen. Mijn moeder, Walburga, mijn oom, Alphard en mijn andere oom Cygnus.' legde Sirius uit die vervolgens met zijn vingers de lijnen van het stamboom volgde. 'Zoals je kunt zien zou mijn oom Alphard de ring nooit gekregen hebben omdat mijn oma hem van de stamboom heeft verschroeid.'
'Waarom?' vroeg ik Sirius.
'Hij was een schande voor de familie.' was zijn enige antwoord. Ik wilde vragen waarom hij een schande voor de familie was, maar Sirius ging vlug verder met zijn verhaal. 'Dat liet alleen nog mijn moeder en Cygnus over. Maar uiteindelijk kreeg mijn moeder de ring ook niet meer omdat één van haar kinderen ten schande was gebracht. Mijn oma besloot dus de ring aan Cygnus te geven vlak voor ze stierf.'
'Jij was zeker de gene die ervoor gezorgd had dat jouw moeder die ring nooit had gekregen?' gokte ik terwijl ik naar de verschroeide plek staarde waar Sirius zijn naam onder stond.
'Inderdaad.' zei Sirius en hij wees op zijn naam. 'Dit heeft mijn lieftallige moeder gedaan toen ik van huis wegliep.'
'Waarom?' vroeg Harry gretig.
Sirius glimlachte en schudden enkel zijn hoofd. 'Laat mij eerst mijn verhaal afmaken aan Audrey.' zei hij en keek toen naar mij. Ik glimlachte dankbaar naar Sirius en keek toen even naar Harry die enkel knikte.
'Cygnus had dus de ring in zijn bezit en gaf die aan zijn vrouw, Druella, toen zij trouwde. Samen hadden zij drie kinderen. Drie dochters genaamd Bellatrix, Andromeda en Narcissa.' zei Sirius die met zijn vinger verder over het stamboom gleed. 'Zoals je kunt zien was Andromeda een schande voor de familie, dus zij kreeg de ring niet. De moeder van de drie dochters wilde de ring aan haar oudste dochter, Bellatrix, geven. Uiteindelijk gaf zij de ring weer door aan haar jongste zusje.'
'Draco zijn moeder.' knikte ik
'Inderdaad.' glimlachte Sirius naar mij. 'En Narcissa gaf dus zo de familie ring door aan haar enige zoon, zodat hij die op een dag aan zijn toekomstige vrouw zou kunnen doorgeven.'
'Waarom geeft hij dan de ring aan mij?' vroeg ik Sirius verward.
'Dat vroeg ik mij dus ook al af.' zei hij fronsend en keek toen naar Harry die net zo geconcentreerd keek als zijn peetvader.
'Ik vertrouw die jongen niet.' mompelde hij en keek toen naar mij. 'Audrey, je moet echt voorzichtig met hem zijn.'
'Harry, alsjeblieft, niet nu.' mompelde ik vermoeid.
'Ik ben het met Harry eens, Audrey.' zei Sirius ernstig. 'Je kan niet voorzichtig genoeg zijn met een afstammeling van de Black familie.'
'En waarom ben jij nou van de familie stamboom verschroeid?' vroeg ik Sirius om van onderwerp te veranderen.
Harry schudden kort zijn hoofd en keek toen ook naar Sirius die strak naar de muur bleef kijken.
'Ik ben van huis weggelopen.' zei hij.
'Waar ging je heen?' vroeg Harry hem fronsend.
'Naar je vader.' Sirius keek op naar Harry en glimlachte. 'Ik was altijd welkom bij de Potters.'
Harry knipperde een paar keer met zijn ogen en glimlachte toen in zich zelf.
'Ik zie zoveel van je vader in jou.' zei Sirius die Harry enkel bleef aanstaren. 'Soms voelt het net of ik tegen hem aan het praten ben.'
'Sirius,' zuchtte Harry. Ik voelde plots iets pijnlijks in mijn borstkas opwellen. Het was het gevoel dat Harry op dit moment had. 'wat nou als die connectie tussen mij en Voldemort mij nou verandert?'
Sirius en ik keken de donkerharige jongen verdwaasd aan.
'Wat nou als het ervoor zorgt dat ik net als hem wordt? Dat ik slecht word?' Harry ratelde aan één stuk door en ik kon de angst die door zijn aderen stroomde voelen. 'Ik voel mij gewoon zo boos de hele tijd.'
Harry hield even op met praten en haalde toen diep adem. Hij keek even naar mij en toen naar Sirius. Plots merkte ik iets op. Ik merkte een beeld op die door mijn hoofd schoot. Het was een herinnering van het moment dat we toen in het kantoor van Dumbledore waren op de nacht dat Arthur werd aangevallen.
'In mijn droom stond ik niet naast de slang, of keek ik van boven.' zei hij. 'Ik was de slang.'
Sirius zijn gezicht betrok en ik kon zien dat het iets ernstigs was. 'Er was zelfs een moment in het kantoor van Dumbledore dat-,' Harry slikte en keek weg van Sirius. 'dat ik hem wilde bijten.'
Ik staarde Harry geschrokken aan, net als Sirius. 'Wat nou als ik echt slecht aan het worden ben?'
'Harry, ik wil dat je heel goed naar mij luistert.' mompelde Sirius zachtjes die naar Harry toe stapte en zijn beide handen op zijn schouders plaatste. 'Iedereen heeft beide licht en duister in zich. Het gaat er om welke kant wij als mensen besluiten te kiezen. Dat is wie wij werkelijk zijn.'
'Het voelt gewoon alsof die keuze al voor mij is gemaakt.' mompelde Harry die radeloos naar zijn voeten staarde.
'Nee Harry, jij hebt nog een keuze.' zei ik de jongen plots. 'Voor mij is die keus al gemaakt, maar voor jou nog niet. Mijn leven is al helemaal voor mij uitgestippeld.'
Harry staarde mij voor een lange tijd aan, net als Sirius. Harry leek te snappen wat ik bedoelde en iets zei mij dat Sirius dat ook deed.

You're Not Sorry [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu